Afgelopen week ben ik op de latten gegaan in Tirol, Italië. Op de lappen gaan hoort er normaal ook wel bij als je op skivakantie gaat, maar dat zat er voor een sportbewuste columnist als ikzelf niet in. Eigenlijk was het ook maar één lat, een snowboard. Boem! Hierbij laat het skiminnend deel van het lezerspubliek van Brussel Deze Week Estafette deze week voor wat het is. Skiërs en snowboarders verhouden zich nu eenmaal zo scherp tegenover elkaar als RWDM- en White Star-fans, chiro- en scoutsleden.
Estafette: Solosnowboard
Jammer voor de skiërs die hebben afgehaakt, want mijn column wordt helemaal geen ode aan het snowboard, gekoppeld aan een uitlachsalvo over de edele skisport. Ik zal dus niet vermelden dat skiërs wandelend in hun skibotten overkomen als een troep ritmisch gestoorde, gekke ganzen of dat beginnende skiërs in ‘visgraathouding’ precies glijden op X-benen en zeker niet dat hun sticks enkel hun nut bewijzen als braadspit voor een vet varken.
Neen, ik moest dit jaar opnieuw weemoedig vaststellen dat het aantal snowboarders ferm geslonken is in de Europese bergen. Is het zo slecht gesteld met de mensheid haar zelfbeeld dat ze geen uitdaging meer durft aan te gaan en voor the easy (ski) way gaat? Ik weet het niet, maar in skigebied Sella Ronda zat ik op een bepaald moment als énige snowboarder tussen een honderdtal skiërs te drummen voor een plekje op de zetellift. Waar ik de skisoort vroeger zou gedwongen hebben hun vuile sticks en latten een kilometer van mijn plank vandaan te houden, duldde ik nu onder de troepdruk elke latveeg.
Het lijkt vooral een Europese trend, want in Noord-Amerika zijn de snowboarders nog altijd de snow coolios. Daar was ik goed twee jaar geleden nog een bescheiden lid van, toen ik de skireis van mijn leven beleefde in Canada. Vooral het persoonlijke resort van een rijke zakenfamilie, Big White, smeekt me elk jaar om terug te komen snowen. Via het raam van onze schitterende houten chalet, met haardvuur en jacuzzi buiten, konden mijn vriendin en ik meteen de piste op. Het is te zeggen, het sneeuwlandschap (zie foto, DN) op, want pistes waren niet echt aangegeven. Alles lag onder een laagje heerlijke sneeuw en dus kon je ook grenzeloos rondglijden. En dat zonder risico op een lawine.
Over lawines gesproken, op mijn zevenentwintigste merk ik wel dat mijn wilde haren uitgevallen zijn. In mijn puberteit – en die heeft even geduurd – herinner ik me hoe ik, mij Lord of the Boards wanend, tussen antilawinehekken door snowboardde om die first track te zetten of hoe ik als aapje in het snow park de big air nam zonder de onontbeerlijke landingstechniek deftig onder de knie te hebben. Tijdens deze skireis hield ik evenwel mijn plank netjes binnen de lijntjes en in contact met het sneeuwoppervlak. Straffer nog, ergens overwoog ik soms zelfs de uitdagende plank binnen afzienbare tijd weer voor twee veiligere latjes in te ruilen en dat zeker vol te houden tot mijn midlifecrisis.
Dat plan werd deels gevoed door het feit dat oudere mensen op een snowboard toch een vreemd zicht blijven. Zet diezelfde grijze, zongebruinde veertigplusser op twee skilatten en de vrouwen smelten als… sneeuw voor de zon. Natuurlijk moet je dan wel zo’n macho-Italiaan zijn, want wij bleekscheet-Belgen slagen er maar moeilijk in om het beeld van dalende patattenzak op latten van ons af te schudden. Het is het eeuwige zwart-witverhaal in de wereld van sneeuw en ijs. Ofwel zie je eruit als George Clooney, ofwel als Neil Armstrong bij de eerste maanlanding – een tussenzone is er niet.
Laat ik nog maar even mijn snowboard en coolio, jeugdige zelve trouw blijven om intussen uit te zoeken hoe ik ooit kan ‘afdalen’ tot Don Juan op latten.
Tvbrussel-sportman David Nassel ziet sport als een onontbeerlijk onderdeel van zijn levensvisie.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.