De nieuwe voetgangerszone in het centrum is een voorbeeld van stedelijk beleid waarover niet grondig genoeg is nagedacht. Dat schrijft UCL-socioloog Mathieu Berger.
'Voetgangerszone is ondoordacht initiatief'
In een opiniebijdrage in La Libre bekijkt Berger de voetgangerszone als een voorbeeld van ‘l’impolitique de la ville’, een formulering die we zouden kunnen vertalen als de 'ondoordachte aanpak van de stad’.
De centrale stelling van Berger, die op zijn beurt verwijst naar historicus Pierre Rosanvallon, is dat de aanpak van het centrum niet globaal genoeg was, dat er niet breed genoeg is over nagedacht.
Berger maakt de stelling concreet aan de hand van vijf elementen. Als eerste hekelt hij dat het stedelijk beleid van de voorbije 20 jaar steeds meer naar een soort administratief microniveau is afgegleden. Hij verwijst daarbij naar de wijkcontracten, die gaandeweg in serie en routineus werden afgewerkt. In zo'n context wordt de theoretische participatie van burgers wel voorzien, maar is er nauwelijks echte invloed op de echte uitdagingen van de stad. Ook de voetgangerszone past volgens hem in die logica.
Blindelings naäpen
De socioloog vindt ook dat het project van de voetgangerszone te blindelings achter het voorbeeld van andere steden aanloopt. In plaats van een grondig onderzoek naar de noden van Brussel, wordt het dictaat van de benchmarking - 'Bekende steden doen het, wij dus ook' - klakkeloos aanvaard volgens de onderzoeker.
Verder stelt Berger dat politiek in Brussel vaak op een autistische manier wordt bedreven. In een coalitie waarin wantrouwen heerst gebeurt ofwel niets, ofwel zie je dat één speler plots heel snel accelereert en de anderen ter plaatse laat trappelen. Berger noemt het verontrustend dat die laatste aanpak de enige lijkt die in Brussel nog tot wat stedelijke ambitie leidt. Hij lijkt daarmee te suggereren dat het tweede scenario met solospeler Mayeur van toepassing is op de voetgangerszone.
Onderzoekers te passief
Ook de tegenstanders van de huidige aanpak krijgen overigens een veeg uit de pan. De tegenstand zit volgens hem vaak nog vast in denkbeelden uit de jaren 1960 en 1970, toen de stedelijke strijd tegen de afbraak volop woedde. Tegenstanders lijken ervan uit te gaan dat het beleid het sowieso enkel fout kan aanpakken. Ze blazen volgens de socioloog ook tegelijk koud en warm. Ze zijn tegen alles, maar ook tegen het tegendeel: het centrum mag niet te feestelijk worden, maar ook niet te saai. Het mag niet te chic worden, maar ook de kebabisering van de centrale lanen kan niet.
Een laatste kernpunt van kritiek: onderzoekers en academici speelden volgens Berger een veel te kleine en passieve rol in de totstandkoming van de zone. De socioloog vindt het dan ook hoog tijd dat wetenschappers en stedenexperts hun plaats opeisen in het publieke debat.
Voetgangerszone Vijfhoek
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Opinie , Voetgangerszone Vijfhoek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.