Zowel Philippe Bormans (CEO Union), Thierry Dailly (voorzitter RWDM) als Michael Verschueren (sportief directeur RSC Anderlecht) gelooft in een voetbaltoekomst met drie ploegen uit de hoofdstad op het hoogste niveau. “Al zijn er met Union en RWDM eigenlijk maar twee écht Brusselse ploegen. We hebben nog altijd de sleutel niet gevonden om meer Brusselaars aan te trekken en daar moeten we dringend verandering in brengen,” klinkt Verschueren ambitieus.
| Philippe Bormans, CEO Union-Saint-Gilloise, Michael Verschueren, sportief directeur RSC Anderlecht, en Thierry Dailly, voorzitter RWDM.
"Je vais prendre un petit porto,” zegt RWDM-voorzitter Thierry Dailly met een guitige blik wanneer hij als eerste aanschuift in Brasserie Ploegmans in de Hoogstraat. Hij wordt in zijn keuze gevolgd door Michael Verschueren, sportief directeur van RSC Anderlecht. De heren hebben een slopende transferperiode achter de rug en dus mag de riem er even af.
Dat geldt ook voor Philippe Bormans, vandaag iets meer dan een jaar CEO van die andere Brusselse traditieclub Union. Maar de Limburger volgt de Bourgondiërs Dailly en Verschueren niet. Hij bestelt een glas water en verraadt zo een sobere levensstijl en andere afkomst. “Ge drinkt nu toch wel eentje mee zeker?” weten zijn collega’s hem uiteindelijk toch te overtuigen, terwijl ze enthousiast zijn glas inschenken.
"Als Union abonnementen verkoopt voor 80 euro, dan denk ik: 'Ja, geef ze dan gewoon weg'"
Het gesprek zou net zo goed een debat over nature en nurture kunnen zijn, want de Brusselse voetbalactualiteit laat zich tegenwoordig leiden door genen en omgeving. Nooit eerder speelde ‘het DNA van een club’ zo’n een belangrijke rol in de beslissingen van een clubbestuur. Zo haalde Anderlecht met speler-trainer Vincent Kompany zijn gedroomde uithangbord binnen en zit er met Fred Vanderbiest sinds twee weken weer een stevige brok Molenbeek op de bank bij RWDM.
“Ze noemen hem de Kompany van Molenbeek, maar we hebben ons niet laten inspireren door Anderlecht,” is Dailly duidelijk. “Een paar jaar geleden stelde ik Fred al de vraag om bij ons als trainer aan de slag te gaan, maar toen was de tijd er nog niet rijp voor. Voor alle duidelijkheid: op sportief vlak was er geen probleem met Drazen Brncic (de vorige coach, red.), maar we vonden dat de groep nood had aan een nieuwe, motiverende persoonlijkheid. Dat stond al vast voor de bekeruitschakeling tegen Dessel.
Dit jaar willen we in de competitie de eindronde halen en we hebben er vertrouwen in dat dat met hem zal lukken. De keuze voor Fred is logisch, omdat de supporters zich met hem kunnen identificeren. Hij ademt RWDM en daar hechten we veel belang aan, zeker als je een succescoach als Brncic moet opvolgen. In dat opzicht vind ik het ook fantastisch dat Kompany, een rasechte Brusselaar, terugkeert naar de club van zijn hart.”
Bij Anderlecht blijven ze na de tegenvallende seizoensstart (vijf punten uit zes wedstrijden, red.) de voetbalfilosofie van Kompany als een mantra herhalen. Zijn krediet lijkt eindeloos. “Vincent is de verpersoonlijking van een stijlbreuk met het verleden. Iedereen is er rotsvast van overtuigd dat dit project zal slagen. De steun is onvoorwaardelijk, no matter what,” zegt Verschueren. “We spelen momenteel mooi voetbal, maar halen geen punten. En toch blijven de supporters pal achter de ploeg staan.
Van toen ik acht was, ga ik naar Anderlecht kijken, daarvoor zat ik als klein ventje tussen de supporters in Molenbeek. In al die jaren maakte ik het nog nooit mee dat er na slechte resultaten nog applaus van de banken rolt. De komst van een wereldfiguur als Kompany ligt daar mee aan de basis van. Hij is een internationale ster die tegelijkertijd dicht bij de supporters staat en zo het geloof in de goede afloop voedt.”
Brusselse Entente
De recordkampioen rekent voor de wederopstanding op de eigen jeugd. In youth we trust is niet voor niets de leuze van de club. Maar Anderlecht kijkt ook naar beloftevolle spelers bij RWDM en stalt al eens jeugdproducten in Molenbeek om ervaring op te doen. “Kobe Cools is daar een goed voorbeeld van. Hij werd een jaar geleden gehuurd en kon zich bij ons verder ontwikkelen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen, want hij speelt nu Europees bij het Luxemburgse Dudelange,” legt Dailly uit.
“Slechts tien procent van onze fans komt uit Brussel, de overige supporters zitten verspreid over de rest van het land"
“Als Anderlecht wil, dan halen ze bij ons iedereen weg die ze willen. Sommige spelers wekken al interesse als ze zes jaar oud zijn. Dat is vroeg, en dan is een goede verstandhouding noodzakelijk om tot een akkoord te komen. En die is er, mede door een tussenpersoon als Daniel Renders (scout bij Anderlecht en ex-trainer RWDM, red.), die ook een coeur heeft voor Molenbeek.”
Beide clubs hebben er volgens Dailly trouwens baat bij om Brusselaars binnen te halen. “Mijn zoon speelt zelf bij Anderlecht,” zegt hij. “Die voelen zich hier thuis, de omgeving geeft hen de stabiliteit die ze nodig hebben. Er is ook geen aanpassingsperiode nodig die er wel is wanneer je pakweg een speler uit Charleroi laat overkomen.”
Een echte ‘entente Bruxelloise’, zoals Anderlecht-voorzitter Marc Coucke dat zelf een jaar geleden voor de camera van BRUZZ verwoordde, is er in ieder geval nog niet. Daarvoor wacht Union eerst nog een stevige inhaalbeweging. “Het zal nog een paar jaar duren vooraleer we professioneel jeugdvoetbal kunnen aanbieden. Pas dan kunnen we zien wat er mogelijk is, maar op dit moment staan we nergens,” is Bormans eerlijk.
Dailly ziet een samenwerking wel zitten. “We moeten er werk van maken en ook kleinere ploegen als Schaarbeek erbij betrekken. Dat zal het Brusselse jeugdvoetbal alleen maar vooruit stuwen.” Of ook Anderlecht in Union een gedroomde partner voor de toekomst ziet, laat Verschueren afhangen van de situatie. “De club heeft de capaciteiten om een stevige middenmotor te worden in eerste klasse. Dan ben je rechtstreekse concurrenten van elkaar en wordt het natuurlijk een ander verhaal.”
"De huidige formule van 1B is niet langer houdbaar. Acht clubs spelen soms zes keer tegen elkaar. Dat is bullshit"
Lotto Park
Met Zetterberg (assistent-trainer, red.) en Frank Arnesen (technisch directeur, red.) haalde Verschueren het afgelopen seizoen naast Kompany nog twee paars-witte legendes aan boord. Aanknopen met het glorieuze verleden is de boodschap, maar in schril contrast daarmee staat de breuk met de familie Vanden Stock. De verwijten tussen huidig voorzitter Coucke en zijn voorganger Roger Vanden Stock vliegen al een tijdje over en weer. En als klap op de vuurpijl werd het Vanden Stockstadion omgedoopt tot het Lotto Park.
“Ons stadion voldoet vandaag aan de eisen van 1A en 1B, maar daarmee is ook alles gezegd. We moeten de oefening maken om te zien wat er in de toekomst mogelijk is"
“Het is bijzonder jammer hoe dat gelopen is,” reageert Verschueren. “Wie Marc een beetje kent, weet dat hij behalve een harde zakenman vooral een gevoelsmens is. Hij was er echt niet goed van. De naamsverandering is een dubbeltje op zijn kant. Ik denk dat we het debat moeten opentrekken. Je kan de erkentelijkheid naar het verleden van een club op verschillende manieren vertalen. Het is een uitdaging waar we een gepast antwoord op moeten vinden. Een voorbeeld daarvan is dat je bij ons in de gangen van het stadion de borstbeelden van alle vorige voorzitters kan bewonderen.”
“In de volksmond blijft de geuzennaam van een stadion toch bestaan. In het hedendaagse voetbal wordt alles vermarkt. Supporters zullen dat ergens wel begrijpen. Het geld dat je ervoor krijgt kan het verschil maken om een speler aan te trekken,” pikt Bormans in. In de zoektocht naar extra middelen sluit ook Dailly een gesponsorde stadionnaam niet uit.
“Voetbal drijft op nostalgie en emotie, maar als er morgen iemand een bod doet, en de supporters staan ervoor open, waarom niet?” zegt hij. “Op termijn willen we met RWDM naar eerste klasse en daarvoor moet het budget fors naar omhoog. Ofwel met iemand als Tony Bloom (buitenlandse investeerder achter de club, red.), ofwel met een mecenas uit eigen land zoals Coucke bij Anderlecht.”
Verschueren: “Voetbal is money-driven. We helpen Vincent niet door hem bepaalde middelen niet te gunnen. En ja, dat gaat zo ver. Als je in een kleine liga speelt, dan moet je achter het geld aangaan. Anderlecht besteedde jaarlijks tien miljoen euro uit aan makelaars, onder mijn bewind is dat bedrag gehalveerd. Elke euro telt.”
Dailly knikt instemmend, maar maakt wel een kanttekening. “Het is wel vreemd dat een overheidsbedrijf als Lotto een club in een nationale competitie sponsort. Maar dat budgetten allesbepalend zijn geworden, is de harde realiteit. Als ik zie dat Union zijn abonnementen verkoopt voor 80 euro per persoon, dan denk ik bij mezelf: ‘Ja, geef ze dan gewoon weg.’ Ze kunnen dat alleen doen dankzij Bloom.”
Bormans merkt op dat dat een bewuste keuze is. “We willen de tickets betaalbaar houden om zoveel mogelijk volk te lokken. Zonder de injecties van Bloom zou dat inderdaad niet lukken. 1B is een financieel moeras, nog erger dan het kerkhof van de oude tweede klasse. We hebben de inkomsten van een club uit 1B, maar de kosten van een eersteklasser.
“Union heeft de capaciteiten om een stevige middenmotor te worden in eerste klasse. Dan ben je rechtstreekse concurrenten van elkaar en wordt het natuurlijk een ander verhaal”
Op deze manier knijpen we elkaar langzaam maar zeker dood.” Dailly vindt de huidige formule van 1B daarom niet langer houdbaar. “Acht clubs spelen soms zes keer tegen elkaar. Dat is bullshit. Het is tijd voor een hervorming.”
Union en RWDM dromen van eerste klasse, al twijfelen sporteconomen aan de haalbaarheid daarvan. “Onterecht,” zo vindt Verschueren. “Kijk naar andere Europese grootsteden als Londen en Barcelona, daar zijn ook meerdere clubs op het hoogste niveau aanwezig. Het zal de voetbalgemeenschap in onze hoofdstad alleen maar versterken.
Er zijn met RWDM en Union trouwens maar twee écht Brusselse ploegen,” geeft Verschueren toe. “Slechts tien procent van onze fans komt uit Brussel, de overige supporters zitten verspreid over de rest van het land. De schade zou relatief klein zijn, wat niet wil zeggen dat we niet meer Brusselaars willen aantrekken. Alleen hebben we de sleutel nog niet gevonden om dat te doen.”
Nieuw stadion
Voor het goedkoopste jaarabonnement betaal je bij Anderlecht 205 euro. Toch wil Verschueren de dure tickets niet inroepen als reden waarom zo weinig Brusselaars de weg vinden naar het Lotto Park. “Ja, het klopt dat sommige mensen misschien struikelen over de hoge prijzen, maar het stadion zit wel elke week vol.
Er is ook weinig verloop in de abonnementen, waardoor het niet eenvoudig is om ons als club lokaal te verankeren. De oplossing voor het probleem ligt voor een groot deel in de bouw van een nieuw stadion met meer zitplaatsen. Dat is noodzakelijk. Dan kunnen we zitjes goedkoper aanbieden en hopelijk een diverser publiek bereiken. Een fanshop in het midden van de stad kan daar ook bij helpen.”
“Voetbal drijft op nostalgie en emotie, maar als er morgen iemand een bod doet, en de supporters staan ervoor open, waarom niet?”
Met Eric Tomas (burgemeester van Anderlecht (PS), red.) zat er tijdens de competitiewedstrijd tegen Standard een opvallende gast in de tribune. Hij clashte in het verleden meermaals met voorzitter Coucke over een nieuwe paars-witte arena aan de vijvers van Neerpede.
“Nu de plannen voor de bouw van het Eurostadion in de prullenmand liggen, zijn de banden met de gemeente weer aangehaald,” zegt Verschueren. “Dat wil niet zeggen dat we een combinatie met een nationaal stadion uitsluiten, maar onze voorkeur gaat uit naar een eigen plek in de buurt van de huidige locatie. We zullen zelf voorstellen indienen in plaats van een beroep te doen op projectontwikkelaars.”
Union vernieuwde nog maar pas zijn thuishaven. Toch bestaat de kans dat de club ooit uit het Dudenpark wegtrekt. “Ons stadion voldoet vandaag aan de eisen van 1A en 1B, maar daarmee is ook alles gezegd. We moeten de oefening maken om te zien wat er in de toekomst mogelijk is. Zoals Bloom beloven dat Union zeker tot 2028 in het Joseph Marienstadion blijft, dat kan ik niet.”
Wie is Michael Verschueren?
- 49 jaar
- Zoon van Michel Verschueren, oud-sportief directeur van RSC Anderlecht
- Studeert econometrie aan de VUB
- Aandeelhouder bij RSC Anderlecht in 2010
- Sinds 2018 sportief directeur bij RSC Anderlecht
Wie is Thierry Dailly?
- 51 jaar
- 1993-1995: voetballer bij Union
- Begint zijn carrière naast het veld als manager bij toenmalig derdeklasser KSKL Ternat
- 2011-2012: manager bij FC Brussels
- In 2015 medeoprichter en manager van het nieuwe RWDM, waar hij in 2017 voorzitter wordt
- Duwt in 2018 de lijst van oud-burgemeester Schepmans (MR) bij de gemeenteraadsverkiezingen
Wie is Philippe Bormans?
- 31 jaar
- Studeert accounting aan PXL
- Fokt in zijn vrije tijd raspaarden
- Wordt op 26-jarige leeftijd CEO bij Sint-Truiden. Daarmee is hij de jongste CEO ooit in de Belgische eerste klasse
- In 2018 wordt hij CEO van Union
Lees meer over: Brussel , Sport , Philippe Bormans , Michael Verschueren , Thierry Dailly , RWDM , Union Saint-Gilloise , RSC Anderlecht
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.