Julien De Boeck (76) vond zijn tweede adem op de fiets

Sven De Boeck
© Brussel Deze Week
13/12/2009
Julien De Boeck is 76, maar slijt zijn dagen geenszins voor de televisie: nog bijna dagelijks trekt hij erop uit met zijn koersfiets. Na dertig jaar de wereld rondgereisd te hebben, denkt de Heembekenaar nog niet aan stoppen. Volgend jaar vliegt hij naar Portugal en keert hij al fietsend huiswaarts.

'Mijn passie voor wielrennen is vrij laat begonnen: op mijn 47ste pikte mijn schoonvader een minifiets van het stort die hij mij cadeau deed," begint Julien De Boeck zijn verhaal. We zitten samen aan tafel voor een gesprek van grootvader tot kleinzoon.

"Handig was die fiets niet, dus drie jaar later kocht ik mijn eerste koersfiets. In de hoogdagen van Eddy Merckx werden er veel wielerclubs opgericht. Zelf was ik aangesloten bij het caféclubje van Neder-Over-Heembeek. Maar omdat ik toen niet van de magersten was en twee pakjes sigaretten per dag rookte, kon ik niet volgen. Toch kreeg ik daar de goesting te pakken. Wat later sloot ik me aan bij de fietsclub van Laken-Mutsaard. Een poosje later was ik afgeslankt én gestopt met roken. Op dat moment, zo rond mijn 53ste, had ik mijn beste vorm. Ik ben dan bij de Sportschuur in Wolvertem beland, waar de krakken kwamen. Daar was ik een van de besten, ik kon hard rijden toen."

"Op mijn 57ste maakte ik mijn eerste fietsreis, in Tirol. Ik was verkocht. Toen ik 58 was, ging ik met pensioen en plots had ik een zee van tijd. Ik heb sindsdien zowat overal gefietst. Mijn eerste grote reis was naar Indonesië. Daarna volgden Nieuw-Zeeland, Canada, de Verenigde Staten, Cuba, Birma, India en Thailand. Ook de Ronde van Frankrijk heb ik gereden. Enkele Nederlanders hadden de exacte route uitgestippeld en zo volgden we hetzelfde traject, zonder rustdagen weliswaar. Maar de zwaarste rondreis was twee jaar geleden. Met de fiets tot in Barcelona, daar de boot genomen naar Firenze, over de Povlakte naar Oostenrijk en langs Duitsland terug naar huis. 44 dagen, 3.500 kilometer, alles met de tent."

De Boecks vrouw Emeline heeft er zich al lang bij neergelegd dat haar man niet thuis te houden is. Erg vindt ze dat niet; ze steunt hem ten volle en houdt al zijn reisverslagen en foto's zorgvuldig bij in mappen. Waar ze wel mee moet leven, is het alleen zijn als Julien weer voor enkele weken of maanden in het buitenland vertoeft. Veel contact is er dan niet. "Er wordt niet zo veel naar huis gebeld," vertelt Emeline. "Dat ligt ook niet voor de hand. In die verre landen is er niet altijd gsm-ontvangst en er zijn steeds minder telefoonhokjes. Een keer per week proberen we te bellen. Als hij in groep op reis gaat, bellen de renners om de beurt naar huis en dat nieuws wordt dan door de wielervrouwen onder elkaar doorgegeven. Je weet dat je niet veel zult horen. Geen nieuws is goed nieuws, is de regel."

Ziekenhuisfacturen
Al die jaren op de fiets hebben een mooie voorraad anekdotes opgeleverd. "Ik was in korte tijd twee keer gevallen en had zware schaafwonden. Tweemaal werd ik naar het ziekenhuis gebracht, maar dat mocht mijn vrouw natuurlijk niet weten. Tot ze enkele weken later de facturen in de brievenbus vond. Ze was me weer eens te snel af."

"Op weg naar Kampenhout had ik ooit niet genoeg aan twee wielen om mijn evenwicht te houden, want plots ging ik over de kop. Bleek dat ik in pas gegoten beton was gereden, maar dat stond nergens aangeduid. Een paar werkmannen hadden het gelukkig gezien en ze kwamen me eruit trekken. Het was nodig, want ik plakte al half vast in de grond. Ze spoten meteen alle beton van mijn lijf. IJskoud was dat, het was maart."

"Een andere keer reed ik eens achter een beerkar. Je kan het al raden, het voertuig reed in een put en verloor een deel van het onwelriekende goedje. Recht in mijn gezicht. Het spreekt voor zich dat ik dat niet tegen mijn vrouw wou zeggen, maar ze had al snel door waar al die stank in huis vandaan kwam."

Op de vraag of hij bijhoudt hoeveel kilometers hij gemiddeld per jaar rijdt, antwoordt hij koeltjes: "Daar ben ik niet mee bezig. Soms rijd ik rondes waarbij je een brevet kunt behalen, maar dat haal ik dan niet af. Al die medailles, cijfers en paperassen interesseren me niet, ik fiets gewoon. Omdat ik het graag doe, en om iets van de wereld te zien."

"Natuurlijk fiets ik niet elke dag, op mijn leeftijd heb je soms een dagje rust nodig. Maar als ik niet op de fiets zit, dan kijk ik ernaar op tv of lees ik erover. Geen dag gaat voorbij zonder wielersport."

:: Sven De Boeck is derdejaarsstudent Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel, Julien De Boeck is zijn grootvader

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Neder-Over-Heembeek , Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni