Wonen in Brussel: Willem Elias (57), doctor in de Wijsbegeerte

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
12/07/2008
"Eén centrale kern, waar zowat alles samenkomt, heeft Brussel niet. In tegenstelling tot de meeste andere steden. Wel negentien kernen, met elk hun sfeer. Een grote kwaliteit: ken je Brussel een beetje, dan kun je naar hartenlust kiezen, en zelfs voorspellen wie je waar tegen het lijf loopt en wie niet. Het omgekeerde geldt evengoed: je weet ook ongeveer waar je lekker anoniem kunt zijn." Willem Elias is doctor in de Wijsbegeerte en gewoon hoogleraar Agogische Wetenschappen aan de VUB.

'E en nieuwe Brusselaar', zo noemt professor Elias zichzelf het liefst. "Nieuwe Brusselaar staat in mijn ogen voor iemand die nergens anders zou willen wonen. Ik dus; voor mij is Brussel de enige stad van het land. Gent en Antwerpen zijn leuke plekken, zoals de Hollanders zeggen, maar het blijft allemaal toch regionaal, klein. Formidabel aan Brussel vind ik dat je de keuze hebt tussen groot en klein: het is een relatief grote stad, maar met heel veel kleine hoekjes. Zoals hier, het oude Sint-Pieters-Woluwe, gecombineerd met het oude Sint-Lambrechts-Woluwe: een dorp bijna. Drop iemand in deze buurt, doe hem zijn blinddoek af en hij zal onmogelijk kunnen raden dat hij in Brussel is."

"Zolang ik het me kan herinneren, heb ik Brussel gezien als dé stad. Als opdondertje van vijf kwam ik al geregeld met mijn vader van Aalst mee naar die grote, belangrijke metropool. Mijn vader was kunsthandelaar-antiquair en zo is het Vossenplein en omgeving al gauw een deel van mijn leefwereld geworden. Het Vossenplein is lang een formidabele jachtgrond geweest voor antiquairs, maar nu lokt het vooral toeristen."

Privétentoonstelling

Elias' stek is een huis uit het interbellum: een labyrint van kleine en grotere ruimten. Het Brussel waarvan hij zoveel houdt, maar dan in miniversie. "Als je het niet kent, dan kun je er inderdaad een beetje in verloren lopen. Ik heb het gevonden omdat ik per toeval deze straat had ontdekt. Het leent zich door zijn structuur tot uiteenlopende functies. Je hebt hoekjes en kantjes waar je kunt zitten zonder iemand anders in huis te storen. Hoewel - ik woon alleen, dus veel mensen kan ik niet storen."
"Het huis was eigendom van een firma die hier en in het belendende pand haar kantoren had. Na het faillissement hebben ze de twee huizen apart te koop gesteld. Het huis hiernaast paste bij de smaak van een doorsnee mens. Het was dan ook snel van de markt. Dit pand viel blijkbaar minder in de gratie, mede omdat er keuken noch badkamer was. Voor mij een goede zaak, want zo kon ik het mij veroorloven."
"Ik prijs me gelukkig met het multifunctionele, ik heb zelfs de luxe twee ruimten te kunnen vrijhouden voor het organiseren van tentoonstellingen, strikt privé. Een sociaal evenement in mijn huiskring: ik nodig een of meer kunstenaars uit om één dag iets te komen ophangen en geef dan ook een receptie. De helft van de gasten zijn dan vrienden van mij, de andere helft vrienden van de kunstenaar of kunstenaars. Je zou dat nog het best kunnen vergelijken met een huisconcert, maar ik hou meer van beeldende kunsten, ik heb te weinig geduld voor po­diumkunsten. Omdat het hier geen galerie is, maar een privéwoning, converseren de mensen spontaan met elkaar, ook mensen die elkaar niet kennen. Het is echt een sociaal gebeuren, terwijl op vernissages de genodigden alleen maar praten met bekenden en de artiest."
"Ik breng veel tijd thuis door, ik ben hier graag. Kennissen geven me soms de kritiek dat ik te weinig licht binnenlaat. Inderdaad, de muur van deze zitruimte zou ik kunnen uitslaan en zo de zithoek volledig open maken naar mijn tuintje. Maar ik doe het niet, ik vind het goed zoals het is. Ik hou van dat beslotene: voor mij is een huis een cocon, een tweede huid. Ik kijk ook liever op een kunstwerk uit dan op de tuin, ook al omdat ik dan niet zie dat mijn gras nooit wordt gemaaid. Het is nog echt een wilde tuin, ja. Onlangs heb ik gelezen dat het een ideale bio­toop is voor bepaalde diersoorten. Dus hoor ik bij die mensen die dat argument misbruiken om alles zo te laten. Maar er komt verandering in: het is nu eenmaal een te mooie ruimte om er niets mee aan te vangen. Zelf ga ik het niet doen, maar gelukkig heb ik vrienden die liever de handen uit de mouwen steken dan ik. Ik weet wel hoe het moet gebeuren - in mijn hoofd ben ik niet volledig onhandig -, maar op de een of andere manier spreekt handenarbeid mij niet aan."

Heremiet
Wat Elias ook niet echt aanspreekt, is deelnemen aan het sociale leven in zijn gemeente. "Je zou kunnen zeggen dat ik hier een beetje als een vreemde woon. Ik beperk me tot een vriendelijk goedendag tegen zes of zeven buren, voor de rest ben ik erg op mezelf. Misschien asociaal, maar het is nu eenmaal zo. Brussel gunt me dat ook, om een beetje als een heremiet te leven, de mensen nemen er geen aanstoot aan. In Dendermonde bijvoorbeeld zou dat niet aanvaard worden."
"Veel mis ik ook niet, denk ik: Sint-Pieters-Woluwe is, als puntje bij paaltje komt, een beetje een saaie gemeente. Bastion van de katholieke en conservatieve burgerij, niet meteen de boeiendste mensen in mijn ogen."
"Wat je hier wel hebt, is mooie natuur; die vijvers, het glooiende groen langs de Tervurenlaan: het is toch wel aangenaam om te gaan wandelen. Op het Sint-Lambertusplein, hier om de hoek, is de eerste zondag van de maand bovendien een interessante markt. Maar dat is al grondgebied Sint-Lambrechts-Woluwe. Het aanbod houdt het midden tussen Brol met een grote B en antiek met een kleine a. Zelfs de echte verzamelaars komen hier het aanbod keuren, al om vijf uur 's ochtends om de toeristen voor te zijn. Ik ga er weleens naartoe, maar alleen om de sfeer op te snuiven. Ik heb nu eenmaal genoeg antiek in mijn leven gezien, ik ben niet echt op zoek."
"Op de markt zie je het internationale van Brussel. Je hoort er tal van Europese talen, van Frans en Spaans tot Pools en Russisch. Elke zaterdag is er ook nog een voedingsmarkt, waar het 'betere product' de toon zet. Speciale kazen, speciale charcuterie."
"Ik heb de indruk dat Sint-Lambrechts iets actiever is dan Sint-Pieters. De Franstaligen hebben er een prachtig nieuw cultureel centrum geopend, recht tegenover het shoppingcenter. Het is zo gebouwd dat er een soort van plein is met restaurantjes en een boekenwinkel, Cook & Book, waar je kunt eten tussen de boeken. Nog een bonus is de aanwezigheid van Rob, het betere warenhuis, waar ik op mijn sletsen naartoe kan. Peperduur, maar kwaliteit om u tegen te zegen."
"Toch is het geen toeval dat ik voor Sint-Pieters-Woluwe heb gekozen, weinig opwindend als de gemeente mag zijn. Ik zocht een plek dicht bij de VUB, vanwaar ik de stad niet in en uit hoefde om op mijn werk te geraken. Een luxe. Mijn Vlaamse collega's zitten gemiddeld drie uur per dag in de auto. In die drie uur heb ik al heel wat werk verzet, en in tien minuten ben ik op de VUB. En wat kan het mij schelen dat het hier saai is: ik sta na acht uur 's avonds meteen in het centrum van de stad. Wat ik hier wel mis, is een aantal cafés waarvan je zegt: 'Het is elf uur, ik ga nog iets drinken voor ik onder de wol kruip.' Nee, dus. Om tien uur 's avonds is het hier dood."

Stad leren kennen
Aan de VUB stoomt Willem Elias studenten klaar voor een carrière als agogen in de sociaal-culturele sector. "De VUB is een instituut dat me na aan het hart ligt. Ik vind het dan ook spijtig dat ze voor Etterbeek als locatie gekozen hebben. Ze hadden al hun activiteiten in Jette moeten onderbrengen: makkelijker te bereiken voor de Vlamingen. Je moet de angst van de Vlaming voor Brussel echt niet onderschatten. Het Frans, het verkeer dat niet simpel is,... In Jette had de campus ook dichter bij het centrum gelegen en was de drempel voor de studenten kleiner geweest. Nu blijven ze te makkelijk op en om de campus hangen. Het percentage dat echt deelneemt aan het sociale en het culturele leven, blijft klein. Te klein. Het openbaar vervoer helpt er ook al niet aan. Er zou een soort van dag-en-nachtbus moeten zijn, rechtstreeks naar het centrum, 24 uur op 24."

"Ik probeer mijn studenten wel degelijk warm te maken voor de stad. Zo nemen we de eerste of de tweede week van het academiejaar deel aan een toer met Brukselbinnenstebuiten. Meestal met het sociale aspect van de stad als thema. Zo hebben ze toch al snel die kant van Brussel gezien. Binnen het kader van oefeningen werken we ook samen met een organisatie die in Kuregem zit. Dan hoeven mijn studenten niet meer naar Afrika om Afrika te zien. Theorielessen geven over migratie en de migranten: allemaal goed en wel, maar als je dat eens niet van dichtbij gezien hebt, dan blijft het theorie. Hun eerste reac­tie? Ze weten niet wat ze zien, hé. Gelukkig maar dat ze een goede opleiding vooraf hebben gehad, en dat ze echt met mensen willen werken. Ze staan open voor werken in sociale probleemwijken. Mijn studenten organiseren daar in Kuregem al in het eerste jaar een echt wijkfeest, met lokale muziekgroepen van migranten."

Eén burgemeester

Elias schenkt nog wat parelende van Reims bij en bekent in één moeite door dat ook zijn sociaal leven nogal sterk rond de VUB draait. "Ik ben er in 1969 beginnen te studeren, nu ben ik er al achttien jaar prof. De VUB zit echt wel in mijn hart en mijn ziel. Ik ben ook de vader van het KultuurKaffee, dat ik in 1981 samen met een aantal anderen heb opgericht. Ondertussen zijn er nog twee cafés bijgekomen op de campus, met een leuk terras. Je hoeft dus niet telkens ver weg te gaan om gezellig een deftige pint te kunnen drinken. Dat de collega's vaak ook vrienden zijn, is ook al niet te onderschatten, net als het feit dat veel van die VUB'ers van Brussel hun stad hebben gemaakt. Onder hen nogal wat van mijn oud-studenten. Ik kan onmogelijk in de Dansaertbuurt rondlopen zonder op z'n minst één oud-student tegen te komen."
Toch staat Elias ook voor de rest van Brussel open. "Vooral de omgeving waar ik als kind kwam, blijft me aantrekken. Als ik een terrasje doe, dan is het meestal aan de Zavel. Die Zavel heeft toch een speciale sfeer, met zijn restaurantjes en de kunstplekken in de buurt. De musea, het PSK, mijn lievelingsrestaurant La Clef des Champs. Maar ook Flagey, waar ik lang op kot heb gezeten, is een blijver. Vooral nu je er het formidabele media- en cultuurcentrum in het prachtig gerestaureerde oude radiogebouw hebt. Het hartje van de stad - het Quartier Latin zoals de Vlamingen zeggen, le Quartier Flamand voor de Walen - is dan weer een mooie, levendige kern: kleinschalig, maar toch met het gevoel van de grote stad."
"Ook op cultureel vlak, wat toch een beetje mijn job is, blijft Brussel boeien. Het aanbod aan musea en podia is formidabel. Brussel heeft daarenboven altijd wel iets nieuws te bieden, op alle vlakken."

Ook het anarchisme, en het gezonde gebrek aan respect voor regeltjes allerhande, hebben Elias altijd aangesproken. Maar die nonchalance heeft ook zo haar nadelen. "Veel plekken liggen er nog steeds verwaarloosd bij. Stadskankers die de ogen uitsteken. Het begint te beteren, maar er gebeurt nog te weinig om de stad helemaal op te smukken, en mooie bestaande panden die nog gered kunnen worden, te restaureren. Op sommige plaatsen zou alleen al een likje verf wonderen doen."
"Een ander negatief punt - maar ik durf er niet goed over te spreken, omdat je dan snel in een racistisch discours dreigt te verzeilen - is dat er te veel migrantenwijken zijn waar de werkloosheid is geïnstitutionaliseerd. Met alle negatieve bijeffecten van dien. Een soort menselijk stort dat te makkelijk wordt aanvaard, en door de overheid te laks wordt benaderd. Daar zou toch meer ondersteuning moeten komen: voor mij is een mens een mens. Van welke stad, rang of afkomst ook."
"Het zijn tekortkomingen die mijns inziens in de hand worden gewerkt door die logge structuur van de negentien gemeenten. Waarom kan het niet zoals in Parijs: een opdeling in arrondissementen, en met één burgemeester? Als één burgemeester Parijs kan besturen, waar meer mensen wonen dan in heel België, dan moet ook één burgemeester Brussel wel kunnen besturen, me dunkt. Als je het mij vraagt, mag Brussel zelfs een soort Washington DC worden, voor heel Europa. Nu is het al een beetje een eiland, ik zou het niet erg vinden als het nog wat verder zou gaan. Ik ben geen anti-Belg, maar ik zou er geen moeite mee hebben mocht Brussel met België niets meer te maken hebben. Zoals het nu gaat, vind ik het jammer dat Vlaanderen Brussel te veel laat vallen. Dat is bijvoorbeeld een van de problemen van de VUB: de politici zijn niet meer geïnteresseerd in de VUB."

Kunst en antiek
Vanuit de centrale zithoek heb ik uitzicht op de keuken en een deel van de tentoonstellingsruimte. Een keuken ter grootte van een deftige woonruimte, met een gasfornuis om u tegen te zeggen. Is dat de kok in Willem Elias die spreekt? "Daarin moet ik je ontgoochelen. Ik heb de keuken zo ingericht omdat ik graag vrienden uitnodig om hier te komen koken. Zelf ben ik niet echt een held met pot en pan."
Links, rechts, voor me, achter me, overal zie ik kunst. Hedendaagse kunst, Afrikaanse maskers. Hier en daar een antiek meubel ook. Zelfs de twee kruisbeeldjes in de keuken zijn kunst. "Kijk goed en je ziet dat Christus zich verstopt achter het kruis. Het is een werk van Frank Mahieu. Het tweede kruis is oud smeedwerk. Het hangt niet boven de schouw, want het heeft geen symbolische waarde."

"Mijn liefde voor mooie voorwerpen en kunst heb ik van mijn vader. Het maakt onlosmakelijk deel uit van wie ik ben. Ik hou ook van design, maar wat dat betreft, volstaan voor mij de stoelen van deze zitruimte. Als ik verhuis, dan zijn de dingen die aan mijn muur hangen, het eerste wat ik mis. Het zijn ook dingen die ik voortdurend van plaats wissel."
Ik word vooral gecharmeerd door een klein houten Afrikaans beeldje, op zwarte metalen standaard. Expressief, verweerd. "Dat komt van een eilandengroep die naast Afrika ligt en waar de Bidjogo-stam leeft. Voor mij betekent Afrikaanse kunst mijn jeugd. Mijn vader was een van de eerste kunsthistorici in België die Afrikaanse kunst volgde en die er ook een handel in heeft opgezet. Ik ken al die stammen bij naam, vader heeft me dat geleerd. Het geeft me een kijk op een soort esthetiek die een grote invloed heeft gehad op de hedendaagse kunst. Maar om er nu één stuk uit te kiezen? Nee. Wel gaat mijn voorkeur uit naar wilde maskers. Agressiever, minden uitgesproken figuratief dan wat normaal met die kunstvorm wordt geassocieerd."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Pieters-Woluwe , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni