Chloe Henry ruilde gympak voor polsstok
"In Amerika deed ik al sinds mijn vierde aan gymnastiek op hoog niveau," vertelt Chloe Henry (24). "Toen mijn grootvader ernstig ziek werd, verhuisden we naar Brussel zodat mijn moeder voor hem kon zorgen. Ik was toen acht en had last met de aanpassing, ook op sportief vlak. In Amerika combineerde ik atletiek en gymnastiek; in België is sport anders gestructureerd en moest ik kiezen."
De keuze viel op artistieke gymnastiek, waarvoor Henry tijdens haar eerste jaren in België bij een gereputeerde club in Aarschot trainde. Later zocht ze clubs dichter bij huis op, maar ze stuitte overal op hetzelfde probleem: ze was top in België en daar was het soms eenzaam. "Het niveau is in Brussel al een tijdje hetzelfde, het gaat niet meer vooruit. Er is niet genoeg ondersteuning voor goede coaches en atleten. Ik was de beste van de club en had na afloop van de trainingen soms een onbevredigd gevoel. Ik voelde me soms tegengehouden."
Toch verzamelde Henry een knap palmares. Naast een Belgische titel in 2006 nam ze deel aan ettelijke Europese en wereldkampioenschappen. Samen met Aagje Vanwalleghem en Gaëlle Mys vormde ze het Belgische toptrio. Daarom besloot ze in 2006 gedeeltelijk te gaan trainen in de Topsporthal Vlaanderen in Gent. Dat had heel wat voeten in de aarde.
"Een hele kwestie, want ik maakte deel uit van de Franstalige gymnastiektak... Na lange gesprekken hebben ze me er toch toegelaten. Ondertussen trainen er wel meer Franstalige gymnasten in Gent. Het was overigens niet de eerste keer dat het communautaire een rol speelde in mijn carrière. In 2007 kreeg ik op het Belgisch kampioenschap nog voor de punten bekend waren felicitaties, ook van de trainers van mijn tegenstanders. En toch won de Vlaamse Mys, met 0.025 punt verschil. Artistieke gymnastiek is iets heel subjectiefs, en de beste prestatie wordt niet altijd als dusdanig gehonoreerd."
In Gent maakte de Brusselse vooruitgang: ze groeide er naar haar beste niveau. Maar net toen ze zich klaarmaakte voor het WK - de enige kans om zich te plaatsen voor de Spelen -, sloeg het noodlot toe. "Ik trainde aan de barre, kwam slecht neer en ontwrichtte mijn elleboog. Weg Olympische Spelen. Ik heb er nog alles aan gedaan om terug te keren, maar zonder de steun van de sportbonden voelde ik mijn motivatie wegebben."
Dromen van Londen
Na heel wat denkwerk en na lange gesprekken met haar familie besliste Henry dat ze een nieuwe uitdaging wou. Kennissen raadden haar polsstokspringen aan, wat toch niet meteen in het verlengde van gymnastiek ligt. "Nochtans komen de sporten op verschillende vlakken overeen. Je moet goed weten hoe je lichaam werkt, de nodige kracht hebben en mentaal sterk staan. Op een slechte dag lukt er weinig. De aanloop is het moeilijkste aspect van het polsstokspringen."
"Ik probeerde het uit bij atletiekclub RIAAC in Oudergem en was meteen overtuigd. En als ik iets doe, dan ga ik er voluit voor. Dus begon ik in 2008 dagelijks te pendelen naar Gent, waar de beste trainingsomstandigheden te vinden zijn in België."
Na amper vijf maanden trainen werd Henry al derde op het Belgisch kampioenschap. Sindsdien is ze zes keer vice-Belgisch kampioen geworden, zowel in- als outdoor. Af en toe trekt ze ook de landsgrenzen over om te gaan springen. "Onlangs heb ik mijn persoonlijke record scherper gesteld tot 4.11 meter, een centimetertje minder dan mijn grootste concurrente Fanny Smets. We trainen samen in Nederland, samen met de Nederlandse top. Ik woon daar nu tijdens de week. Zes dagen per week training, waarvan vier keer twee per dag."
Alsof dat nog niet genoeg is, werkt Henry ook nog een master Sportmanagement af aan de IE Business School. Op vier weken op de Madrileense campus na werkt ze die studie op afstand af. De balans tussen lichamelijke en intellectuele inspanningen is belangrijk voor Henry - ze haalde eerder al haar bachelor in de rechten en diploma's Angelsaksisch recht en sociale wetenschappen. Toch zal ze op een bepaald moment een keuze moeten maken, beseft ze. "Gelukkig heb ik ouders die me steunen, maar dit kan niet blijven duren. Als alles goed gaat, studeer ik in maart af, en dan is het tijd voor een keuze. Mijn zus is begonnen met het talentenagentschap Manashmint - misschien kan ik daar beginnen. Het ideaal zou zijn om mijn werk te combineren met sport op hoog niveau."
"Mijn volgende doelen? Belgisch kampioen worden, het minimum halen voor het EK (4.35 m), én uiteraard de Olympische Spelen. Dat blijft de grootste droom voor elke atleet. Dan moet ik voor juni of juli wel minstens 4.40 m springen om de B-limiet te halen, of tien centimeter meer voor de A-limiet, waarmee ik dan meteen zeker ben. Is het mogelijk om Londen te halen? Ja, want ik wil het. Ik geloof in mezelf en mijn coach zegt dat ik het talent heb. Wordt het gemakkelijk? Nee. Maar ik ga er voluit voor, en dan zien we wel."
Lees meer over: Sint-Lambrechts-Woluwe , Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.