'Voetgangersplan: een stap in de goede richting'
Brusselse buurtcomités en actiegroepen ijveren al jaren voor een betere omgevingskwaliteit en mobiliteit. Vooral de voetganger eist de aandacht op, denk aan de bezettingsacties van het Beursplein, de Elsensesteenweg en de Ninoofsepoort. Hoe komt het dat de voetganger zowel de schijnwerpers van de politiek als het middenveld op hem gericht krijgt? De voordelen van stappen in de stad zijn legio en behoeven nauwelijks een betoog. Stappen is goed voor mensen én hun omgeving. Voor gezondheid, sociale cohesie én de lokale economie. Stappen: iedereen kan en doet het.
Omwegen
Helaas. Ondanks het enorme potentieel kan je Brussel vandaag nog geen voetgangersstad noemen. De openbare ruimte lijkt grotendeels gereserveerd voor auto's. De stad wordt ook in stukken gehakt door de harde barrières: het kanaal, spoorlijnen, stadssnelwegen als de Kleine Ring. Voeg daar nog de omwegen aan toe rond monotone kantoor- of industriegebieden, ontoegankelijke zones als het Koninklijk Domein of het VRT/RTBF-terrein en een voetganger stapt in de auto of op de bus. Zelfs de parken, voetgangersgebied bij uitstek, vormen soms een hindernis. Dankzij poorten en hekken loopt de kortste weg er vaak niet eens doorheen. Bovendien zijn ze 's avonds meestal niet toegankelijk.
In Brussel is het verschil tussen de reële wandelafstand en de afstand in vogelvlucht groot. De kortste weg om een boulevard over te steken is vaak lastig te vinden: zo wordt de psychologische afstand nog groter. Aangrenzende wijken liggen in de hoofden van mensen soms mijlenver uit elkaar.
Korte afstanden
Brussel heeft alles om een voetgangersstad te worden. Het is compact en dichtbebouwd. De oude dorpskernen buiten de Vijfhoek kunnen knooppunten worden in een gewestelijk voetgangersnetwerk. Zo hoeft het centrum van Brussel geen voetgangerseiland te zijn, zoals in andere steden het geval is. Voorzieningen moeten op wandelafstand komen. De 'stad van de korte afstanden' is hét ruimtelijk ontwikkelingsmodel in het GPDO.
Het Voetgangersplan schept verwachtingen: van Brussel tegen 2040 een voorbeeldige voetgangersstad maken, met verplaatsingspercentages te voet vergelijkbaar aan Barcelona, Lyon en Zürich. Daarvoor hanteert het plan tien principes, de GO10: fijnmazig netwerk, rechtstreekse en continue routes, vlotte intermodaliteit, beleving, meer ruimte, fysiek comfort, universeel, magneten, gegarandeerde veiligheid en rustig verkeer.
Die principes zijn vertaald naar behoorlijk concrete beleidsaanbevelingen: waar mogelijk komt er tenminste elke 100 meter een voetgangersdoorsteek door bouwblokken. Elk zebrapad langer dan twee meter krijgt een eilandje. Stoplichten worden zo afgesteld dat er een "groene golf" ontstaat voor voetgangers.
Maar, het plan is niet of nauwelijks plaats-specifiek. Het geeft niet aan waar de overheid moet ingrijpen. De kritiek: het is een catalogus van goede intenties, zonder ruimtelijke uitvoeringsvoorstellen. Maar laten we niet vergeten dat het een strategisch plan is, geen actieplan. Andere instrumenten als het GPDO en de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening moeten de goede intenties hard maken. Ook de gemeenten zullen zich hier aan moeten aan houden.
Langzaam maar zeker
Het Gewest zet de deur open voor voetgangers. Het middenveld moet hiervan profiteren. Een eerste concretisering is alvast het project Stapas. Trage Wegen vzw onderzoekt op initiatief van de Brusselse staatssecretaris van mobiliteit Bruno De Lille en Mobiel Brussel de actuele staat van alle autoluwe wegen van het Gewest. Dat is nodig voor het maken van een voetgangerskaart, een routeplanner én om concrete verbeteringsvoorstellen aan het voetgangersnetwerk te doen. Een flink aantal vrijwilligers werkt mee: Stapas maakt zoveel mogelijk gebruik van de kennis van plaatselijke bewoners. Zij zijn op hun beurt het meest gebaat bij een degelijke voetgangersinfrastructuur. Het project gebruikt het contact met bewoners als hefboom om het stappen in Brussel te promoten.
Een stedelijke omgeving als Brussel biedt kansen: er zijn relatief veel meer voetgangers dan op het platteland, maar ook vanwege de mogelijkheid om de modal share van verplaatsingen te voet flink te vergroten. Trage wegen verkorten de afstand voor voetgangers vergeleken met die voor automobilisten.
Cultuurverandering
Het voetgangersplan is een strategisch plan en geeft de richting aan voor toekomstige beleidskeuzes. "Eerst de voetgangers, daarna de gebouwen," staat er. De voetganger als uitgangspunt voor elk stedenbouwkundig project. Dit moet doordringen tot alle beleidsniveaus en -sectoren. Mobiliteit, maar ook leefmilieu, stedenbouw en ruimtelijke ordening. Niet min, want ook de gemeenten moeten mee. Actiegroepen en buurtcomités pleiten sinds lang voor een goed voetgangersbeleid. Nu moeten ze beleidsmakers een duwtje in de rug geven door gebruik te maken van het platform dat het Gewest biedt.
Een "hefboom en inspiratiebron om een cultuurverandering teweeg te brengen," noemt het Voetgangersplan zich. Tot de Gewestregering begint deze cultuurverandering dus door te dringen. Alvast één stap in de goede richting.
Geert te Boveldt, Projectcoördinator Stapas (Trage Wegen vzw)
Lees meer over: Samenleving , Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.