Wonen in Brussel: Omer Mommaerts (76)
Sociaal engagement bracht Omer Mommaerts en zijn vrouw naar Brussel. "Ik ben van Vilvoorde, Maria van Peutie, toen nog een onafhankelijke gemeente. Allebei waren we actief geweest bij de kajotters, zoals dat heette. Kort na ons huwelijk besloten we naar Brussel op te schuiven. Omdat we van mening waren dat we hier het beste werk konden maken van ons sociaal engagement. Een idealistische beslissing dus, ook al wisten we dat Vlamingen hier sterk in de minderheid waren."
"We hebben eerst vier jaar in Molenbeek gewoond, maar doordat we nogal vlug kinderen hadden, werd het daar te klein. Zo zijn we terechtgekomen in een sociale woning in Ganshoren. Het complex Les Villas de Ganshoren, vrij vertaald op z'n Brussels: de Lusthuizen van Ganshoren. Daar hebben we dertig jaar gewoond, tot onze drie dochters en onze zoon hun vleugels begonnen uit te slaan en we naar Brussel-stad zijn verhuisd."
"Kiezen voor het centrum leek ons een mooie uitdaging. Ik had mijn auto van de hand gedaan en midden in de stad kun je makkelijk zonder. We zijn hier met ons gat in de boter gevallen. De appartementen zijn nog zo goed als nieuw, de straat is verkeersvrij, we hebben een tuintje, je hebt hier al de geneugten van het centrum in nog geen vijf minuten te voet hiervandaan."
Pluralistisch
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan: lang heeft het niet geduurd of Mommaerts is zich ook in de Anneessenswijk, waar hij nu al een tiental jaar woont, beginnen te engageren. "Ik besef maar al te best dat ik niet naïef moet zijn, maar toch geloof ik in de maakbaarheid van de maatschappij. Ik streef het na, vertrekkend vanuit mijn christelijke wortels - de arbeidersbeweging -, maar met een open blik naar de anderen, als een brugfiguur. Daarom ben ik ook steeds voorstander geweest van een gemeenschappelijk vakbondsfront; niet voor niets draag ik bij betogingen en manifestaties een rood-groen sjaaltje."
"Nu goed, een mens moet ook kunnen relativeren. Bij mijn familie moet ik niet de revolutionair uithangen. Daar ben ik gewoon iemand van de familie. Als ik me helemaal zou laten opslorpen door mijn engagement, dan denk ik dat ik mezelf zou verliezen. Daarom wil ik, wanneer het kan, genieten van de mensen die ik graag zie, mijn tuintje, de stad. Een beetje kuieren met mijn vrouw, een crème eten op de Grote Markt, mezelf in de Cirio trakteren op een goede half-en-half, een concertje of een film meepikken. Daarvoor is de stad ideaal en voor mij is het voldoende compensatie voor mijn drukke sociale bezigheden. Al foetert Maria dikwijls dat ik me nog te veel op de hals haal."
Buurtwinkel
Mommaerts' wijkengagement begon bij de vzw De Buurtwinkel, die haar lokaal op het Anneessensplein heeft en gegroeid is vanuit de Bijstandskerk. "Ik ben er een beetje ingeluisd. Toen we hier kwamen wonen, was ik nogal actief betrokken bij Brussels Gekleurd, een tweetalige vzw die zowel allochtone als Vlaamse en Franstalige verenigingen groepeert en die links en rechts in Brussel activiteiten organiseert om culturen te laten samenwerken. Ik wist dat er ook hier op Anneessens zulke feesten waren en dat De Buurtwinkel die mee organiseerde. Ik weet het nog goed: ik kwam op een vergadering binnengewaaid en stelde me voor als een inwoner van de wijk. Net wat ze zochten, want iedereen die daar zat, woonde elders. Daarop heb ik me geëngageerd om er andere bewoners bij te betrekken en na een tijd heeft Thierry Goossens mij gevraagd of ik voorzitter van de raad van bestuur wilde worden. Met, vergoelijkend: 'Die raad van bestuur komt maar een keer om de twee maanden samen.' Niet te veel werk, dus. Maar - ik had het kunnen weten - de realiteit was anders; ondertussen steek ik er enorm veel tijd in. Maar ik doe het doodgraag en het houdt - zoals u zegt - een mens jong. Al wordt het bij tijd en wijlen toch wat veel." En dat is niet verwonderlijk, de activiteiten van De Buurtwinkel gaan nu eenmaal breed. "Een jaarlijks vast programma is er niet, maar dat is juist het boeiende. Het is flexibel, steeds in beweging, net zoals Brussel altijd in beweging is. In de eerste plaats organiseren we een laagdrempelig onthaal. Twee of drie dagen per week kunnen mensen bij ons terecht voor een bakje troost, of voor advies, waarbij we mensen proberen door te verwijzen. Ook organiseren we activiteiten rond de leefbaarheid van de wijk. Netheidacties, een bloemenactie, een feest... Dingen waarbij we de mensen die naar dat onthaal komen, actief proberen te betrekken. Ook willen we een brug zijn naar de andere organisaties die in de wijk actief zijn. Dat zijn er zo'n dertigtal, meestal Franstalige. Wat als voordeel heeft dat, als er iets tweetalig moet gebeuren, men dikwijls bij De Buurtwinkel terechtkomt."
"En, een laatste functie is werken rond wat ik de paraplu van participatie noem. Allerminst makkelijk, omdat er hier zoveel passage is. Bijna een vijfde van de zowat negenduizend inwoners is passant, en dan nog meestal voor een heel beperkte tijd. Toch blijven we mensen zoeken die hun steentje willen bijdragen en over organisatietalent beschikken."
Wijkcontract
De rol van 'brug' heeft de vzw ook gespeeld in het wijkcontract. Het tweede wijkcontract alweer, dat er mede door de contacten van de bewonersdelegatie met het stadsbestuur is gekomen. "Omdat er veel klachten waren dat het hier allemaal niet vooruit ging, hebben we een enquête georganiseerd. Daarop hebben we - de resultaten in de hand - burgemeester Thielemans, die toen net voor het eerst was verkozen, uitgenodigd voor een wandeling door de wijk. Hij was toen zo onder de indruk dat hij zei: 'Van nu af aan moeten jullie elke maand met een bewonersdelegatie naar mijn kabinetschef komen.' Met de politiek van laat-maar-waaien, die hier lang gevoerd is, is het onder Thielemans duidelijk gedaan. Nu is het maar te hopen dat hij genoeg belangstelling blijft hebben voor het sociale en dat hij zich niet verliest in het organiseren van feesten, happenings, kerstmarkten en dergelijke."
"Het eerste wijkcontract, van het begin van de jaren 1990, was een mislukking, maar het tweede heeft - ondanks de storende bureaucratische rompslomp - wezenlijke verbeteringen gebracht. Nu, vier jaar later, begin je de eerste resultaten te zien. Er zullen zowat 85 betaalbare wooneenheden bijkomen, straten zijn vernieuwd, er is door onteigening een eind gemaakt aan de leegstand in de Maagdenstraat, waar een Turkse eigenaar aan speculatie deed. Ook is er een gemeenschapshuis gezet, op de hoek van de Pottenbakkers- en de Gierstraat, het Huis van het Wijkcontract. Dan is er nog Project X: het opknappen van appartementen die niet beantwoordden aan de Wooncode. Dat waren er zo'n achthonderd. Een deel daarvan zal nu gerenoveerd worden met geld van het wijkcontract en in ruil daarvoor hebben de eigenaars toegestemd negen jaar lang de huurprijs niet te verhogen."
"Een laatste luik, waar wij van De Buurtwinkel op stonden: het gemeenschapsleven aanwakkeren, de participatie van de bewoners verbeteren, ook in hun relatie met de overheid. Bewoners in Beweging/Les Habitants Ça Bouge, heet het. De verantwoordelijke daarvoor die vier jaar lang door het wijkcontract betaald is, wordt nu deeltijds betaald door het OCMW. Een overwinning, want als Nederlandstalige vereniging iets lospeuteren is niet evident."
"Over de relatie met de politie hebben we ook geen reden tot klagen. Maar de veiligheid als dusdanig, een van de heikele punten van de wijk, blijft een probleem, hoewel er een merkbare verbetering is. Vooral na valavond en het in het weekend durft het mis te lopen. Een probleem daarbij is dat je 's nachts alleen een beroep kunt doen op de federale politie en dan nog alleen voor dringende gevallen. Die mannen kennen de wijk niet, ze gaan soms driest te werk, met veelal het omgekeerde effect. Maar grote criminaliteit gepleegd door de bewoners zelf? Die is er volgens mij én volgens de politie niet. Maar ja, je hebt de hangjongeren; gasten van andere buurten komen hier drugs verhandelen; zowat vijftien procent van de bewoners staat hier niet ingeschreven; je hebt de homobuurt rond Anneessens. Een broeinest, waardoor er van alles kan mislopen. Ik denk dat het een van de grote verdiensten van de plaatselijke verenigingen is dat het niet erger is. Maar van een zichtbare verbetering kun je helaas moeilijk spreken. En dat krijg je ook niet verkocht."
Zonder papieren
11.11.11, Christenen voor het Socialisme, het Congres van de Brusselse Vlamingen, de Conversatietafels in De Markten, de KWB, de vakbond. Als er in Brussel iets in beweging gezet moet worden, is Mommaerts er als de kippen bij - altijd geweest.
Nog zo'n stokpaardje: acties voor de mensen zonder papieren. "Die bekommernis is er gekomen toen ik nog in Ganshoren woonde. We hebben toen anderhalf jaar lang een uitgeprocedeerde asielzoeker onderdak verschaft bij ons thuis. Carlos, een Nigeriaan, die verloofd was met een Belgische. Door allerhande acties, en ondanks de onwil van de OCMW-voorzitter, hebben we met allerlei omwegen onze slag thuis gehaald. Carlos woont nu met zijn Belgische vrouw en hun twee kinderen als volwaardige burger in ons land. Het heeft me gemotiveerd om te blijven werken voor mensen zonder papieren, omdat ik heb ondervonden dat actie, met een beetje geluk, wel degelijk iets kan opbrengen."
"Ook bij de acties in de Begijnhofkerk ben ik betrokken. Dat is gegroeid vanuit mijn engagement in de vakbond, het ACV. Binnen het ACV heb ik altijd gezegd: de vakbond moet er ook zijn voor de mensen zonder papieren. Moeilijk te verkopen aan de top, want het ligt niet goed bij de arbeiders: 'Ze pakken ons werk af, ze pakken ons geld af.' Maar moeilijk gaat ook, en gelukkig zitten we hier in Brussel met een goede groep militanten. Bij de hongerstaking van een tijd geleden in de Begijnhofkerk hebben zodoende voor het eerst niet de advocaten de onderhandelingen gevoerd, maar wel de ACV-verbondssecretaris voor Brussel. Bovendien heeft de vakbond nu ook iemand vrijgesteld om rond mensen zonder papieren in Brussel te werken. Een groot resultaat."
Vier jaar geleden was Mommaerts betrokken bij een interessant experiment: de poging om een Sociaal Forum voor Brussel uit de grond te stampen. "Het bestond al internationaal en ook nationaal. Ik vond dat Brussel niet mocht achterblijven: alle mogelijke groepen van tegenbewegingen groeperen. Alweer heel pluralistisch. Het is spijtig genoeg niet blijven duren, maar het zou een enorme vooruitgang zijn dat alles wat leeft aan sociaal engagement, een gezamenlijke noemer zou krijgen. Zolang dat er niet komt, is er geen voldoende georganiseerd tegengewicht tegen alles wat de sociale rechtvaardigheid in gevaar brengt."
"Maar de versplintering, ook op andere vlakken, heeft één groot voordeel. Het maakt dat ons gewest niet te pakken is. Een geluk dat Brussel er nog is, nu het land zit opgescheept met de loopgravenoorlog tussen Vlaanderen en Wallonië. Als ze vat hadden op Brussel, dan had Vlaanderen allang de onafhankelijkheid uitgeroepen en het solidariteitsprincipe in de lappenmand gepierd."
De vrouw als motor
Omer Mommaerts moet amper nadenken als ik hem naar zijn favoriete voorwerp vraag. Hij wijst naar een tekening die achter mijn rug aan de muur van de eetkamer prijkt. Van een vrouw, die voorovergebogen met de handen in de grond grijpt. "Onze kinderen staan met een gezonde blik in de wereld. Johan, onze zoon en de oudste, is erg begaan met de natuur; mijn dochters Els, An en Marleen zijn niet alleen creatief, maar ook sociaal. Bij Els, die deze tekening heeft gemaakt, leeft die sociale betrokkenheid het meest. Ze is wel niet zo'n activist als ik dat ben, maar ze voelt goed aan wat er bij de mensen leeft."
"Ik heb haar niet gevraagd wat zij in die tekening ziet, ik zeg u alleen wat ik erin zie. Enerzijds het gebukt gaan onder iets, anderzijds de uitgesproken wil om het niet gelaten te ondergaan. Voor mij is het ook belangrijk dat het een vrouw is. In Congo, Guatemala, Cuba en Palestina heb ik geleerd dat in die ontwikkelingslanden de vrouw de motor tot verandering is. Dat zie je hier overigens ook in de Marokkaanse gemeenschap. Het is dus vanuit de vrouw dat het moet veranderen, maar tegelijkertijd is de vrouw ook genoeg met de grond verbonden - met handen en voeten - om te weten dat het allemaal niet uit de lucht komt vallen."
"Ook de eenvoud van de tekening spreekt me aan: om iets ten goede te veranderen, zijn er geen gecompliceerde dingen nodig. Een flinke dosis gezond verstand en doorzettingsvermogen zetten een mens al een heel eind op de goede weg. En als je dat dan nog eens kunt uitstralen naar anderen, dan sta je al ver. Ik hoor dikwijls: 'Je kunt het allemaal niet veranderen, het grootkapitaal vermag veel meer.' Dat is ook zo: objectief gezien zijn we aan de verliezende hand. Maar de toestand zou nog veel erger zijn als we ons zomaar lieten doen. Zelfs al weet ik dat ik verlies, ik win erbij en mijn omgeving ook. Want ik geef zin aan mijn leven. Als ik zie dat mijn dochter het zo kan uitdrukken, is dat de verdienste van haar leven. Ja, ze zouden die tekening gerust bij mijn kist mogen zetten." En dan, met de zoveelste lach: "Zoals ik het nu heb uitgelegd, heb ik het nog niet aan mijn dochter uitgelegd. Het wordt iets om een van de komende dagen werk van te maken."
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.