Jean 'Cabiche' Straetmans: 'Ik brak hiel en carrière'
Jean Straetmans is geboren en getogen in Sint-Pieters-Woluwe. Hij speelde er voetbal, trouwde
er met een plaatselijke schone, had er een schilderszaak en bleef ook na zijn pensioen honkvast, op een regelmatige trip naar de Spaanse zon na.
"Mijn ouders hadden een café in de David Van Beverstraat," zegt Straetmans met een glimlach. "Dat was rechtover het voetbalplein van White Star aan de Kellestraat. Ver heb ik het dus niet hoeven zoeken. White Star was mijn ploeg en is het altijd gebleven. Al verhuisde ik na de fusie mee met Racing White (dat later opging in RWDM, FM) naar het Fallonstadion."
Het café À la Réunion des Sportsmen bestaat niet meer, maar zijn moeder - 97 is ze nu - woont nog altijd in het ouderlijk huis. "Zelf kwam ik zo weinig mogelijk in het café. De fans en mijn ouders waren daar niet zo blij mee. Maar het was niks voor mij. Ik stapte wél in de familiezaak van mijn vader: een schildersbedrijf waar we tot vijftien man tewerkstelden. Van voetbal leven was in die tijd geen sprake. We waren amateurs, en dus moest er om den brode gewerkt worden. Dat werk zou evenwel mijn voetbalcarrière voortijdig afbreken."
"28 was ik toen ik een val van acht meter maakte. We waren de gevel van de cinemazaal in Woluwe aan het schilderen toen onze stelling in elkaar klapte. Ik hield er een gebroken rechterhiel aan over. En al was ik gelukkig linksvoetig, toch kwam ik nooit meer helemaal op niveau. Uiteindelijk ben ik in de ABSSA (amateurvoetballiga, FM) gaan spelen. Bij Entente Bleu-Blanc - tot mijn 54ste."
Toch kan Jean Straetmans terugblikken op 273 wedstrijden in tweede klasse, goed voor 151 doelpunten. Tot voor kort stond 'Cabiche' - zijn roepnaam erfde hij van zijn vader - daarmee op de vijfde plaats in de rangschikking van 'topschutters aller tijden'. In tweede klasse, welteverstaan. Op de negende plaats staat Leonce Dimanche (139 goals), destijds een spitsbroeder van Straetmans. En met Charles Annicq (17de met 107 goals) plaatst White Star nog een derde speler in de top-20. "Ja, we scoorden vaak. Leonce was een extrême gauche en vatte vervolgens post als centervoor. Zelf was ik maar vierde spits. Ik was nummer 10 en dus wat teruggetrokken. Maar ze gingen er toch ook vlotjes binnen."
"Jammer dat mijn carrière zo kort was. Een paar maanden voor de fatale val had Anderlecht nog een bod gedaan. Maar onze voorzitter ging er niet op in. Zelf vond ik dat niet erg. Al ben ik later wel supporter van paars-wit geworden."
"Met White Star zijn we helaas nooit kampioen geworden. Eén keer waren we er erg dicht bij. Op de laatste speeldag trokken we naar Club Brugge. Aan een gelijkspel hadden we genoeg voor de titel. We waren zo zeker van ons stuk dat we bij de rust al aan het vieren gingen. Want onze enige concurrent Lierse stond zelf 2-0 achter. Uiteindelijk verloren wij op Club met 2-0 en Lierse won toch wel nog met 2-3 zeker! Weg, promotie naar eerste klasse. En wij in begrafenisstemming naar huis. Supporters gingen aan het schelden en dachten dat ik betaald (omgekocht, FM) was. Maar daar was niks van aan. Ik speelde gewoon archislecht."
"Een paar jaar nadien mochten er twee teams naar eerste klasse. En we werden toch wel derde zeker. Twee keer hebben we dus de promotie gerateerd. Echt jammer."
Maar Straetmans maakte ook mooie tijden mee, onder meer als Rode Duivel. "Ik was twintig jaar toen ik mijn eerste match met de nationale ploeg speelde. Ik werd als enige tweedeklassespeler gedropt in een team met onder meer Coppens, Hanoul en Martens. Rik Coppens is en blijft de allerbeste speler die ik ooit aan het werk zag. We verloren van Engeland in het Wembleystadion. Maar een maand later scoorde ik in Parijs het enige doelpunt tegen Frankrijk. Een fantastische ervaring. Ik was geen groot feestvarken, maar die nacht ben ik er met mijn kamergenoot Tintin Janssens, ook Union, toch stevig ingevlogen."
Monique Noël barst in lachen uit: "Ja ja, bij Madame Arthur nog wel. Jeanke dacht dat hij met schone vrouwen op zwier was, maar het waren verklede mannen in een travestietenbar. Hij had dat niet door!"
No capice
In 1953 hielp 'Cabichke' Straetmans de Duivels mee door de kwalificatieronde van de Wereldbeker. "We wipten eerst Finland en daarna ook Zweden, in 1948 nog de olympische kampioen. Die laatste match leken we kansloos, maar in amper tien minuten bogen we 2-0 achterstand om in 2-3 winst."
Toch trok België in 1954 naar het WK in Zwitserland zonder Straetmans. Een eerste ferme opdoffer. "Ik liep in die match op Zweden een zware spierblessure op. Er was wat mis met de bloeddoorstroming, en liefst twee jaar lang bleef ik sukkelen. Geen WK voor mij, dus. In 1959 ging het pas echt goed mis, toen die stelling in elkaar klapte en ik een val van acht meter maakte. Mijn hiel was zwaar geraakt. Op mijn 28ste zat mijn voetbalcarrière erop. Al speelde ik nadien wel nog op lager niveau, een belangrijke klant in de bouw ter wille. Van voetbal kon je niet leven, maar indirect legde het ons bedrijf geen windeieren."
"Toen we in Italië op vakantie waren, vingen we links en rechts 'No capice' op," zegt Monique Noël lachend. "En Jean fier. Hij dacht dat ze hem daar kenden."
"Zij speelt golf," plaagt Straetmans terug. "Maar ze doet het vooral om die 19de hole. En tennis voor het après-tennis. Mijn rug wil helaas zo goed niet meer mee. Tennis, ski, golf: ik heb het ook nog gedaan. Ik was niet slecht, maar ik ben er te laat mee begonnen. Te laat begonnen en te vroeg gestopt, dat is het stempel dat ik draag."
Lees meer over: Sint-Pieters-Woluwe , Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.