Vragen blijven na Kamerdebat over dood Ibrahima

De vele vragen die afgelopen donderdag en nu woensdag in de Kamer werden gesteld over de dood van Ibrahima B. in een Brussels politiebureau en de rellen die daarop volgden, zijn grotendeels onbeantwoord gebleven. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) herinnert eraan dat er een gerechtelijk onderzoek loopt. Ook is op 13 januari een rapport opgevraagd bij de algemene inspectie van de politie over de ordehandhaving.

Over het recht om een politie-interventie te filmen, het feit dat volgens sommige bronnen aan de basis ligt van de arrestatie van de jongeman op 9 januari, bestaan sindsdien verschillende interpretaties.
"Wat mij zorgen baart, is dat het filmen van politieagenten de afgelopen weken voor veel spanning heeft gezorgd. Hoe kunnen we er zeker van zijn dat geen enkele politieagent zal proberen te voorkomen dat een burger een politie-interventie filmt?", vroeg Julie Chanson (Ecolo).

"De rechtmatigheid van de controle (van Ibrahima B.) wordt in twijfel getrokken. Dit is niet de eerste keer dat burgers in het vizier worden genomen door politieagenten, alleen omdat ze een politie-interventie hebben gefilmd", zei Nabil Boukili (PTB).

De minister gaf een restrictievere invulling aan dit recht om de politie te filmen dan beide bovenstaande meningen: er is geen sprake van een misdrijf als de beelden voor journalistieke doeleinden worden uitgezonden, legt ze uit. Zonder een gerechtvaardigd belang bestaat het risico op strafrechtelijke sancties en als de politie beveelt dat moet gestopt worden, moet dit worden nageleefd.

Rellen

Wat betreft de betoging die op 13 januari werd georganiseerd door de familieleden van de jongeman, die was toegelaten door de burgemeester, bevestigde de minister. Ze herinnerde eraan dat het ministerieel besluit dit soort evenementen onder bepaalde voorwaarden toestaat. Er werden negen politiepelotons gemobiliseerd, evenals twee waterkanonnen.

Aan het einde van de bijeenkomst braken rellen uit die leidden tot twaalf administratieve arrestaties en vier gerechtelijke arrestaties. Vijf politieagenten raakten gewond, een van hen ernstig. Zoals ze dat ook al deed in andere zaken, bevestigde de minister dat ze zich burgerlijke partij zou stellen. In november publiceerden de procureurs-generaal een omzendbrief waarin een "nultolerantie" werd vastgelegd voor geweld tegen politieagenten.

"Ik heb het gevoel dat nultolerantie een slogan is", aldus Kamerlid Michel De Maegd (MR). "Wie in Brussel de politie aanvalt, moet ermee lachen." "De politie zien plooien, knielen voor de demonstranten in de wijken van Brussel, is voor mij ondraaglijk geworden", voegde Philippe Pivin (MR) eraan toe.

Tien dagen na het overlijden van Ibrahima B. raakte bekend dat opnieuw een dode was gevallen in een Brussels politiebureau. "In tien dagen tijd twee doden op een politiebureau, dat is behoorlijk ernstig", merkte Boukili op, terwijl Eric Thiébaut (PS) zich vragen stelde bij de uitrusting van de politiebureaus en de opleiding van de politieagenten.