Over een kleine twee weken is het zover. Op 31 mei staan om tien uur ‘s morgens zo’n slordige 80.000 lopersbenen te trappelen om aan de twintig kilometer door Brussel te beginnen. Deze week is een belangrijke week voor de deelnemers. Het is nu dat je je lichaam een laatste fameuze trainingsprikkel kan geven. Je laatste lange duurloop. Of je laatste afmattende intervaltraining. Dan genieten van een weekje relatieve rust om te knallen op de laatste zondag van mei.
Estafette: De grijze jaren van de 20 kilometer
Rust is nodig. Maar trop is te veel. Een ijzeren trainingswet zegt: stilstaan is achteruitgaan. Dat geldt zo voor atleten. Maar in vele gevallen ook voor de wedstrijden waaraan ze deelnemen. Evenementen die zichzelf niet vernieuwen zullen vroeg of laat ook roestvlekken vertonen.
De geschiedenis van de 20 km door Brussel leest als een sprookje. Bij de eerste editie in 1980 stonden er meteen 4.659 lopers aan de start aan de Esplanade van de Heizel. Jaar na jaar veranderde het evenement. Omlopen werden hertekend. Tijden werden scherper gesteld. Deelnemersrecords sneuvelden jaar na jaar.
Maar succes lijkt zijn verzadigingspunt te hebben bereikt. Waar is de tijd dat 35.000 borstnummers in enkele uren uitverkocht waren? Waar is de tijd dat de 20 km nog het grootste loopevenement van het land was? Voor het eerst in jaren kunnen late beslissers nog tot twee weken voor de wedstrijd inschrijven. En de titel van ‘de grootste’ verhuisde dit jaar van de parking naar ‘t stad. De 10 miles en de marathon verwelkomden in april meer dan 41.000 deelnemers aan de start. Zit er dan sleet op de magische formule van weleer?
Het parcours van de 20 km door Brussel is al enkele jaren onaangeroerd. De laatste wapenfeiten waren de start vervroegen naar tien uur – om de middagzon te ontlopen – en het optrekken van het aantal deelnemers naar 40.000 om toch maar de grootste te blijven. Aftellen gebeurt al jaren met de Bolero van Ravel. De Tervurenlaan is sinds mensenheugenis scherprechter in de laatste rechte lijn. Maar vooral: de 20 km is al jarenlang enkel de 20 kilometer. Eén wedstrijd en daarmee is de kous af. Lopers voor wie die afstand te hoog gegrepen is, hebben in Brussel niets te zoeken. Wie vijf of tien kilometer langs de mooiste monumenten van Brussel wil lopen moet er alleen op uit, of moeten we doorverwijzen naar het park van Laken voor de Ekiden of de 10 km van Brussel die onlangs voor het eerst georganiseerd werd.
De 20 km door Brussel is en blijft een prestigieuze wedstrijd. Haar initiële doelstelling, het promoten van onze hoofdstad, haalt ze nog steeds met verve. Hotelkamers zitten vol en ook straks staan er hoogstwaarschijnlijk weer meer dan honderd verschillende nationaliteiten aan de start. Toch blijft een groot potentieel onbenut. België surft ondertussen al op loopgolf nummer drie. Lopers worden om de oren geslagen met Colorruns, UrbanTrails en Spartacusruns. Van een geoliede machine als het SIBP, inrichter van de 20 km en het nieuwjaarsvuurwerk, mogen we meer verwachten. Het draaiboek ligt klaar. Het netwerk is er. Nu nog de goesting om iets nieuws te proberen.
De 20 km door Brussel heeft een traditie om te beschermen. Maar traditie en vernieuwing kunnen perfect naast elkaar bestaan. Over twee weken weerklinkt hoogstwaarschijnlijk nog eens de Bolero uit de speakers in het Jubelpark. Maar kent 2016 misschien een nieuwe melodie?
Bram Van de Velde is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.