Met pianist Wajdi Riahi programmeert het Walden Festival een van de grote talenten van de Brusselse jazz en de Tunesische diaspora. Hij stelt er samen met zijn trio Essia voor, een album waarin hij jazz versnijdt met geluiden uit zijn moederland. “De afstand tussen Tunesië en mijn nieuwe thuis maakt mijn muziek extra nostalgisch.”
Wajdi Riahi
Na Mhamdeya, zijn eerbetoon aan de buurt in Tunis waar hij opgroeide, is Essia een hommage aan de moeder van Wajdi Riahi. Die bleef na zijn vertrek naar Brussel, nu zowat zes jaar geleden, achter in Tunis. Een verhuis zat er sowieso aan te komen, als hij tenminste zijn jazzdroom wilde najagen. Op de nieuwe track 'Agree, hypocrite or leave' haalt hij er de wijze woorden van de Tunesische filosoof Ibn Khaldun bij. “Hij zei dat je soms niet veel keuze hebt: ofwel accepteer je een situatie, ofwel ben je hypocriet, ofwel ben je weg. Op een gegeven moment volgde ik in mijn land alles wat er op politiek en cultureel vlak gebeurde. Maar dat begon me hoe langer hoe meer te stresseren. Ik wilde niet langer hypocriet zijn en ben vertrokken.”
In Brussel gaat het hem na een uitdagende start voor de wind. Hij excelleerde aan het Brussels Conservatorium onder mentor Éric Legnini, won de Dinant Jazz-contest en was een van de gastmuzikanten op Aka Moons 30e verjaardagsconcert. Intussen bracht hij twee albums uit met zijn eigen trio en speelt hij in een dozijn groepen. “Eigenlijk zeg ik ja op elk voorstel. Ik kleur het palet van andere muzikanten graag mee in. Deel uitmaken van andermans muzikale vocabularium is voor mij een verrijking. Ik pas me altijd aan, en speel dus anders bij Stéphane Galland dan in het gezelschap van Pierre Hurty, de drummer van mijn eigen trio.”
Toen jazz na de Jasmijnrevolutie via YouTube beschikbaar werd, was het alsof ik toegang kreeg tot iets wat me op het lijf geschreven was
Riahi stond twee jaar geleden al eens op het Walden Festival. Hij was een van de jonge muzikanten van het Orchestre des Jeunes de la Méditerranée (OJM) dat Fabrizio Cassol voor zijn Medinea-project had samengesteld. “Heel leuk was dat, ook omdat we met zoveel op de scène stonden. Ik herinner me dat we toen recht van het Festival d'Aix-en-Provence kwamen.” Door klassieke muziek en jazz te programmeren, zoals op een popfestival – met verschillende podia en in de buitenlucht –, wil Walden de beleving van klassieke muziek (en jazz) opentrekken naar een jonger publiek. “Alle manieren om een festivalprogramma samen te stellen, zijn goed voor mij,” zegt Riahi. “Ik vond het concept van Walden fijn, omdat je ook als muzikant de tijd had om zelf wat rond te kuieren tussen de verschillende podia. Het ritme ligt wat lager en de concerten duren niet zo lang, zodat je zelf ook andere artiesten aan het werk kan zien. Op andere festivals, die wat hectischer zijn, komt dat er vaak niet van.”
De huidige alomtegenwoordigheid van Riahi komt niet uit het niets. Op zijn vierde al volgde hij het spoor van zijn oudere broer naar de plaatselijke muziekschool. Hij bleef achteraan in de klas zitten, want was nog te jong om zich officieel in te schrijven. Dat nam niet weg dat hij alles wat er werd verteld als een spons in zich opnam. “Ik was altijd de jongste van de klas.”
Toen eind 2010 – hij was vijftien – de Jasmijnrevolutie uitbrak, ontdekte hij zijn levensdoel. “Door de dictatuur was internet lange tijd ingeperkt geweest. Er was bijvoorbeeld geen YouTube. Dat vond het regime veel te gevaarlijk, omdat het de ogen van de bevolking zou kunnen openen. Daardoor ontdekte ik jazz pas in mijn late tienerjaren. Het was alsof een kraantje, dat tijdens de dictatuur altijd afgesloten was geweest, plots openging en het water rijkelijk begon te stromen. Plots kreeg ik toegang tot een genre dat me op het lijf geschreven was.” Hij belandde bij de Jazz Club de Tunis. Toen hij er zijn professoren hoorde spelen, wist hij dat hij die muziek ook zelf wilde maken. “De vrijheid sprak me enorm aan. Na mijn bachelor in de musicologie ben ik vertrokken.” En nu maakt hij deel uit van de Tunesische jazzdiaspora.
Van zijn eerste trip naar België kan hij zich haast elk detail nog herinneren. “Na mijn eerste piano-examen had ik een beurs gekregen voor een zomerstage aan het AKDT in Libramont. Ik had nog nooit een vliegtuig genomen, was zelfs nog nooit in het buitenland geweest. Je kan je inbeelden wat voor indruk dat allemaal op me maakte.” Daarna was het lang wachten op een studentenvisum. “Toen het zover was, belandde mijn diploma van het Institut supérieur de Musicologie de Tunis in een schuif die ik sindsdien niet meer heb opengetrokken.”
Basile Rahola, de contrabassist van zijn trio, die hij al ontmoet had in zijn thuisland, stond hem hier op te wachten. Al was het in het begin zwaar, met overdag lessen aan het conservatorium en 's nachts een job aan de receptie van een jeugdherberg in de buurt van Clemenceau. “Alleen 's avonds kon ik enkele uurtjes slapen, 's ochtends dronk ik straffe koffie. Mijn familie kon me financieel niet ondersteunen, en ik wilde autonoom zijn. Tot ik geld kon verdienen met mijn muziek, moest ik het op die manier doen.”
Pianist Éric Legnini werd in die begindagen zijn mentor aan het Brusselse conservatorium. “Telkens als ik iemand leerde kennen, leek een nieuwe deur zich te openen. Het fijne was dat er geen verwachtingen aan gekoppeld werden.” Dankbaarheid gaat niet alleen uit naar Éric, Stéphane, Fabrizio en co, maar ook naar bijvoorbeeld Jazz Station, waar zijn trio in coronatijden mocht repeteren voor zijn albumrelease.
Essia werd opgenomen in La Buissonne, een gereputeerde Franse studio waar ook Legnini, Brad Mehldau en vele ECM-giganten hun albums inblikten. De plaat opent met geluiden van de medina in Tunis, waar hij vroeger elke dag passeerde op weg naar de muziekschool. “Ja, de afstand met mijn geboorteland maakt mijn muziek nostalgischer.” Daarnaast valt de trance-achtige stambeli-muziek op. “Ze wordt in mijn geboorteland bij mensen thuis begeleid door een meester of mâalem. Het is een stijl met roots in Marokko en met een eigen vocabularium. In tegenstelling tot dat van de jazz kreeg ik dit wel met de paplepel mee.” Misschien geholpen door zijn eigen verhaal slaagt Riahi erin om deze Noord-Afrikaanse ritmes op een organische en gracieuze manier te verweven met complexere jazztexturen.
“In Tunis zal het nu goed 35 graden zijn,” klinkt het als afscheid, terwijl hij zijn paraplu klaar houdt voor de plensbui van buiten. “Ik mis vooral mijn familie, mijn jeugdvrienden en de stranden. Maar net omdat ik hier zo makkelijk vrienden heb kunnen maken, sta ik er niet te veel bij stil. Zelfs van jullie grappen ben ik gaan houden. In Tunesië zouden we jullie humor niet noodzakelijk begrijpen, maar ik vind het een verrijking om nu zowel met Belgische als met Tunesische moppen te kunnen lachen.”
Essia is uit bij Fresh Sound New Talent; Wajdi Riahi Trio staat op 14/7 op het Walden Festival (13 & 14/7) in de tuin naast het Museum voor Natuurwetenschappen, waldenfestival.be
Lees meer over: Muziek , Events & Festivals