Rugby BUC

Brussels University Club viert 50ste verjaardag

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
23/09/2015

Met hoogtes en laagtes, dat is het minste wat men kan zeggen over de geschiedenis van de Brussels University Club (BUC). Van een groep ‘feestvierders’ die vriend en vijand verbaasden tot het randje van de stopzetting, ze hebben het allemaal meegemaakt. Vandaag is het een familiale club met gezonde ambities, al houdt men nog steeds vast aan de waardes van het eerste uur.

“Onenigheid tussen studenten van de faculteiten Lichamelijke Opvoeding en Polytechniek van de ULB (Université Libre de Bruxelles) heeft tot het ontstaan van de BUC geleid,” vertelt Philippe Verzin (61), oudgediende van de club. “Aanvankelijk speelden ze samen onder de noemer ASUB (Association Sportive de l’Université de Bruxelles). Tot de ‘serieuze spelers’ zich wilden afscheiden van de ‘feestvierders’, die dan de BUC in het leven hebben geroepen.”

De scheiding zorgde voor een zekere rivaliteit tussen beide clubs en die is vandaag nog steeds aanwezig, zelfs al speelt ASUB in de hoogste regionen van de eerste divisie en is de BUC vandaag een stevige tweedeklasser. “We zingen nog wel eens over die rivaliteit. Ik ga niet in detail treden, maar het refrein van een van die liedjes luidt ‘et l’ASUB c’est du kaka(lacht). Maar dat is zeker niet slecht bedoeld, het is eerder folkloristisch. We ontmoeten nu nog regelmatig anciens van ASUB en dan lachen we er eens goed om.”

“Een van de verwijten die de spelers van de BUC indertijd hadden, was dat ASUB te veel op Engelsen en andere buitenlanders teerde. Zij wilden het met spelers van hier doen. De rivaliteit liet zich toen ook op school voelen. Zo was er blijkbaar een leraar lichamelijke opvoeding die sommige leerlingen benadeelde omdat ze bij de BUC speelden.”

De link die de club aanvankelijk met de universiteit had, doofde stilaan uit. De spelers studeerden af en gingen op zoek naar eigen sportinfrastructuur. En dan komt een goede relatie met politici goed van pas. “Een van onze oprichters was goed bevriend met Guy Cudell, toenmalig burgemeester van Sint-Joost-ten-Node. Zo zijn we in het Georges Pètrestadion beland. Dat staat op een domein dat een barones aan de gemeente heeft geschonken om jongeren een groene plek te bieden om te sporten. Het ligt in de gemeente Evere, maar is eigendom van Sint-Joost.”

Revanche op ASUB
Zij die aanzien werden als de feestvierders, haalden in 1973 uiteindelijk hun gram. De BUC pakte toen zowel de titel als de beker, tegen ASUB nota bene. “Dat mag je als een revanche zien, zeker. De club had in die tijd verschillende goede spelers rondlopen en een voormalige bondsvoorzitter als trainer. Zelfs al kan je het rugbyniveau van die tijd niet vergelijken met dat wat vandaag in België wordt gehaald, het is toch een mooie prestatie. Het zijn tot vandaag de twee enige prijzen van de club, behalve de titel van 2011 in de tweede divisie.”

“Ik heb zelf nog even met die succesvolle generatie gespeeld. Toevallig, eigenlijk. Ik stond naar een wedstrijd te kijken en toen mijn broer zich blesseerde, mocht ik invallen. De jaren erna is de club er eigenlijk steeds meer op achteruitgegaan. Had je vijftig ploegen in België, dan waren wij wellicht nummer 49. We amuseerden ons, dat wel, maar toch. Ik herinner me dat we begin jaren 1980 met een tiental spelers zijn samengekomen en ons de vraag hebben gesteld of we zouden voortdoen of stoppen. Gelukkig hebben we doorgezet.”

Het is tijdens de jaren 1980 dat de BUC zijn toekomst veilig heeft gesteld. Tot dan toe bestond de club enkel uit ploegen die voor het plezier samen speelden, zonder echte structuur. Dankzij de oprichting van een jeugdschool werden die ploegen ook regelmatig gevoed en kon de club groeien. “Het is zelfs zo dat we met onze 350 à 400 spelers nu in de Belgische top tien zitten qua aantal leden.”

“Het bewijs van dat succes zie je ook bij onze eerste ploeg, die voor zowat de helft uit jeugdspelers bestaat. Zij promoveerden in 2011 naar de hoogste divisie, maar zakten na twee seizoenen weer. We hopen natuurlijk nog eens in eerste divisie te geraken.”

BUC OLDIES 2

De derde helft
De vijftigste verjaardag van de BUC wordt op zaterdag 26 september op en rond het veld van de club gevierd. Vanaf 9 uur ’s ochtends kunnen ouders en kinderen (ook niet-leden) zich inschrijven voor een tornooi touch rugby, dat omstreeks tien uur van start zal gaan. Vanaf 12 uur werken achtereenvolgens de U14, de U16 en de U19 hun competitiematch af. “Er zal ondertussen ook een veteranenmatch worden gespeeld,” vertelt Renaud Dekerck, speler en medeverantwoordelijke voor de communicatie. “We eindigen de dag feestelijk in de Proximus lounge, waar onder meer een diner wordt gehouden.”

Het verleden van de club zal zaterdag ongetwijfeld opgerakeld worden via allerlei verhalen. Zeker als de anciens langskomen. Zij lieten dergelijke festiviteiten lang links liggen, omdat er door het ontbreken van een jeugdopleiding een generatiekloof was ontstaan tussen de spelers van het eerste uur en hun opvolgers. Maar vandaag trekt iedereen aan hetzelfde zeel, en kijken ze samen vooruit.

“Vorig jaar hebben we de kop gespeeld in de tweede divisie, onze ambitie is dat te blijven doen en op termijn te promoveren. Over onze infrastructuur zijn we tevreden, we hebben ons eigen veld waar enkel wij en de Brussels Citizens (op woensdag) op spelen. Al zou een tweede veld zeker goed van pas komen.”

“Het sportieve is belangrijk voor ons, maar de spirit is dat evenzeer (zie kader). We zijn een familiale club en willen dat zo houden. En dat feestelijke karakter van de eerste dagen, dat is zeker nog aanwezig. Ik nodig iedereen uit om onze derde helft eens mee te maken, het is de moeite (lacht).”

---------------------

Ieder zijn ambitie

De Brussels University Club is niet de enige rugbyclub van de hoofdstad die dit jaar kaarsjes mag uitblazen. Bosvoorde Rugby Club bestaat dit jaar namelijk al 45 jaar. "Ik weet dat velen het zeggen, maar bij ons is het echt zo: we zijn een familiale club," stelt oudgediende Philippe Verzin. "Het resultaat is voor ons niet het allerbelangrijkste. Ook zaken als respect en een goede ingesteldheid zijn van groot belang. Als je goed speelt, zullen de resultaten wel volgen."

"Bij Bosvoorde vind je dat elitaire wel terug. Als een speler niet goed genoeg is, wordt die gewoonweg naar een andere club doorverwezen. Ze hebben genoeg spelers, ze kunnen dus selecteren. Indien je hun tests niet doorstaat, krijg je geen plaats. Dat is het grote verschil tussen onze clubs."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni