Dit is het verhaal van de in Brugge geboren Walter Ganshof Van der Meersch, beroemd magistraat en verdienstelijk amateursporter. Na studies in Londen, Parijs en aan de ULB, legt hij in 1921 de eed af als advocaat aan de balie van Brussel en volgt hij stage bij de latere minister van Justitie Paul-Emile Janson, waarna hij snel carrière maakt.
Estafette: Een magistraat in de bobslee
In zijn vrije tijd bolt hij graag in krappe busjes van een berg naar beneden. Op de Olympische Winterspelen van 1928 in het Zwitserse Sankt-Moritz maakt hij deel uit van het Belgische bobsleeteam.
De Winterspelen van Sankt-Moritz zijn de eerste die niet in hetzelfde land als de Zomerspelen worden gehouden. Niet zo verwonderlijk, als je weet dat de Zomerspelen in Nederland worden georganiseerd. Maar ook in Sankt-Moritz is het weer niet optimaal. De föhn, de warme, droge wind aan de noordzijde van de Alpen, steekt de kop op en de regen valt met bakken uit de lucht. Enkele wedstrijden worden afgelast, andere worden uitgesteld naar een later tijdstip. De bobsleewedstrijden, oorspronkelijk voorzien voor 16 en 17 februari, worden verdaagd naar 18 februari.
Ganshof rijdt in een geïmproviseerd team met onder andere schermer Léon Tom en sprinter Max Houben. In de eerste manche kaapt het Belgische team de tweede plek weg, op korte afstand van de Amerikanen. Maar door een grote stuurfout in de tweede manche eindigt het Belgische team uiteindelijk op de zesde plek.
Toch moeten we deze prestatie niet met te veel wierook beladen. Het bobsleeën staat in Sankt-Moritz nog in de kinderschoenen. Ter illustratie: het goud gaat naar de Amerikaanse vijfmansbobslee, die door de slechts zestien jaar oude Billy Fiske naar de eerste plaats wordt gestuurd. Drie van zijn teamgenoten vond hij via een zoekertje in een Parijse krant. Geen van hen had ooit een bobslee vanbinnen of vanbuiten gezien.
In zijn carrière als magistraat blinkt Ganshof nog meer uit dan in de bobslee: In 1933 wordt Ganshof bevorderd tot procureur des Konings van Brussel. Janson, op dat moment minister van Justitie, wil absoluut de liberaal Ganshof aan het hoofd van het parket, ook al passeert hij daarmee andere magistraten.
In de jaren 1940 speelt Ganshof een cruciale rol in de Belgische politieke geschiedenis. Als in mei 1940 potentieel staatsgevaarlijke elementen worden aangehouden, krijgt Ganshof dat als auditeur-generaal op zijn bord. Door Vlaams-nationalisten wordt hij gezien als vijand omdat hij bij de Duitse inval potentieel ‘staatsgevaarlijke’ personen heeft laten aanhouden. Bij een incident op 1 juli 1940 krijgt hij daarvoor van Vlaams-nationalistisch volksvertegenwoordiger Edmond Van Dieren een kaakslag.
Tijdens de bezetting krijgt Ganshof problemen met de Duitsers, onder andere naar aanleiding van de aanhoudingen in mei 1940. Hij wordt uit zijn functie ontzet en samen met andere prominente magistraten aangehouden als gijzelaar. Ondertussen staat hij in contact met de Belgische regering in Londen, die hij allerlei inlichtingen verschaft over de situatie in het bezette land. In 1943 lukt het Ganshof Londen te bereiken, vanwaar hij aan besluitwetten werkt in verband met de Belgen die met de bezetter hebben gecollaboreerd. Als hoofd van het auditoraat-generaal geeft hij na de bevrijding leiding aan hun bestraffing. Opnieuw is hij kop van Jut voor de Vlaamse Beweging.
In de nadagen van zijn carrière waakt Ganshof als minister-resident in Belgisch-Congo over de regelmatigheid van de verkiezingen die door Lumumba worden gewonnen. En in 1976 moet hij als regeringscommissaris onderzoeken of de tweetaligheid aan de Schaarbeekse loketten wordt nageleefd.
Op 15 september 1993 geeft Ganshof de pijp aan Maarten. Hij wordt niet bijgezet in het familiemausoleum op het stedelijk kerkhof van Brugge, maar in een eigen graftombe in het Luxemburgse Tintange. Een groot magistraat en begenadigd bobsleeër is niet meer.
Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.