Baskenland is een regio van vriendelijke inwoners, pintxos (lekkere tapas), gegrilde vis, zee, bergen, onafhankelijkheidsstrijders en zeker ook van vele sporten.
Estafette: Naar een roeiregatta op het kanaal
Er staat geen kerk in Baskenland of er is een pelotaveld naast aangelegd, voor liefhebbers van de variant van squash met onbegrijpelijke regels. In het ooit mondaine en op zijn minst nog steeds aantrekkelijke San Sebastián is heel de bevolking aan het joggen geslagen. Je zou voor minder, langs het schelpvormige strand van La Concha of het hippe Zurriola dat door surfers wordt ingepalmd.
Zelfs de fiets heeft Baskenland bereikt. Op zondagochtend wordt het zweet van veel Basken afgevoerd middels een zeemvel in de koersbroek: wellicht de invloed van Baskische wielrenners met ronkende achternamen zoals Txurruka of Intxausti.
In Bilbao hangt er aan ieder huis een poster, vlag of truitje van Athletic Bilbao, de voetbalclub die voornamelijk door Basken wordt bevolkt en onlangs Barcelona een pak voor de broek gaf in de finale van de Copa del Rey. Het Spaanse volkslied voor de wedstrijd werd overstemd door één langdurig fluitconcert van beide supporterclans.
Tijdens ons verblijf in San Sebastián eerder deze maand vonden de Baskische feesten plaats. Die gaan onder andere gepaard met een ciderfestival op de Plaza de la Constitución, waarop alle dorpen uit de nabije omgeving trots hun eigen brouwsel voorstellen, terwijl er even traditionele als onverstaanbare Baskische liederen worden gezongen.
Het hoogtepunt van de Baskische feesten is misschien wel de reeds 120 jaar oude roeiregatta op la Concha. Teams uit de regio met namen als Orio, Bermeo, Hondarribia en Donostia nemen het in een wedstrijd van drie mijl op tegen elkaar.
De roeiboten zelf bestaan uit dertien bemanningsleden: twaalf roeiers en één leider, die onophoudelijk luide kreten richting zijn manschappen lanceert, wellicht ter stimulering. De leider is hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor de bocht van 180 graden, die halfweg de race rond een boei op de bijwijlen wilde zee genomen wordt.
Het moet gezegd: de regatta brengt heel wat sfeer in de stad. De dagen voorafgaand aan de race kijken de Basken bewonderend naar het aan- en afrijden van boten en naar de trainingstochtjes van hun helden in de baai.
Wie niet in een lange jurk of met een baret op het hoofd is getooid, draagt op zondagochtend een outfit in felle gele, paarse, groene of blauwe kleren, vaak vergezeld van een vlag, die naar een van de teams verwijst.
De supporters van de verschillende teams nemen plaats op de Urgull- en Igueldobergen die het strand begrenzen, op tribunes langs de kustlijn of op catamarans in de zee. Ze jennen elkaar een beetje, maar gaan voornamelijk vriendschappelijk met elkaar om.
Ware ik een politicus, ik noemde de regatta van San Sebastián een good practice van gemeenschapsvorming en citymarketing.
Als het kanaal dan toch de nieuwe hippe buurt van Brussel moet worden, waarom wordt er dan geen regatta op georganiseerd? Op 8 mei, de feestdag van het Brussels Gewest, is het doorgaans warm genoeg voor een dergelijk evenement.
Het Brussels kanaal is misschien wat smalletjes voor een competitie met vier teams, maar een formule waarbij iedere boot afzonderlijk tegen de klok roeit, lijkt me haalbaar.
Iedere gemeente vaardigt een team af. Langs het kanaal schreeuwen inwoners van de negentien gemeentes hun team naar de overwinning. Kinderen krijgen ballonnen, ouders een Brussels bier toegestopt. En dan geeft een imponerend Molenbeek een sukkelend Ukkel het nakijken. Ik zie het al helemaal voor me.
Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.