Op 4 augustus 2012 zwom de Amerikaan Michael Phelps zijn laatste olympische wedstrijd: de vier maal honderd meter wisselslag tijdens de Olympische Spelen in Londen. Phelps moest als derde zwemmer aan de bak. Na tweehonderd meter wedstrijd waren Phelps en co verwikkeld in een nek-aan-nek-race met Japan. Na een hectometer rugslag van Matt Grevers en evenveel schoolslag van Brandon Hansen tikken de Amerikanen als tweede de muur aan.
Estafette: Londense baantjes
Phelps heeft iets goed te maken tijdens zijn honderd meter. De grootste olympiër aller tijden doet wat van hem verwacht wordt: met verschroeiende halen gaat hij in de honderd meter vlinderslag op en over zijn Japanse concurrent. Tijdens de laatste twee lengtes crawl van landgenoot Nathan Adrian komt zijn achttiende olympische gouden medaille nooit meer in gevaar. Een stukje sportgeschiedenis.
Enkele weken geleden was ik zelf in dat Aquatics Centre. Tegenwoordig is het gewoon een publiek zwembad. Nou ja, gewoon zwembad. Het is nog steeds een Mekka voor wie van zwemmen houd. Ticketje kopen aan de kassa en iedereen kan Phelps achterna. De architectuur van het gebouw, van architecte Zaha Hadid, is zo mogelijk nog indrukwekkender dan de prestaties die er geleverd zijn. Achter de kassa zie je links het trainingsbad van 25 meter. Aan de rechterkant, achter een imposante raampartij, ligt het vijftigmeterbad met daarachter het bad voor het schoonspringen. De plek waar het allemaal om draait. Hier zou ik in de sporen van Phelps en co zwemmen.
Ik betaalde iets meer dan vier pond voor mijn ticketje. Eigenlijk vind ik dat veel te duur om wat baantjes te trekken, maar het is een prikje om in water te kunnen spetteren alwaar the world’s finest me voor zijn gegaan. Baan vier zou het worden. Ik had vooraf bewust nog eens het filmpje van de finale van de 4 X 100 meter wisselslag bekeken op YouTube. Zo was ik zeker dat ik de juiste baan zou uitpikken om mijn lengtes af te malen.
Al snel werd duidelijk dat ik niet over een olympische conditie beschik. Mijn armen voelden als lood en ik had plots poten als nat papier. Ik was bijgod starstruck. Van mijn melk door de geschiedenis van deze plek. En de opgeklopte heroïek die mijn kop eraan gaf, maakte dat mijn lijf enkel talent had voor baksteenslag. Mijn buurmannen en vrouwen leken minder aangedaan door het olympisch kader. Zij kliefden door het water als het spreekwoordelijk warm mes doorheen de bijhorende boter. De Spelen van Londen zitten er bijna vier jaar op, maar er zwemmen nog wat snelle visjes in deze vijver.
Een training om snel te vergeten, maar een voormiddag om te koesteren. Dat vat mijn bezoek aan het Aquatics Centre goed samen.
Het is mooi wat er op het voormalige Olympisch dorp aan het gebeuren is. Het Aquatics Centre is intussen een publiek zwembad. Wie wil kan zelfs een initiatie schoonspringen volgen van olympisch kampioen Tom Daley.
Ook de olympische wielerpiste is nog steeds in gebruik. Bradley Wiggins verpulverde er eerder dit jaar het werelduurrecord. Toen ik het Brits equivalent van het Gentse Kuipke bezocht probeerde een trosje Engelse jeugd elkaar er uit de wielen te rijden, onder het goedkeurend oog van de moeders en vaders in de tribune.
Aan het voormalig olympisch stadion wordt nog gewerkt. Dat krijgt een make-over om te dienen als nieuwe thuis voor voetbalclub West Ham United FC. Een voetbalstadion met een atletiekpiste en uitschuifbare tribunes nota bene. In Londen kan dat blijkbaar wel.
Bram Van de Velde is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.