“Het vredegerecht in Laken is mijn kindje, ik doe mijn job heel graag,” zegt vrederechter Martine Mosselmans bij de start van het nieuwe gerechtelijk jaar. “Maar met al die hervormingen en besnoeiingen wordt ons werk er niet makkelijker op. De scheiding der machten betekent ook dat justitie ons de nodige middelen moet geven.”
Vrederechter Martine Mosselmans: 'Alarmknop zou geruststelling zijn'
H et vredegerecht van Laken, het vijfde kanton van Brussel, is momenteel gevestigd op de derde verdieping van een doorsnee flatgebouw aan de Houba-Destrooperlaan. Het is een appartement met twee grote ruimtes en een minuscule keuken, te bereiken via een piepklein liftje. “Als het zitting is, staan de burgers tot op de trap,” zegt rechter Mosselmans. De medewerkers van de griffie zitten op een kluitje in de ene ruimte. De andere kamer is omgevormd tot raadzaal. Ook het bureau van Mosselmans staat er, achter enkele boekenkasten. “Neen, ik heb hier geen eigen kantoor.” Maar dat vindt ze allemaal niet erg want er is beterschap op komst.
De Regie der Gebouwen is enkele maanden geleden immers begonnen met de renovatie van het eigenlijke vredegerecht van Laken in de Fransmanstraat, iets waar Mosselmans sinds haar benoeming in 2007 voor gevochten heeft. “Het gebouw, dat dateert van begin twintigste eeuw, was compleet verloederd en ook niet toegankelijk voor mindervaliden. Als je een venster opendeed, brak het af, delen van het plafond kwamen naar beneden, de vloerbekleding en zonnewering zaten vol vlekken, de muren waren al twintig jaar niet geschilderd en er was ook geen eetruimte voor het personeel. Het gebouw straalde een verschrikkelijk oubollige justitie uit.”
Mosselmans rekent erop dat ze volgend voorjaar opnieuw kan verhuizen naar het gerenoveerde gebouw. Maar honderd procent zekerheid heeft ze niet. Want er bestaat nog altijd een plan om alle vredegerechten van Brussel-Stad, dus ook dat van Laken, te centraliseren rond het Poelaertplein. “Men hoopt op die manier te besparen. Je krijgt dan inderdaad een schaalvergroting, maar ik betwijfel of het allemaal zo efficiënt wordt. Door in Laken te zitten kan je immers veel korter op de bal spelen. In huurkwesties doe ik al vlug een plaatsbezoek, eerder dan een dure expert aan te duiden. De drempel ligt hier ook veel lager. Voor vele Lakenaars is het centrum te ver. Ik merk het nu al. Sinds wij weg zijn uit de Fransmanstraat, hét multiculturele, maar ook arme hart van Laken, krijgen we veel minder volk aan de balie. Het vredegerecht moet absoluut naar die buurt terug. De overheid mag zich niet terugtrekken uit de achtergestelde wijken van de hoofdstad.”
Waarmee houdt een vrederechter in Laken zich bezig. Burenruzies?
Martine Mosselmans: “Dat denkt iedereen maar het klopt niet. Wij zijn weliswaar bevoegd voor erfdienstbaarheden en burgers kunnen ook naar ons komen voor een verzoening, bijvoorbeeld bij een conflict over lawaai of het buitenzetten van de vuilniszakken. Maar het gros van ons werk zijn huurkwesties en onbetaalde facturen, met name van gas, elektriciteit en telefoon. Dat soort zaken stijgt alsmaar, onder meer door de crisis. We zitten aan 5.000 à 6.000 zaken per jaar.”
Tot nu toe was u ook bevoegd voor familiezaken, meer bepaald voor dringende en voorlopige maatregelen bij huwelijksproblemen en geschillen over onderhoudsgeld. Dit valt weg nu er, sinds deze week, familierechtbanken zijn. Een goede zaak?
Mosselmans: “Tot hiertoe moest je voor een scheiding langs bij de vrederechter, de rechtbank van eerste aanleg en vaak ook bij de jeugdrechtbank. Dat is niet efficiënt. Nu wordt de hele scheiding behandeld door de familierechtbank, die behoort tot de rechtbank van eerste aanleg. Ik weet alleen niet of die even laagdrempelig zal zijn, met name voor de dringende en voorlopige maatregelen. Ik vrees dat mensen vlugger een advocaat onder de arm zullen moeten nemen. Het vredegerecht staat veel dichter bij de burger.”
In de plaats van de familiezaken krijgt de vrederechter voortaan het hele pakket van de wilsonbekwamen op zijn bordje.
Mosselmans: “Klopt. Nu doen wij alleen de voorlopige bewindvoering, toch een kleine duizend dossiers. Wanneer mensen, meestal om medische redenen, niet in staat zijn hun goederen te beheren, stellen wij een voorlopige bewindvoerder aan. Het gaat om ouderen, maar ook bijvoorbeeld om mensen die een zwaar ongeluk gehad hebben. Sommigen hebben betrouwbare familieleden, maar zeker in de grootstad zijn er velen die helemaal niemand hebben.”
“In de nieuwe regeling worden wij ook bevoegd voor de verlengd minderjarigen, de onbekwaamverklaarden en de zogenaamde verkwisters. En het gaat niet alleen meer om de goederen, maar ook om de bescherming van de persoon. Bedoeling is dat hen zo weinig mogelijk autonomie ontnomen wordt. Dat wordt dus maatwerk, het betekent wel dat er tienmaal zoveel zittingen in aanwezigheid van de wilsonbekwame nodig zullen zijn. Daarvoor moet men ons dan ook de middelen geven.”
Hoe ziet uw werkweek er doorgaans uit?
Mosselmans: “Op maandagochtend bezoek ik de mensen die onder bewind staan, vaak in rusthuizen. ‘s Namiddags is er raadkamer waarbij zaken achter gesloten deuren behandeld worden. Dinsdagochtend zet ik de bezoeken voort en in de namiddag ga ik voor huurzaken ter plaatse kijken. Elke woensdag is er zitting in het Brugmannziekenhuis voor geesteszieken die daar gedwongen opgenomen zijn. Die vonnissen moeten de dag zelf de deur uit. Dat doe ik dus ‘s namiddags. Donderdagochtend is het dan openbare zitting, voor alle kwesties van huur en onbetaalde facturen. Dan heb ik alleen nog de namiddag en de vrijdag om alle vonnissen te schrijven. Vaak is het dan ook weekendwerk.”
De werklast is dus hoog?
Mosselmans: “Heel hoog. En door alle besparingen is er steeds minder personeel. Normaal zouden op de griffie acht mensen moeten werken. Ik heb er nu, met veel moeite, zes. Tot april zat ik zonder hoofdgriffier, vijf jaar lang. Ik vind dat als de wetgever een personeelskader vastlegt, de uitvoerende macht dat moet invullen. Dat is scheiding der machten.”
“Ook elders wordt bespaard. Nu heb ik één week per maand hulp van een toegevoegde vrederechter. Maar de toegevoegde vrederechters worden afgeschaft. En wellicht ook de plaatsvervangende vrederechters. Dat zijn advocaten die, zonder enige vergoeding, inspringen als de vrederechter niet kan zetelen, bijvoorbeeld vanwege een begrafenis. De vrederechters moeten maar mobieler worden, zo luidt het.”
Heeft de recente splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel gevolgen gehad voor de vredegerechten?
Mosselmans: “Jazeker. De Brusselse vredegerechten zijn weliswaar tweetalig gebleven. Tachtig procent van de zaken verloopt in het Frans. Maar daar waar de vrederechters vroeger zelf ook korpsoverste waren en dus autonoom waren, vallen we nu in Brussel onder de Nederlandstalige en Franstalige voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Die zouden al onze facturen moeten tekenen, het personeel evalueren, lekkages oplossen, kortom de hele organisatie van het vredegerecht moeten controleren. Maar die Brusselse rechtbanken van eerste aanleg zijn hele grote rechtbanken, de voorzitters hebben hun handen meer dan vol. Bovendien is de werking ook helemaal anders. De Brusselse vrederechters hebben dan ook een procedure aangespannen voor het Grondwettelijk Hof. Want in de andere arrondissementen is het anders geregeld: daar wordt sinds de hervorming onder alle vrederechters en politierechters een korpsoverste benoemd.”
Leidt de grotere etnische diversiteit in de samenleving tot meer juridische geschillen?
Mosselmans: “Je krijgt inderdaad steeds meer mensen met andere gewoonten. Maar die hebben volgens mij minstens zoveel te maken met het verschil in sociale klasse als met het verschil in culturele achtergrond. Ik krijg wel vaker mensen voor me die noch Nederlands noch Frans spreken. Dat men dat evident vindt, is raar. Ik denk dat niemand het in Frankrijk of Marokko in zijn hoofd zou halen om voor de rechter een andere taal te spreken. Ik zeg er ook altijd iets van. Soms krijg ik dan te horen dat ik racistisch ben.”
Hebt u vaak te maken met agressie in de rechtbank?
Mosselmans: “Dat valt mee, ik heb eigenlijk maar een keer slaag gehad. Op zich voel ik me niet onveilig. Maar een alarmknop zou toch een geruststelling zijn. Dat werd ons ook beloofd na de moord in 2010 op de vrederechter en griffier van het vierde Brusselse kanton. Maar de beveiliging van de vredegerechten in Brussel is nog steeds onbestaande. Ik hoop dat bij de renovatie in de Fransmanstraat nu toch een alarmknop wordt geïnstalleerd. Ik heb er nog maar eens op aangedrongen.”
---------------------------------------------------------------
WIE IS MARTINE MOSSELMANS?
- Geboren in 1959
- Studeerde voor Maatschappelijk Werker en behaalde daarna het diploma Rechten
- Advocaat aan de balie van Brussel van 1985 tot 2007
- In januari 2007 benoemd tot vrederechter van het vijfde kanton Brussel
- Woont sinds vijftien jaar in Brussel-Stad
Lees meer over: Laken , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.