'Weinig radicalisme in Sint-Joost dankzij diversiteit'

In vergelijking met pakweg Molenbeek ziet Sint-Joost opvallend weinig inwoners radicaliseren. Volgens burgemeester Emir Kir (PS) is dat onder meer te verklaren door de grotere diversiteit in zijn gemeente.

Sint-Joost-ten-Node is de armste gemeente van het land. Het gemiddelde inkomen ligt er ver onder het nationale gemiddelde. Bovendien is het de dichtst bevolkte gemeente van Brussel, met de jongste bevolking en het grootste aantal allochtonen.

De gemeente deelt heel wat socio-economische eigenschappen met Molenbeek. Toch telt de gemeente amper Syriëgangers, terwijl een stuk of 85 mensen uit Molenbeek op een lijst staan van geradicaliseerd en potentieel gevaarlijke individuen.

In een gesprek met de krant Le Soir geeft Kir enkele mogelijke verklaringen voor het opmerkelijke verschil tussen de twee gemeenten.

In de eerste plaats verwijst Kir naar de mengelmoes die Sint-Joost is. Er wonen veel Turken, maar ook Marokkanen, Bulgaren en tal van andere nationaliteiten en origines. In Oud-Molenbeek vormen mensen met wortels in Noord-Afrika veruit de grootste groep inwoners.

Daarnaast meent Kir dat de Turkse gemeenschap, waar hij zelf toe behoort, minder gevoelig is voor de lokroep van IS, dan mensen met wortels in de Maghreb. Die beschouwen de Syriërs als "neefjes van de Arabische wereld", aldus Kir.

"Een ander verschil is dat de Belgische Turken zijn geworteld in een lekentraditie waarin religie en staat gescheiden zijn. Turken hebben immens respect voor de staat en beschouwen religie als iets dat tot de persoonlijke sfeer behoort", aldus de burgemeester. "Bovendien is de religieuze beweging aan Turkse kant sterker gestructureerd." Daardoor zou er minder plaats zijn voor extreme uitwassen.