Wonen in Brussel: Dani Klein (54)

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
22/11/2008
"Ik ken niets van politiek, ik heb nooit gedacht dat ik me bij een partij zou aansluiten. Toch ben ik lid geworden van Pro Bruxsel, dat ik Brussel eindelijk erkend wil zien als volwaardig gewest. De Brusselaar moet zelf over zijn toekomst kunnen beslissen. Onafhankelijk van de Vlamingen en de Walen. En daarvoor wil ik nog eens vechten, omdat deze stad, dit gewest me in het bloed zit. Tvbrussel en Télé Bruxelles hebben ons eerste congres gecoverd, maar voor de rest krijgen we geen media-aandacht. Zo neutraal als ze zelf beweren, zijn ze dus niet." Dani Klein (54) is frontvrouw van Vaya Con Dios.

R echt van spreken heeft Dani Klein zeker: Danielle Schoovaerts, zoals ze ingeschreven staat bij de burgerlijke stand, is een Brusseles pur sang. "Ik ben hier geboren en opgegroeid, mijn ouders - toffe mensen die graag lachten -, zijn hier geboren en opgegroeid. Ik heb een boek liggen, Qui était qui en 1825, en daarin vind je de Schoovaertsen al terug."

"Thuis verliepen de conversaties in het Brusselse dialect én in het Frans. Wij waren heel erg op Frankrijk gericht, we keken zelfs niet naar Belgische zenders, wel naar Rijsel. We wisten wie minister was in Frankrijk, maar niet wie de plak zwaaide in ons landje. Mijn grootvader aan moeders kant - een inwijkeling uit Leuven die binnen de kortste keren een echte Brusselaar was geworden - vond dat naar school gaan in het Nederlands tijdverlies was: 'Woe spreike ze Vloms? In Indonesië, da's bekans gedoen. Of in Holland? As ge doe Vloms sprekt, verstoen z'a toch ni. Dus 't es beiter da g'in 't Frans no 't schaul goet.' Zo ben ik een Franstalige Brusseles geworden," vertelt Klein in Nederlands waar weinig op aan te merken valt.

"Ik ging in Schaarbeek naar school, in de Verwéestraat. Je had een Nederlandstalige sectie en een Franstalige. Contact was er niet; de speelplaats was in twee helften verdeeld door een witte lijn. Ik vond dat bizar, zeker omdat wij thuis Vloms spraken. Die Vlaamse meisjes droegen bijna allemaal van die gouden oorbellen, un peu ciselé comme ça. Wij vonden dat belachelijk, in onze ogen waren dat boerinnen. Maar voor mijn plechtige communie heb ik van de vierde vrouw van mijn grootvader - een Oost-Vlaamse - zulke oorbellen gekregen. Erger nog, ik moest ze ook dragen. Eerst met een naald in een kurk gaatjes in mijn oren laten maken en dan naar school met die oorbellen in. Beschamend. Soms dachten leraressen dat ik in de verkeerde groep zat, dat ik bij de Nederlandstalige afdeling hoorde. Om maar te zeggen dat die apartheid altijd heeft bestaan. Als we geëvo­lueerd zouden zijn, dan zou dat nu niet meer het geval zijn. Helaas is het nog steeds van hetzelfde. Ik heb dat heel mijn leven al moeten meemaken, en dat vind ik zo erg."

Sinaasappelkist
"Mijn grootvader langs moeders kant was zowat het buitenbeentje van de familie: hij had een café in Evere, maar was ook intellectueel, overtuigd communist en niet vies van een potje filosoferen. In zijn bibliotheek had hij de hele collectie van Émile Zola staan en - voor zijn ontspanning - die van Conan Doyle. Met de rest van de familie woonden we boven zijn café. Café des Sports. Mijn slaapkamer lag pal boven de gelagzaal. Geen pretje, voor mij was het café zelfs een beetje angstwekkend, omdat de klanten regelmatig de vuisten lieten spreken. Soms lag ik te beven in mijn bed. Geroep, getier, kabaal: 'Wat gaat er nu gebeuren?'"

"Voor de rest waren die prille jaren best onbezorgd, de straat was nog van ons. En op het kerkhof lag de moeder van mijn moeder, die in 1944 in Machelen was omgekomen bij een bombardement."

"Later zijn mijn ouders verhuisd naar Everberg, omdat mijn vader in Zaventem werkte. Op mijn zeventiende ben ik weggegaan: ik had bijna elke dag ruzie met mijn moeder, ik wou de hele tijd uitgaan met mijn vrienden, naar optredens. Het was de hippietijd, dus ook vroeg begonnen met jointjes te roken en zo. Ik woonde samen met mijn vriend, een gitarist, in een kamer van het appartement van een kennis in de Zuidstraat. Wij hadden niks, geen verwarming, geen badkamer, ons salon was een deken op de grond en een sinaasappelkist. Om maar te zeggen dat je ook van je jeugd kunt genieten zonder luxe. Mijn moeder is er eens op bezoek geweest en werd er prompt depressief van."

"Wij rebelleerden, we zouden ons plan wel trekken. Zelfs zonder diploma. Werk was er genoeg: in een schoenwinkel, bij een traiteur, in een stoffenzaak. Mijn eerste optreden was in de rue des Bouchers." Kleins stem wordt zacht bij de herinnering. "Op de stoep met mijn ogen dicht. En toen ik mijn ogen weer opende, stonden er vijf, zes mensen te luisteren. Een ongelooflijk wauw-gevoel. C'est l'école de la vie, hein. Heel leerrijk - en de occasionele klets om de oren hoort erbij."

Dedain
Klein trok haar lessen uit die 'school van het leven'. Haar sociale betrokkenheid is dan ook groot. Niet onbelangrijk in Brussel, waar armoede op veel plekken de realiteit van alledag is.

"Vreselijk hoe politici van het Vlaams Belang en zelfs van al die andere partijen de migranten en illegalen behandelen met dedain. Je moet verdomme kl... aan je lijf hebben om je land te verlaten en opnieuw te beginnen in een land waar ze je taal niet spreken, waar de mensen anders denken, anders leven. Daar zou een menselijk beleid voor moeten komen, op wereldvlak. Maar neen, profiteren van die mensen en ze dan dumpen. Angola, Nigeria: daar worden dagelijks miljoenen liters olie bovengehaald en de mensen zijn er ik weet niet hoe arm."

"Toevallig heb ik een aantal Joodse vrienden, die aangesloten zijn bij de Union des Progressistes Juifs de Belgique. Progressief, met een gezonde houding tegenover het conflict in Palestina. Gisteren hebben ze me gebeld om te helpen bij de opvang van een dertigtal illegalen uit Punjab, die onderweg naar Londen in Brussel waren gestrand. Ze maakten deel uit van een groep van honderd tachtig illegalen, die bij een razzia administratief waren aangehouden. Die Indiërs hokten samen, zowat twintig man per kamertje. Na enkele uren zijn ze weer vrijgelaten. Niet wetende waar naartoe, zijn ze uiteindelijk in het park van Vorst gaan slapen, waar enkele omwonenden hun dekens hebben bezorgd."

"Ik ben bij de UPJB langsgeweest, met de bedoeling te koken voor die mensen. Bleek dat ze al genoeg te eten hadden, met dank aan een vegetarisch restaurant. In plaats van koken werd het voor mij dekens wassen in een nabijgelegen wasserette, omdat enkele van die mensen besmet waren met schurft."

"We leven in een maatschappij die egoïstisch is, waarin alles rond individualisme lijkt te draaien. Nooit gedacht dat ik het ooit moeilijk zou hebben met de maatschappij. Ik hoor het mijn grootouders nog zeggen: 'Alles is veranderd, waar zijn ze nu weer mee bezig?' Meer en meer betrap ik me op vergelijkbare gedachten."

Onderwijs
"Het Brussel dat ik kende in mijn jeugd, was een uit de kluiten gewassen dorp. Het gebeurde in mijn puberteit dan ook af en toe dat ik naar Amsterdam of Londen ging om mijn jeugdige driften bot te vieren. Niet dat ik het slecht vond in Brussel, integendeel. Het was overigens een veilige stad, je kon er gerust 's nachts alleen op straat rondlopen, ook als meisje."

"De buurt van de Haachtsesteenweg, waar ik naar het Lycée Émile Max ging, dat is echt Klein Turkije geworden. Geen erg: de multiculturele injectie die Brussel heeft gekregen, is formidabel. Heel veel mensen van verschillende komaf hebben hier op een kleine lap grond contact met elkaar, of ten minste toch kans tot contact. Zowel voor de mensen die naar hier zijn gekomen als voor de mensen die hier al waren, is een heel nieuwe wereld opengegaan. Je kunt omzeggens de halve aardbol rondreizen in een week tijd, zonder ook maar een voet buiten Brussel te zetten. Ik kom bovendien graag in contact met les couches différentes de la société en dat kan hier wanneer ik maar wil. Ook de kans om verschillende talen spreken, vind ik heel aangenaam. Dat alles schenkt Brussel je op een presenteerblaadje."

"Brussel is mijn stad, hé. Dat is als familie, er kwaad over spreken geeft me het gevoel mezelf te verraden. Maar net omdat ik zoveel van Brussel hou, doet het me pijn dat er dingen mislopen. Bijvoorbeeld dat Brussel vrouwonvriendelijk is geworden. Meisjes worden hier lastiggevallen, meestal door jongens uit de immigratie. Ik kon mij vroeger als meisje vrijelijk door de stad bewegen. Was je wat frivoler dan de rest, dan kreeg je misschien wel een reputatie, maar agressief gedrag, zomaar, dat was er niet bij. Ik heb niets tegen de immigratie, integendeel. Supertof vind ik het en ik ben heel blij dat ik door contact met mensen uit de immigratie boeken van Arabische schrijvers ben gaan lezen en naar Arabische muziek ben gaan luisteren. Maar iedereen in goede orde laten samenleven is toch zo moeilijk. Daarom zou er in de eerste plaats veel meer in het onderwijs geïnvesteerd moeten worden. In meertalig onderwijs. Want onderwijs is hét draagvlak van een goed functionerende maatschappij. Helaas is het niveau van het onderwijs in Brussel er echt op achteruitgegaan. Ik heb een vriend die lesgeeft in het enseignement à discrimination positive. Op bezoek in een andere afdeling van het beroepsonderwijs stelde hij vast dat ze daar amper lesmateriaal hebben. Een tang en twee draden, daar moeten ze het bij wijze van spreken mee stellen. En op school, daar begint de cultuur, hé. Natuurlijk moet er geld voor theater en cultuur zijn, maar cultuur begint bij het begin van het leven. Nu is de politiek helaas niet genoeg bezig om die verschillende culturen harmonieus te laten samenleven. En dat is allemaal koren op de molen van extreem rechts."

"Wat me ook tegen de borst stuit, is dat het centrum zo vuil is geworden, onverzorgd, zelfs soms een beetje gevaarlijk. Zeker de onmiddellijke omgeving van de Beurs, want aan de overkant van de Anspachlaan is het allemaal nog te doen. Jarenlang ben ik niet weg te slaan geweest uit het centrum, nu kom ik er amper meer. Matonge: tien jaar geleden vond ik het daar schitterend, nu krijg je me daar met geen stokken meer naartoe. Verloederd, vol drugs, met een onaangename sfeer. Maar gelukkig heeft Brussel nog meer dan genoeg om je aan op te trekken. De natuur die je overal nabij voelt. Niet alleen door de aanwezigheid van het Zoniënwoud en de parken, maar ook doordat er nog zoveel tuinen zijn. Je ziet Brussel links en rechts opleven. Het nieuwe Flagey bijvoorbeeld: heel tof. Alleen met de fonteinen hebben ze het nog een beetje moeilijk: die zijn al twee keer in gang geschoten terwijl de markt er stond. Kinderziekten."

Pro Bruxsel
Een hart voor Brussel dus, en daarom sluit Dani Klein zich aan bij Pro Bruxsel, een nieuwe politieke partij, de enige tweetalige van het land.

"Wij willen dat Brussel als een volwaardige regio wordt behandeld. Zo kan het niet verder, we moeten iets doen; de Brusselaar moet zelf over zijn toekomst kunnen beslissen. Want de afhankelijkheid die er nu is, creëert een opbod. Neem nu de goedkope tramabonnementen van de Vlaamse Gemeenschap voor Vlaamse studenten, terwijl de Franstalige studenten in de kou blijven staan. Dat de Vlamingen zo manifest tonen dat ze geld hebben, begint zo'n beetje indécent te worden: 'Zie eens wat wij kunnen en jullie niet.' Ik sta altijd aan de kant van les opprimés, de verdrukten: als de Vlamingen slecht behandeld worden door de Franstaligen, dan sta ik aan de kant van de Vlamingen - en omgekeerd. Ik voel mij een echte Brusseles, en ik vind nu dat het genoeg is geweest. Iedereeen heeft hier een identiteitskaart waarop staat dat hij Frans- dan wel Nederlandstalig is. Je kunt er niet voor kiezen Brusselaar te zijn. Dat is toch te gek om los te lopen."

"En dan kun je zagen en klagen, maar op een gegeven moment moet je echt iets concreets doen. Levert het iets op, des te beter; levert het niets op, dan heb ik ten minste toch een gerust geweten."

"Voor de dingen die we in Brussel willen verwezenlijken, hebben we geld nodig. Veel geld. Het zou dan ook niet meer dan eerlijk zijn als de mensen die hier hun kost komen verdienen, ten minste een deel van hun belastingen aan het Gewest zouden betalen. Iedereen die hier zijn geld komt verdienen en het op een ander gaat opdoen, dat kunnen wij toch niet blijven dragen. Er moet dus een beetje een revolutie komen, een zachte revolutie, geen gewelddadige. Une révolution de la mentalité, om de mensen te leren anders te gaan nadenken."

"Als ik zie hoe de communautaire tegenstellingen de klok rond gevoed worden, dan loop ik de muren op. Tvbrussel en Télé Bruxelles, die zouden samen moeten werken. Amnesty International heeft een Franstalig bureau en een Nederlandstalig. Dat is allemaal toch geldverspilling, dat dubbele. En dan gaan ze wel zeggen hoe de mensen in Myanmar behandeld moeten worden. Hallo!? Het is en blijft een beetje een surrealistisch, absurd land zoals de dingen hier gaan. Daar kan op termijn niets goeds van komen. Dat politieke opportunisme is een ramp. De mensen zouden eens met z'n allen moeten zeggen: 'Als dit blijft duren, betalen we onze belastingen niet meer.'"

Een deken om te overleven
"Ik ben gehecht aan mensen, niet aan materiële dingen. Helemaal niet. Ik hoef me daarvoor ook niet te forceren. Mijn moeder was zo niet, mijn vader ook niet. Ik heb ooit een plaat gemaakt onder de naam Purple Prose met andere muzikanten dan die met wie ik doorgaans werk. Ik heb daar zelfs geen exemplaar van en dat is een plaat die je nog amper kunt vinden. Ik denk dat ik, als mijn huis plots in de fik zou schieten, iets praktisch mee zou nemen. Een deken bijvoorbeeld, om geen kou te hebben. Of mijn lievelingsbroek, -trui of -schoenen."

"Ik zou morgen zó kunnen verhuizen, geen enkel probleem. Wat ik heel belangrijk vind in een huis of een appartement, is het licht. We hebben in ons landje al zo weinig licht. Daarom woon ik zo graag in dit huis. Maar als het echt moest, dan zou ik het ook met minder kunnen stellen."

"Mijn ouders zijn in een jaar tijd gestorven. Mijn moeder in oktober vorig jaar, mijn vader in maart. Ik ben enig kind. Ik heb hun appartement moeten leegmaken. Mijn vader had heel veel platen, die ga ik natuurlijk niet weggeven. Maar voor de rest... ik geef alles weg. De dingen die ik belangrijk vind, heb ik allemaal in mijn hoofd, ik hoef ze niet ook nog eens in handen te hebben. En ik heb me nooit gelukkiger gevoeld omdat - ik zal het maar lelijk zeggen - met mijn kont in een dure zetel zat in plaats van in een goedkope."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Watermaal-Bosvoorde , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni