Kinesitherapeut Olivier Beuckelaers over RWDM en RSCA

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
11/05/2008
Olivier Beuckelaers (44) is ex-speler van RWDM en revalidatietrainer bij RSC Anderlecht. Tijdens zijn zestien jaar bij RWDM maakte hij er een faillissement en twee promoties naar eerste klasse mee. Intussen bouwde hij een kinesitherapiepraktijk uit, die nu op volle toeren draait.

'Op veertienjarige leeftijd is Johan Boskamp mij komen halen bij de voetbalclub van Groot-Bijgaarden," vertelt Beuckelaers. "Ik heb de jeugdreeksen van RWDM doorlopen tot ik op achttienjarige leeftijd in de eerste ploeg ben begonnen. Ik ben toen ook aan de universiteit begonnen met mijn studie."

Aan de universiteit stapte Beuckelaers na filosofie en geschiedenis over naar kinesitherapie. Hij combineerde zijn studie met het voetbal, zonder problemen. "Ik trainde alleen in de namiddag. Wekelijks miste ik twee trainingen, maar daar had de trainer geen probleem mee. De combinatie van de twee is geen probleem, je moet alleen echt willen. Het is zo dat het geldgewin nu veel groter is, je bent bij manier van spreken 'binnen' na tien jaar. Vroeger was dat niet zo."

Tijdens zijn carrière bij RWDM maakte Beuckelaers heel wat mee, waaronder twee degradaties, twee promoties en een faillissement. Alles verliep zeer goed, tot hij op zijn dertigste plotseling zijn truitje aan de haak hing. "Ik heb op dertigjarige leeftijd mijn Heizeldiploma van trainer gehaald. Tijdens de cursus had ik gehoord wat aangetrokken spelers uit de ploeg verdienden, en dat was meer dan de eigen spelers. Ik had daar problemen mee en heb dat ook duidelijk gemaakt aan het bestuur. Ik heb gevraagd om mijn loon te herzien, maar de club wou niet. Ze zeiden dat het dat was of niets. Ik ben een keikop en kan soms rare beslissingen nemen. Ik heb besloten dat het niets was."

Brusselse derby
Beuckelaers was op zijn hoogtepunt toen hij stopte als speler. Onder andere Union en Lommel hadden interesse in hem, maar toenmalig bestuurslid Henri Mabille wou hem niet laten gaan. Hij verliet het voetbal niet, want het jaar erop werd hij trainer van SK Londerzeel. "Ik heb daarna de jeugd van KV Mechelen getraind en was er ook revalidatietrainer. Al die zaken hebben ervoor gezorgd dat mijn leven in een bepaalde richting is gegaan, waar ik niet treurig om ben. Ik heb ook een grote kinepraktijk geopend, gespecia­liseerd in sport en orthopedie."

Na zijn carrière als trainer richtte Beuckelaers samen met een paar vrienden een vzw op: Foot-extra. Die leert voetballers uit lagere voetbal­klassen facetten van het voetbal aan die ze niet altijd kennen. "Een voorbeeld: een provinciale speler krijgt het op een bepaald moment moeilijk om naar een hoger niveau te gaan. Via onze trainingen geven we die technieken mee. Maar momenteel ligt de vzw door drukke agenda's even stil." Tijdens zijn zestienjarige carrière in het Edmond Machtensstadion heeft Beuckelaers heel wat vrienden leren kennen, en herinneringen voor het leven opgedaan. Eén derby tegen Union ligt hem nog erg vers in het geheugen. "Het was een prachtige dag in de jaren tachtig en het stadion was afgeladen vol, er zat zeker twintigduizend man. Een uur voor de wedstrijd zat het al vol en was er heel wat ambiance. We wonnen de wedstrijd met 5-1 en het feest heeft geduurd tot 's avonds. Het was de Brusselse derby, dans toute sa splendeur."

Ook de promoties naar eerste klasse blijven natuurlijk bij. Al hebben de derby's tegen RSCA een spe­ciaal plaatsje. "De wedstrijden tegen RSCA waren dé matchen van het jaar. Dat was het moment waar de trainer op tafel sloeg en zei: 'Ik wil bloed aan de bal!' Als je tegen hen speelde, dan wist je dat je bijna altijd tegen elf internationals speelde. Enerzijds keek je naar hen op, en anderzijds wou je het ze zo moeilijk mogelijk maken. Het was ook zo dat we vroeger een week voor de wedstrijd tegen de topploegen op ons hoofdveld trainden, om het slechter te maken. Zo hadden wij een voordeel door ons werkvoetbal ten opzichte van hun snel, technisch spel."

Tussen al die mooie momenten was enkel het einde van Beuckelaers' voetbalcarrière een kleine smet op zijn relatie met Molenbeek. Hij is na zijn afscheid tien jaar weggebleven uit het Edmond Machtensstadion. Zijn eerste stap terug was voor de afscheidswedstrijd van Lambic Wawa.

Carpe diem
Drie jaar geleden maakte Beuckelaers de overstap naar zijn vroegere rivaal: RSC Anderlecht. Hij is er elke namiddag aan het werk met spelers van de A-ploeg en een paar beloftevolle jeugdspelers. "Ik volg de revalidatie van de spelers die geblesseerd zijn. Als de kinesisten hun werk gedaan hebben en de speler weer wat mag voetballen, dan is het aan mij. Als ex-trainer kan ik de speler ook wat begeleiden, en dat is mooi meegenomen."

Olivier Beuckelaers heeft zowel van het Molenbeekse als van het Anderlechtse voetbal kunnen proeven. Hij heeft er heel wat vrienden en sympathie voor beide ploegen aan overgehouden. "Ik heb sympathie, maar ben geen supporter. Als je te veel supporter bent, ben je te weinig met voetbal bezig. Het grootste verschil tussen beide ploegen is de omkadering, die bij RSCA professioneler is. Heel veel zaken vloeien daaruit voort. RWDM, nu Brussels, moet het met veel minder middelen doen, waardoor het ook minder goede spelers heeft. Qua beleving en sfeer is het een beetje vergelijkbaar volgens mij. Op Anderlecht komt meer volk af, maar de beleving blijft in de tribunes hetzelfde."

De toekomst van Beuckelaers kan nog alle kanten uit. Plannen om trainer te worden heeft hij niet meteen, en over zijn toekomst bij RSCA moet hij nog eens praten met het bestuur. "Carpe diem is mijn leuze. Ik heb vaste waarden, zoals mijn praktijk, waar ik op kan terugvallen. Ik pak er dan iets anders bij, en nu is dat voetbal. Ooit kies ik misschien voor iets anders. Ik blijf alleszins actief in de sport."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni