Of het nu ijshockey of autoracen is, Gwenaël Van Aken (27) is een man van vele sporten. Maar in ice cross downhill vindt hij alles terug wat hij zoekt. De Brusselaar draait al zeven jaar mee en wil nu een stap verder gaan. Volgend jaar hoopt hij semiprof te worden. “Ik droom van de Olympische Winterspelen.”
Ice Cross Downhill: "Het is meer dan fun geworden"
De maximumsnelheid die vorig jaar is opgetekend was 83 kilometer per uur,” vertelt Van Aken. Ice cross downhill is niet voor doetjes: vier schaatsers dalen tegelijkertijd een ijspiste af waarin chicanes, bochten en jumps elkaar afwisselen. Het gaat er zeer snel aan toe en contact is niet uitgesloten, maar voor de Brusselaar is dat geen probleem.
“Op mijn tiende ben ik met ijshockey begonnen, in Liedekerke. Ik had toen nog maar één keer geschaatst, maar ik was meteen verkocht en ben er niet meer mee gestopt. Vandaag speel ik bij Charleroi in de hoogste divisie, al staat dat even op een lager pitje zodat ik me kan concentreren op ice cross downhill.”
“Met skiën begon ik op mijn derde. Niet toevallig: mijn ouders zijn skimonitors. Ik heb onder meer aan het slalomkampioenschap bij de junioren deelgenomen en verbleef één winterseizoen in het Franse Ceillac om mijn eerst monitorbrevet te behalen.”
Daarbij komt nog dat Van Aken rijlessen geeft op racecircuits, onder meer met prototypes, en in het dagelijkse leven politieman is in Brussel. Dat eerste helpt om de juiste baan te kiezen en de stress te beheren, al zal zijn job aan dat tweede ook zeker bijdragen. Dankzij al die kwaliteiten heeft de Brusselaar verschillende facetten van ice cross downhill onder de knie. Ook ervaring heeft hij op zak.
“Ik ben er in 2010 mee begonnen, het eerste jaar dat er een wereldkampioenschap werd georganiseerd. Red Bull begon daarmee en had in België alle ijshockeyclubs aangeschreven. De beschrijving stond me wel aan, daarom ging ik naar de selecties in Deurne. Die vonden plaats op een gewone ijspiste, waar obstakels op waren geplaatst. Ik won de selectie en stond een week later al in München, op een échte piste, voor tachtigduizend toeschouwers.”
“Ik moest even slikken toen ik de piste voor het eerst zag. ‘Wat doe ik hier?’ ging door mijn gedachten (lacht). Op dat moment was ik heel nerveus, maar zodra ik vertrok, viel het mee. Al kwam die nervositeit terug toen de kwalificaties begonnen. Een dj zweepte het volk op en als de toeschouwers ook nog eens gaan roepen, voel je dat wel. Uiteindelijk ben ik tijdens die eerste competitie 48ste geworden op een tweehonderdtal deelnemers. Dat was best goed.”
Van Aken werd vanaf dan de Belgische vertegenwoordiger in Crashed Ice, de competitie van Red Bull. Hij werd volledig gesponsord door het merk en was tot 2013 een vast gezicht in het circuit. “Ik mocht onder meer naar Québec, Saint Paul in de Verenigde Staten en Moskou. Het was geweldig. Ik deed dat zonder specifieke voorbereiding, het was gewoon om me te amuseren.”
Hersenschudding
“Ik herinner me een competitie in Zweden, waar ik vierde eindigde tijdens de kwalificaties. Mijn beste resultaat tot nu toe. Het was een zeer technische piste, zeer snel, en dat lag me. De dag erna volgde meteen mijn grootste ontgoocheling: tijdens de wedstrijd wou ik mijn voorganger inhalen, maar ik kwam in slecht ijs terecht en crashte. Gevolg: een hersenschudding. Dat was een jeugdfout, want ik zat in de top twee en moest die voorligger niet voorbij om gekwalificeerd te zijn. In ice cross downhill betaal je elke fout cash.”
Toen de financiële steun verminderde en zijn uitslagen wat tegenvielen, besloot Van Aken er even mee te stoppen. Hij had er niet zoveel plezier meer in. Vorig seizoen herbegon hij, maar de resultaten waren niet zo denderend, aangezien hij dat zonder echte voorbereiding had gedaan. Daar leerde hij uit. “Ik heb de knop omgedraaid, want ice cross downhill is echt wel geprofessionaliseerd. Het is nu meer dan fun. Ik let op wat ik eet en drink, heb een physical coach om me voor te bereiden, train specifiek. Mijn start moet bijvoorbeeld beter. Ik train regelmatig op de ijspiste van Poseidon om mijn houding te stroomlijnen. Je moet je lichaam optimaal gebruiken om geen kracht te verliezen. Dat moet je allemaal doen om een kans te maken.”
“Ik zou ook meer moeten trainen op pump tracks, die gemaakt zijn voor bmx’ers. Daar leer je onder meer hoe je goed moet landen. Spijtig genoeg moet je daarvoor naar het buitenland, Straatsburg of Zürich bijvoorbeeld. Een Zwitser die hetzelfde niveau had als ik, heeft daar heel de zomer op getraind en staat nu een twintigtal plaatsen hoger.”
Demonstratiesport
Een bijkomstig obstakel waar Van Aken vandaag rekening mee moet houden, zijn de sponsors. Hij begon onder meer een crowdfundingproject bij Rising Track. Zijn budget is rond voor dit seizoen en in de toekomst hoopt hij genoeg steun te vinden om semiprofessioneel te kunnen sporten. Zo zou hij zich zes maanden per jaar kunnen toeleggen op zijn sport. “Sponsoring zorgt voor wat druk, ja. In Marseille kwam onlangs een sponsor kijken. Omdat ik viel tijdens mijn eerste run, had ik nog maar één kans om mij te kwalificeren. Dat lukte, maar het gaf toch stress. Ik ben in Marseille uiteindelijk 58ste geëindigd, maar eindigde in mijn run binnen de seconde achter een paar toppers. Dat was bemoedigend.”
Van Aken wil dit seizoen elke wedstrijd in de top 64 eindigen, al hoopt hij ook stiekem op de top vijftig. Daardoor zou hij volgend seizoen zeker zijn van zijn plaats, en het zou een andere Belg een wildcard opleveren. Hij wil de sport hier bekender maken en zet ook een Belgische federatie op. Goede resultaten zouden daarbij helpen. De komende periode zit hij in de Verenigde Staten (Saint Paul) en drie weken lang in het Canadese Québec voor competities.
“Ik kan stress nu in iets positiefs omzetten en mijn trainingen helpen, maar ook de anderen boeken vooruitgang. Ik dacht betere resultaten te kunnen behalen, maar iedereen haalt een hoger niveau. Ach, dat is goed voor de toeschouwers en voor de sport. Er werd aan gedacht om van ice cross downhill een demonstratiesport te maken op de Olympische Winterspelen in 2018, maar het lijkt erop dat het eerder voor 2022 zal zijn. Hoe dan ook, het zou mooi zijn. Het is een sport die mensen samenbrengt. In Marseille waren er 120.000 toeschouwers. Het is mooi, er is spektakel en het is leuk. Dat willen de mensen zien. Ik droom alvast van de Olympische Winterspelen.”
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.