Ook vijf jaar na de aanslagen van 22 maart worstelen onze inlichtingendiensten met hun digitalisering en samenwerking. Om dat op peil te brengen, werden nochtans miljoenen uitgetrokken.
Vijf jaar na aanslagen draait inlichtingendienst nog steeds vierkant
Dat schrijft De Morgen vrijdag op basis van eigen onderzoek.
Meteen na de aanslagen van 22 maart 2016 wilden de Staatsveiligheid, de militaire inlichtingendienst ADIV en de federale politie gezamenlijke software aankopen om te speuren naar extremisme op sociale media. Vorige maand bekende Philippe Boucké, topman van ADIV, dat de zoekrobot van de Nederlandse firma Bavak waardeloos blijkt en niet langer gebruikt wordt.
De Morgen kon het gunningsverslag van de aankoopprocedure, die via Defensie verliep, inkijken en berekende dat zo 11 miljoen euro aan investeringen en 5 miljoen aan operationele kosten werd uitgegeven.
Er klinkt ook gemor over de algemene digitalisering bij de Staatsveiligheid. Die is uitbesteed aan Smals, dat daarvoor sinds 2016 al 22,5 miljoen euro kreeg. "De vraag is niet: 'wat loopt er mis?', maar 'wat loopt er?'", zegt een bron aan de krant.
Volgens de Staatsveiligheid is het een complexe oefening, die binnenkort in testfase gaat. Er is ook nog geen sprake van een kruispuntbank Veiligheid voor de uitwisseling van gegevens tussen de veiligheidsdiensten, zoals gevraagd door de aanslagencommissie.
5 jaar na de aanslagen
Lees meer over: Brussel , Samenleving , 5 jaar na de aanslagen , inlichtingendienst