Wijk en herkomst bepalen mee jobkans

Meer jonge vrouwen dan mannen halen een hoger diploma in Brussel, en ze vinden ook vaker werk. De jobkansen schipperen trouwens ook van wijk tot wijk, zo blijkt uit de enquête van View.brussels, het Brusselse Observatorium voor werk en opleiding.

Elke zomer schrijven zo'n 6.000 afgestudeerde Brusselaars zich in bij Actiris. 17 procent van hen bezit geen diploma, 4 op de 10 behaalde een diploma secundair onderwijs en iets minder dan een derde is in het bezit van een diploma hoger onderwijs. Daar horen 15 procent meer vrouwen dan mannen bij.

Als we kijken naar de sectoren die het meeste werkzekerheid in het eerste actieve jaar opleveren, valt het op dat zorg en onderwijs bijzonder hoog scoren. 94 procent van de bachelors in het onderwijs vindt binnen het eerste jaar werk, bij de bachelors sociaal werk en zorgverlening is dat 89 procent. Bij masters scoren paramedici hoog met 87,1 procent. Maar ook zakelijke administratie en management vinden een vlotte uitstroom van 85 procent.

Van de hele groep bestudeerde jongeren heeft een jaar later 54,9 procent langer dan 28 dagen aan een stuk een job gehad. Opvallend is ook dat van de groep met een masterdiploma (75 procent) volgens de statistiek 2 procent minder uitstroom kent dan diegenen met een bachelordiploma (77,5 procent).

Kunstopleidingen scoren zoals traditioneel het geval is ook hier het slechtst, met slechts de helft van de afgestudeerden die binnen het jaar werk vindt.

Arme sikkel

Overigens halen jongeren uit de arme sikkel van Brussel minder vaak een diploma. Bijna één op de vier jongeren heeft er geen diploma middelbaar onderwijs. In andere wijken is dat 1 op de 6. Ongeveer de helft van de jongeren uit de arme sikkel had na een jaar werk, tegenover 60 procent in andere wijken.

Zelfs bij een gelijk studieniveau valt het op dat jongeren uit wijken rond de kanaalzone en Sint-Joost-ten-Node toch minder vaak werk hebben. Herkomst en/of woonplaats lijken dus ook een significante invloed te hebben op hun tewerkstellingskansen.

Tijdens de coronaperiode steeg de jeugdwerkloosheid trouwens significant. In juni ging het om een toename van 13,5 procent. Bij de jongeren die zich voor het eerst inschrijven bedroeg de stijging zelfs 43,6 procent. Een tragere doorstroming naar werk voor zij die deze zomer afstuderen (en mogelijk ook voor de komende jaren), is jammer genoeg zeer waarschijnlijk.