De Brussels Black Angels draaien al dertig jaar mee aan de top van de Belgische Americanfootballscene. Ze wonnen in die periode twee nationale titels en waren acht keer verliezend finalist, maar ze bouwden vooral een uitstekende reputatie op.
American Football: Brussels Black Angels vieren hun dertigste verjaardag
Ik kwam tegenover twee beren van venten te staan die me zeiden dat ik er moest invliegen,” zegt hoofdcoach Cyrille Bouron (48), al 24 jaar actief binnen de club. “Dat was mijn eerste kennismaking met American football. Daarvoor had ik rugby gespeeld in Frankrijk, maar in Brussel besliste ik op het voorstel van een vriend in te gaan en deze sport eens uit te proberen. Ik ben erin gegroeid, heb het tot 2005 zelf gespeeld en ben dan coach geworden bij de juniors. Dit seizoen ben ik de hoofdcoach van onze eerste ploeg.”
Bouron sloot in het begin van de jaren negentig aan bij de club die als de Waterloo All Stars was begonnen, in 1987. Na passages langs Vorst, Ukkel en Sint-Lambrechts-Woluwe kwamen ze een tiental jaar geleden in Anderlecht terecht. Ze trainen er vandaag op de sportvelden in de Vogelzangwijk en werken hun wedstrijden af in het Jesse Owensstadion. “Aanvankelijk heetten we de Brussels Angels, maar toen we van statuut moesten veranderen, werd beslist om er iets aan toe te voegen. Iets sterks. Onze toenmalige voorzitter dacht eerst aan de Dark Angels, maar dat vonden we niet zo goed. Dus werd het Black Angels. Ook onze uitrusting kreeg die kleur, veel beter dan het lelijke groen waarin we vroeger speelden.”
“Ik herinner me dat ik hier in mijn beginjaren een volledig seizoen heb afgewerkt met zestien spelers. En toch hebben we toen de play-offs gehaald. Dat was zeer zwaar, want normaal gezien heb je een offenceploeg van elf spelers, een defenceploeg van elf spelers, en special teams van telkens elf spelers. Vandaag zijn we met veel meer. Op training is er gemiddeld 35 tot 40 man.”
De spelersgroep is vooral Brussels getint, maar er lopen ook wel wat buitenlanders rond. Uiteraard hoort daar regelmatig een Amerikaan bij, maar het blijkt niet altijd evident te zijn om hen op het veld te krijgen. “We hebben zeer goede Amerikaanse coaches gehad, maar eveneens slechte Amerikaanse spelers. Sommige van die gasten hebben de sport tijdens hun jeugd gespeeld en komen hier aan met het idee dat ze de man zijn. Maar dat is zeker niet altijd het geval.”
“Het aantal buitenlanders per ploeg is gelimiteerd. We hebben nu een Braziliaan die op een goed niveau heeft gespeeld in zijn thuisland. Die mannen krijgen een teken op hun helm zodat ze herkend worden. Dat is een regel om te voorkomen dat je een buslading sterke buitenlanders in een ploeg dropt.”
Barbarians
De club evolueerde niet alleen naar meer spelers, ze bouwde ook jeugdploegen uit. De Black Angels hebben vandaag behalve een eerste ploeg ook cadetten en juniors. Vanaf dit seizoen zullen de cadetten hun wedstrijden net voor die van de eerste ploeg afwerken. Mede dankzij de uitbouw van de jeugdwerking is het niveau de hoogte in gegaan. “We zijn altijd bij de betere clubs van het land geweest. Vaak probeerden andere clubs ons te imiteren. In sommige periodes was de ene of de andere club de sterkste, en kwamen wij daar meestal net achter. Helaas hebben we heel wat finales verloren.”
“Wij worden gezien als de ploeg met de beste verdediging. We hebben de afgelopen dertig jaar meer dan zevenhonderd spelers en trainers gehad, maar toch is dat altijd zo geweest. Alsof het telkens wordt doorgegeven. We hebben altijd mannen in onze rangen gehad die wat zot zijn en zonder angst spelen (lacht).”
De Black Angels moeten ook elk seizoen afrekenen met de Brussels Tigers uit Schaarbeek. Twee ploegen uit dezelfde stad leidt meestal tot spanningen, en dat is in het American football niet anders. “Er is een rivaliteit met de Tigers, dat klopt. Ik weet niet hoe dat komt, het is er gewoon. Ook de Pirates uit Oostende moeten niets van ons hebben. Die rivaliteit met de Tigers werkt trouwens in de twee richtingen. Je bent voor de ene of voor de andere. Vergelijk het met Anderlecht en Standard in het voetbal. Al is er geen sprake van vechtpartijen of dergelijke dingen.”
Spelers van beide clubs staan regelmatig schouder aan schouder om de Belgische kleuren te verdedigen. De Belgian Barbarians werden een paar jaar geleden opgericht en zijn aan een sterke opmars bezig. Bouron verwachtte er veel van, en zijn verwachtingen komen uit. “Een van onze spelers is al vertrokken naar een Finse club en ik merk dat er steeds meer buitenlandse ploegen naar onze spelers komen kijken. Ook op de Belgische markt beweegt er iets. Er hebben zich zelfs al Franse spelers bij ons aangeboden.”
Hall of Fame
De dertigjarige wordt - als alles goed gaat - in september gevierd met een groot feest, waar sommige iconen van de club in de Hall of Fame opgenomen worden. Ze hopen dan opnieuw een landstitel te kunnen vieren. Vorig seizoen verloren ze die aan de Ostend Pirates, maar ze zijn vastberaden om hem te heroveren. “Dit seizoen zeggen we: we zijn het beu om het woord amateur te horen, zelfs al zijn we het. We willen tonen dat we professioneler zijn dan dat. Drie kinesitherapeuten erbij, van vier naar acht coaches voor de eerste ploeg, animatie en spelletjes rond onze wedstrijden om volk te lokken, we doen er echt alles voor. Onze omkadering wordt beter, en we hebben meer en meer partners die ons financieel steunen.”
“Sinds 2014 is het niveau van de ploeg gestegen. Jongeren groeien door en dit seizoen krijgen we er vier spelers bij die van andere Belgische clubs komen. Zij stelden duidelijk dat ze, indien ze geen club in het buitenland vonden, bij de Black Angels wilden spelen. Dat is dankzij onze reputatie. Die is altijd al goed geweest. We ontvangen iedereen met open armen en staan altijd voor elkaar klaar. Dat is een van onze krachten. En dat moet ons aan een nieuwe titel helpen, daar hebben we al de middelen voor in handen.”
Lees meer over: Anderlecht , Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.