Vergelijking van tien jaar werk in de openbare ruimte

De digitale Gemeenteatlas 2008 is zopas uit de printer gerold. Er kan nu vergeleken worden met de situatie eind vorige eeuw. Er is veel verbeterd, al zijn er ook trieste uitzonderingen voor de armste wijken.

De nieuwe atlas verwijst naar het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan (GemOP) van 2000, dat de ontwikkelingsindicatoren van de gemeente in kaart bracht. Het is nu mogelijk om toestanden uit 1998-'99 te vergelijken met de situatie vandaag, op verschillende domeinen: ruimtegebruik, huisvesting, mobiliteit of openbare werkzaamheden.

Een eerste vaststelling is dat de verstedelijking zich voortzet. De jongste drie jaar kwamen er ruim vijfhonderd woningen bij, naast het belangrijke kantorencomplex Atlantis (Gentsesteenweg/Keizer Karellaan). In tien jaar tijd steeg de bevolking met ruim drieduizend inwoners (zie BDW 1179 van 30 april, blz. 7). De kleinhandel heeft zich genesteld rond het Schweitzerplein en langs de Gentsesteenweg. Meer detailhandel installeerde zich in de buurt van Carrefour, en in al die tijd bleef Basilix een concentratiepunt. Toch blijft er wat bedrijfsruimte leeg staan, zelfs in de buurt van de grote invalswegen (zijstraten Gentsesteenweg en achter Basilix).

Fietscorridor
In vernieuwing van de openbare ruimten (wegen, straatverlichting,...) valt de grote stap voorwaarts op. De gewestwegen Keizer Karellaan, Gentsesteenweg (gedeeltelijk) en Josse Goffinlaan liggen er vernieuwd bij: het gaat om projecten waarvoor het Gewest geld ophoestte. De overdracht van de Hunderenveldlaan naar het Gewest staat op de planning. Een dertigtal straten, te onderhouden door de gemeente, kregen een nieuwe asfaltlaag. De Koning Albertlaan en het kruispunt tussen Klein Berchemstraat en Basiliek­laan werden zelfs 'grondig hersteld'.

Pakweg dertig straten of straatdelen in de gemeente liggen er nog slecht bij (dégradé, meldt de atlas). De gemeente geeft die quotering onder meer aan de Lauralaan en Helenalaan, de Openveld- en Strijdersstraat, de hele Cité Moderne, en delen van de Groot-Bijgaarden- en Dilbeekstraat. Voor heel wat straten is nog geen herstel gepland, wel voor de Laura- en Helenalaan.

De kaart die de fietspaden inkleurt, toont dat een eerste verbetering inzake mobiliteit werd gerealiseerd door een fietscorridor aan te leggen aan de westgrens van de gemeente, met aansluitingen op Dilbeek, Asse en Ganshoren. Her en der komt er ook beperkt eenrichtingsverkeer. Voorts beschikt de Josse Goffinlaan (een gewestweg) sinds de her­aanleg over aparte fietsstroken, al lopen die abrupt dood (aan één kant bij het Schweitzerplein, aan de andere kant bij de grens met Koekelberg). Het centrum en de verbindingsassen naar de scholen blijven na tien jaar beleid slecht of niet bedeeld voor fietsers.

Opvallend bij de voetpaden is dat een derde er slecht aan toe is, waaronder bijna heel de Potaardevlakte en de wijken Zevensterren en Cité Moderne. Aan het oude kerkhof definieert de kaart het voetpad als franchement mauvais. Nochtans werd tussen 1990 en '99 het centrum grondig aangepakt. In de periode 2000-2008 daarentegen werd merkelijk minder verwezenlijkt, op de Koning Albertlaan na. Op korte termijn komt daar wel heel de Gentsesteenweg bij (andermaal gewestbevoegdheid), de Maricollendreef en de Groot-Bijgaardenstraat.

Wat opvalt, is dat de trottoirs van Hof te Overbeke en Potaarde er slechter bijliggen dan tien jaar geleden. In zijn totaliteit is de toestand van zowel voetpaden als straten verslechterd in de wijk Zavelenberg en de sociale woonwijk Cité Moderne, ook al staat die als monument ingekleurd.

Deze eeuw is wel opvallend werk gemaakt van de modernisering van de openbare verlichting. De oude generatie van straatlantaarns, zoals lange buislampen en snelwegarmaturen of - erger nog - de 'zwanennek' (generatie 1970), zoals nog te vinden in de Cité Moderne en in het centrum, verdwijnen uit het straatbeeld. In 1998 bleek de verlichting voor 48 procent te voldoen, in 2008 was al 96 procent gemoderniseerd. De voetpaden voldeden voor 69 procent, vandaag voor 77 procent. De rijwegen voor 67 procent, nu 83 procent. In het algemeen gaat het dus duidelijk de goede kant op.