Volkstuinenmonument Jean Cornelis na 50 jaar voorzitter af
Lees ook: Tuinenwedstrijd 2010: de winnaars
I n het spoor van zijn vader werd Jean (Jan-Baptiste) Cornelis (1930) voorzitter van de Ukkelse Volkstuinen. Mét tuinbouwschoolervaring op zak, een specialisatie in plantenteelt in Aalsmeer (Nederland, 1949-'50) en werkervaring als proefleider in het UCB-proefstation in Terhulpen, bij de groendienst in Ukkel en als lesgever aan de Provinciale Tuinbouwschool in Leuven en bij Infac (Ukkel).
"Het concept van volkstuinen was in 1878 in Frankrijk ontstaan, en bij ons in 1896 in Sint-Joost-ten-Node," weet Cornelis. "Al gauw volgden Ukkel met zijn Ligue du Coin de Terre (1899) en andere - nu Brusselse - gemeenten. Het was een nuttige tijdsbesteding voor de 'slachtoffers' van de industrialisering, die in de stad het boerenleven misten. En ook: een lapje grond om eigen groenten te kweken hield velen weg uit de extreme armoede en het alcoholisme. Alle ingeweken jonge Vlamingen die voor Les Tramways Bruxellois (nu MIVB, JMB) kwamen werken, pakten gretig vijf are grond aan om kleinvee te houden en groenten te telen."
"De interesse voor volkstuintjes groeide, zodat het Werk van de Akker (oorspronkelijke naam, JMB) in Ukkel in 1918 al 1.222 leden telde, bijna een derde van de actieve bevolking toen. Bij het eind van de Tweede Wereldoorlog was dat aantal geslonken tot 117; de 'mansardeboeren' waren het beu om zelf hun patatten te zetten."
Is de volkstuinier de afgelopen halve eeuw veranderd?
Jean Cornelis: "Een constante is dat iedereen bleef ijveren voor een lapje moes- of siertuin. Maar de nieuwe generatie volkstuintjeshouders ziet tuinieren meer als een vrijetijdsinvulling waarop ze trots kan zijn. Eigen tomaten kweken doet velen het water in de mond lopen."
"Doordat de grond schaars is, blijft het pachten van volkstuinperceeltjes een moeilijke zaak. In Jette, dat prat gaat op het grootste volkstuinencomplex in het gewest (3 hectare), wordt alles onderhouden door de gemeente: dat is geen volkstuinliefhebberij meer. En het nieuwe volkstuinenpark aan de Mettewielaan in Sint-Jans-Molenbeek, ingericht door Leefmilieu Brussel (het vroegere BIM), strekt al evenmin tot voorbeeld. De site is aangelegd op een stort, dus op bezoedelde grond, waardoor de tuinders er geen groenten mogen kweken. We kunnen wél trots zijn op het volkstuinenpark Keyenbempt in Kalevoet (Ukkel), dat het BIM in 2009 opende, al sleepte de aanleg jaren aan en kwamen er maar 25 percelen (van 1,20 are elk) in plaats van de beloofde 75 op anderhalve hectare grond."
Vertel eens over de Tuinenwedstrijd in het gewest - toch dé blikvanger van uw Verbond?
Cornelis: "De tijden zijn veranderd: voor lezingen en avondvergaderingen krijg je de mensen hun huis niet meer uit. We geven nu lessen in de tuintjes zelf, op aanvraag. Daar kan iedereen meteen zijn ervaringen en vragen toetsen aan de praktijk. Zo leert iedereen ter plekke bij."
"In de Ukkelse afdeling zijn we in 1950 begonnen met een wedstrijd voor de mooiste moestuin. Die is in 2004 uitgegroeid tot een gewestelijk initiatief (zie inzetstukje). Het succes groeit jaar na jaar; in 2010 waren er 94 inschrijvingen. De stimulans die we aanreiken om gevels te 'bebloemen', prikkelt vaak buren om zelf - op kleine schaal, maar wel heel efficiënt - bij te dragen tot een groenere stad."
En geeft de overheid een beetje het goede voorbeeld, met haar groenbeheer?
Cornelis: "Daar bestaat een vertekend beeld over. Brussel kent vooral tienduizenden statistische bomen. Eens een sierboom geplant is, is er geen geschoold personeel te vinden om hem te onderhouden. Dat is het grote probleem van het nieuwe stadsgroen. Toch erken ik dat er in vijftig jaar tijd veel is geëvolueerd. In 1978 kregen we in Ukkel, op mijn voorspraak, al een gemeentereglement ter bescherming van laanbomen tijdens werkzaamheden aan het trottoir (Cornelis was chef van de groendienst van 1956 tot 1991, JMB). In 1979 werd er een oplossing voorgedragen voor het wegwerken van het snoeiafval. Ukkel had toen meer dan twaalfduizend laanbomen. Het systeem van recyclage van gemeentelijk en privaat groenafval is toen geïntroduceerd. Nadien kende het navolging in binnen- en buitenland. Tot aan een universiteit in Canada - nochtans ook een land met boomervaring - vroeg men mij om lezingen te komen geven."
Een voortrekker bent u altijd geweest?
Cornelis: "Ukkel stond in 1969 al open voor een reglementering voor het vellen van bomen in privétuinen. De ordonnantie die de 'voorafgaandelijke toelating tot vellen' dicteert, is later overgenomen door het Gewest. Nadien werd het een onderdeel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Zo hebben we veel in beweging kunnen zetten, altijd met respect voor Moeder Natuur."
Milieuvriendelijk tuinieren is waarschijnlijk de grootste trendwijziging?
Cornelis: "Daarvoor pleit ik al mijn hele leven. Ik hoor ze nog zeggen dat je DDT op de boterham mocht doen. Ik werd voor zot versleten met mijn manuele arbeid. Dertig jaar later gaf iedereen toe dat DDT zich afzet in vetstoffen. Er is lang gelachen met het begrip 'biologisch tuinieren' waar ik voor pleitte (Cornelis was stichtend voorzitter van Velt-Brussel in 1976 en Velt-Brabant in 1980, JMB). Om preimot te bestrijden zijn er alternatieven gekomen voor het giftige ES 105, dat uit de oorlogsindustrie kwam en dat tuinders massaal gebruikten. 's Zomers het preihart continu lichtjes sproeien volstaat. Toen ik voor het biofarmaceutische bedrijf UCB werkte, leerde ik dat op gevaarlijke producten een sint-andreaskruis moest staan. Soms vermeldt de bijsluiter dat het product corrosief is voor afsluitingen, maar hoe vaak staat er wat het de mens aandoet? De overheid zou altijd het voorbeeld moeten geven. RoundUp (onkruidbestrijdingsmiddel op basis van glyfosaat, JMB) gebruik ik niet; ik zou nog liever werklozen in dienst nemen om te wieden en de grond om te ploegen."
Lees meer over: Ukkel , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.