Gisteren speelde de Brusselse mestizoband Jaune Toujours alle dertien tracks uit het nieuwe album Vertigo in een uitverkochte AB Club. Extra blazers en distortion waren op maat van de duizelingwekkende tijdsgeest. Muzikale artillerie blijft voor de bonte bende van zanger-accordeonist Piet Maris het doelmatigste tegengif voor een soms pijnlijke realiteit.
Ivan Put
Op weg naar de AB Club, waar Jaune Toujours zes jaar na de release van voorganger Europeana gisteren een nieuwe plaat lanceerde, passeerden we de veelkleurige affiches van de nieuwe Manu Chao-plaat Viva tu. Op die manier probeert ook die eeuwig jonge rebel bottom-up het straatbeeld weer in te nemen. Ter plaatse kregen we te horen dat Piet Maris de Brusselse Manu Chao is. De frontman, een kleine tien jaar jonger dan zijn beroemde tegenhanger, richtte Jaune Toujours in 1993 op in het zog van succesvolle mestizobands als Mano Negra en Les Négresses Vertes, dat net aan zijn afscheidstournee begonnen is. Zwart, groen … geel. Een kleur meer aan het firmament van bands die een charmante urban mix nastreefden van ska, dub, latin, punk, balkanmuziek en nog zoveel andere bastaardgenres: wie kon daar iets op tegen hebben?
De officiële uitleg voor de groepsnaam luidt anders, maar in een recent filmpje op zijn socials legt Maris uit dat hij de interpretatie verkiest die een fan hem ooit influisterde: dat geel, dat staat toch voor de kleur die in het midden van de Belgische vlag de twee gemeenschappen bij elkaar houdt? En dus zit meertaligheid en diversiteit ingebakken in de band. Met een accordeon in plaats van gitaren en een muur van blazers om de energie nog wat op te poken werden hete maatschappelijke hangijzers nooit uit de weg gegaan. Op Vertigo evenmin, zo bleek in een gezellig gevulde zaal met fans, die “zelfs vanuit Ieper - Respect!” op een woensdagavond naar Brussel waren afgezakt. “Het heeft bloed, zweet, tranen en een coronacrisis gekost,” zei de frontman voor hij met ‘Changement du plan’ het concert inzette: “On bougera ensemble ou on ne bougera pas!”
Als je het systeem wil veranderen moet je niet alleen op de nagels blijven kloppen van de problemen die er zijn, je moet tegelijk ook een beetje zachtheid of poëzie brengen. Dát geeft mensen hoop
We horen Maris zingen over plastic in onze zeeën én in ons systeem. “We mogen tegenwoordig haast alle soorten plactic in de PMD-zak stoppen, de trieste waarheid is dat veel daarvan niet kan gerecycleerd worden,” had hij ons eerder die dag al uitgelegd. “De verwerking kost vaak zoveel energie dat ze allesbehalve ecobewust is, om nog te zwijgen over het afval dat we exporteren naar derdewereldlanden. Zijn er dan geen slimmere productieprocessen die ervoor zorgen dat we niet met zo’n gigant van een verpakkingsindustrie zitten? Ik vind het intriest dat Vlaanderen het pandsysteem op leeggoed weer op de lange baan heeft geschoven, terwijl alle onderzoek uitwijst dat dat geen goed idee is.”
Electorale schrik
En zo wordt er in haast elk nieuw nummer dat op Vertigo en in de AB de revue passeert wel een heikele maatschappelijke kwestie aangesneden. Dat we al die nieuwe niet oorlogen nodig hebben (‘Je suis ça va’) of dat we hoorndol worden van al die informatie die ons naar het hoofd wordt gegooid (‘Please don’t slam the doors’, ‘Vertigo’). Het concreetst wordt het in ‘Sans-papiers’. “Dat nummer ontstond na de hongerstaking in de Begijnhofkerk. Alleen electorale schrik zorgt er in dit land voor dat we de 100.000 sans-papiers, waarvan velen skills en/of diploma’s hebben, niet inzetten om onze tekorten op de arbeidsmarkt in te vullen. Dat komt dan vooral van partijen die op andere domeinen niet pragmatisch genoeg kunnen zijn. Als reactie daarop zeg ik: kom gerust naar Brussel, hier kun je nog ademen.”
De poppy single ‘Step on a crack’, waarvan in de AB de metalige percussie opvalt, probeert het engagement over generaties heen te tillen, altijd een werkpunt voor een band die al zo lang actief is: “Talking about the generations / Let’s just get beyond those nations / X Y Z generation, political polarization.” “We kunnen er niet omheen dat de wereld doorheen onze carrière veranderd is. In de jaren 1990 hadden we het gevoel dat we alleen maar vooruitgingen en waren we dus optimistischer. Maar zekerheden zijn beginnen afbrokkelen. Het neoliberalisme heeft er ingehakt. Ik ben niet cynisch of pessimistisch geworden, wel realistischer. Ik geloof nog altijd dat je, als je je met de juiste mensen omringt, de juiste keuzes kunt maken, op grote en kleine schaal, en dat dat de wereld sowieso een beetje vooruithelpt. Het is niet zomaar een druppel op een hete plaat. Maar als je het systeem wilt veranderen moet je niet alleen op de nagels blijven kloppen van de problemen die er zijn, je moet ook een beetje zachtheid of poëzie brengen. Dát geeft mensen hoop.”
Protestliedtraditie
Dat maatschappelijke engagement heeft altijd deel uitgemaakt van het DNA van Jaune Toujours. “Noem het een voortzetting van de protestliedtraditie, alleen proberen we dat op een feestelijke, verbindende manier, zonder de pretentie van de wereldverbeteraar,” zegt Maris. Die geëngageerde blik is in de muziekwereld een tijd niet erg hip geweest, beseft ook hij. “Bands werd afgeraden om zich uit te spreken, uit schrik of opportunisme. Men vreesde anders niet aan de bak te komen. Nu de posities scherper zijn en de nood hoger is, is dat gelukkig wat gekeerd. Ik herinner me een showcase in Duitsland, waar een band zich pro Palestina uitsprak, wetend dat dat het einde van hun carrière in Duitsland kon betekenen, omdat het daar wettelijk verboden is om ook maar iets te zeggen over de situatie. Inzien dat je eigen carrière minder belangrijk is dan wat er op wereldvlak op het spel staat: daar kan ik alleen maar respect voor hebben.”
Bands werden een tijdlang haast afgeraden om zich uit te spreken, uit pure schrik of opportunisme. Men vreesde anders niet aan de bak te komen. Nu de posities wat scherper zijn en de nood hoger is, is dat gelukkig wat gekeerd
‘Ici Bxl’, intussen zowat uitgegroeid tot lijflied, sloot de set van Jaune Toujours in de AB af. Hat mag dan nog steeds geen New York, Antwerpen of Parijs zijn, Maris woont, werkt en speelt nog steeds heel graag in Brussel. “In vergelijking met de ons omringende steden en landen vind ik dat we hier zachter, warmer en meer verwelkomend zijn, en daar ben ik heel blij om. Op politiek niveau is er wel veel marge voor verbetering. Ik vermoed dat men wel weet wat er moet gebeuren, maar dat men het gewoon niet durft.”
Intergenerationeel erfgoed
Na het concert treffen we Maris aan de uitgang aan. Hij lijkt er zich strategisch te hebben opgesteld om alsnog een boodschap of handtekening te kunnen zetten op de cd’s die de fans gekocht hebben aan de merch. Maar dat klopt blijkbaar niet. “Eerst kwam ik die tegen, dan die en dan die, en voor ik het wist stond ik hier,” klinkt het joviaal. Vijf minuten later zitten we met een ons onderweg toegestopte Jupiler in de backstage. Er is een afscheidskus voor blazer Vincent Heirman, die zijn trombone al op zijn rug heeft hangen en zijn trein moet halen. Met zijn 29 jaar was hij vandaag de jongste op het podium en het bewijs dat Jaune Toujours ook intern verjongt.
“Met enkele onderbrekingen zit ik nu toch al zo’n 8 jaar in de band,” klinkt het. “Hij had onze zoon kunnen zijn,” zegt Bart Maris, de trompet spelende broer van Piet en net als de kern van de band een vijftiger. “Ik vind het wel leuk dat het op die manier blijft leven, ook bij jongere generaties,” zegt Heirman, die het een opvallend gemengd publiek vond, en dus niet alleen generatiegenoten van de stichters. Piet Maris: “(Lacht) Als ‘instituut’ zijn we dat aan onze status verplicht. We gaan ons bij erfgoed aansluiten. Nee, serieus: ook trompettist Yamen Martini (de vijfde blazer die tijdens de bissen op het podium opdook en meewerkte aan Europeana, red.) is een mid-dertiger. Ik sprak trouwens net een aantal jongere fans die ons voor het eerst live zagen.”
Luisteren én dansen
Toch werd het voor de band het podium opmoest alsnog even chaud, al heeft het publiek daar weinig van gemerkt. Vooraf had Maris ons gezegd dat de effectpedalen die bij de opnames van Vertigo tot menig klankexperiment leidden, mee het podium opgingen. “Maar tijdens de soundcheck merkten we dat mijn Jimi Hendrix-achtige wahwahpedaal de hele zaal kon opblazen, dus heb ik het wijselijk niet gebruikt. We hadden de zwaar versterkte podiumomgeving duidelijk onderschat. Je ziet: ook een ‘instituut’ heeft nog een leer- en groeicurve.” Delaypedaal en stemvervormer werden wel gretig gebruikt, wat naast de opeengestapelde (en sporadisch solerende) blazers extra dynamiek in de set bracht.
Dat niet iedereen meteen aan het dansen sloeg, was ingecalculeerd. “Als we ons oude repertoire spelen, wordt het sneller een feestje. Nu zag ik de mensen echt luisteren, en eigenlijk vond ik dat heel mooi.” Uiteindelijk stond Maris tijdens de bissen alsnog te springen en werd er op ‘Içi BXL’ een zangstonde geïmproviseerd.
Onafhankelijk en constructief
Op nieuwe shows is het wachten tot het voorjaar. “Er is geen strak plan, we blijven heel indie. Nu bereiden we eerst de release in Frankrijk voor.” Die onafhankelijke attitude werd 25 jaar geleden geformaliseerd door het artiestencollectief Choux de Bruxelles op te richten. “Ik ben blij dat we dat DIY-pad hebben gevolgd, met eigen label en publishing. Ik kan mij echt niet voorstellen hoe het is om als jonge muzikant nu te moeten beginnen. Het lijkt alleen moeilijker geworden. Ook Iedereen herkent het stresserende gevoel dat je kan bekruipen als je die duizelingwekkende mallemolen van info uit je tv, je radio en, vooral, je telefoon ziet komen.” Je mag Vertigo dan ook beschouwen als een oproep om je niet te laten overmannen door “le monde si grand qu'il donne le vertige.” “Overeind blijven en een constructieve plaats proberen in te nemen is de boodschap.”
Jaune Toujours, gezien op 2/10 in de Ancienne Belgique. Vertigo is uit op Choux de Bruxelles
Lees meer over: Muziek , Jaune Toujours , Piet Maris