Olympische hockeyfinale kleurt grotendeels Brussels

Donderdagavond spelen de Red Lions in het hockey tegen Argentinië voor olympisch goud. Het Belgisch succes is vooral van Brusselse aard: 12 van de 19 Red Lions zijn Brusselaars, spelen voor een Brusselse ploeg, of studeren in de hoofdstad. Zelfs tegenstander Argentinië heeft een Brusselse link.

Royal Racing Club de Bruxelles is hofleverancier van de Belgische nationale ploeg. De club uit Ukkel werd dit seizoen vicekampioen, ze verloor in mei nipt de finale van de play-offs tegen Dragons uit Brasschaat. Vijf spelers konden niet te lang kniezen na die pijnlijke nederlaag: de reis naar Rio wachtte.

Jérôme Truyens is één van de ouderdomdekens van Racing én de Red Lions. Hij is aan zijn 3^de Olympische Spelen toe. Zijn vader Philippe is voorzitter van Racing. Ook Cedric Charlier is er al bij sinds Peking 2008. Tom Boon is één van de sterkhouders. Hij brak door bij Racing, speelde daarna voor het Nederlandse Bloemendaal en keerde vorig jaar terug naar Racing. Zijn oom Marc Coudron is trouwens de voorzitter van de Belgische hockeybond. Verder verdienen ook Red Lions Simon Gougnard en reservedoelman Jeremy Gucassof hun boterham bij Racing.

Een andere hockeyclub uit Ukkel, Royal Léopold Club, heeft met Elliot Van Strydonck één speler naar Rio gestuurd. Ook bij Royal Daring uit Molenbeek, de derde en laatste eredivisieclub uit Brussel, volgen ze de wedStrijd met argusogen. Red Lion Tanguy Cosyns is een jeugdspeler van de ploeg, “Hij speelt hier al van zijn vijfde”, zegt Daring-voorzitter Gerald Cosyns, tevens de vader van Tanguy. “We zijn een echte Daringfamilie: ik heb hier gespeeld, zijn broer en zijn moeder ook.”

Gerald Cosyns is fier op de prestaties van Tanguy, als vader én als clubvoorzitter. “Een andere speler van ons, Victor Wegnez, maakte ook deel uit van de nationale ploeg, maar is afgevallen voor Rio. En twee spelers van ons zijn belofte-internationals, en zullen zich binnenkort ook wel Red Lion mogen noemen.” Tanguy is voor vele jonge spelers in de club een rolmodel. “Maar hij heeft er wel hard voor moeten werken, en voor weinig geld. Van hockey zal je, in tegenstelling tot voetbal, niet snel rijk worden.”

Verder zijn ook Gauthier Boccard (geboren in Ukkel en student bij de hogeschool Ephec in Sint-Lambrechts-Woluwe), John-John Dohmen (geboren in Anderlecht en student aan de ULB), doelman Vincent Vanasch (geboren in Ukkel), Loïck Luypaert (student aan de VUB) en Florent Van Aubel (student aan de VUB) Red Lions met een duidelijk Brusselse inslag.

‘Daring pakt sowieso goud’
Toch staan er tijdens de Olympische Finale meer dan één Daringspeler op het veld: ook bij de Argentijnen lopen met Manuel Brunet en Juan Saladino twee spelers van Daring rond. “Brunet speelt al vijf of zes jaar bij ons, het is echt een superspeler. Daring pakt dus sowieso de gouden medaille”, lacht Gerald Cosyns. Hij heeft de jongste dagen nog contact gehad met zijn Argentijnse spelers via WhatsApp. “Ze gaan ervan uit dat het een mooie strijd zal worden.”

Er is nog een derde Brusselse link met de Argentijnse ploeg: de kleinzoon van wielerlegende Eddy Merckx, Luca Masso, is half-Belgisch en half-Argentijns. Hij speelt in België voor de Waterloo Ducks. Aan Sporza liet hij weten dat zijn grootvader voor Argentinië zal supporteren.

De goede prestaties van de Red Lions komen voor Cosyns niet als een verrassing. “Ze hebben al lang een goede ploeg. De laatste twee jaren verliepen iets moeizamer, maar sinds nieuwe coach Shane McLeod er is hebben ze grote stappen gezet. De prestaties die ze nu leveren zijn absolute top.” België is favoriet in de finale, beseft ook Cosyns: “Maar Argentinië heeft wel een hele goede ploeg. Ze zijn levensgevaarlijk op strafcorners: met Gonzalo Peillat hebben ze een echte specialist lopen.”

Cosyns ziet nog een voordeel voor de Belgen: “De Argentijnse ploeg is één van de oudste op dit tornooi, terwijl de Belgen zowat de jongste selectie hebben. Ik denk dat België frisser aan de start zal staan, omdat ze 8 wedstrijden op 12 dagen beter kunnen verteren.”

Vooral in het zuiden
Het is geen verrassing dat zoveel hockeyspelers uit Brussel komen. Samen met Antwerpen is Brussel historisch gezien dé uitvalsbasis voor hockey in België: er zijn heel wat clubs actief. De sport is wel vooral populair in zuidelijke Brusselse gemeenten, zoals Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe. Al weerlegt het succes van Daring Molenbeek toch het cliché dat hockey enkel gedijt in rijkere gemeenten. “Ons succes is historisch gegroeid”, legt Cosyns uit.

En dat succes neemt toe, bij alle clubs. “Sinds de Spelen van 2008 krijgen we steeds meer aanvragen voor inschrijvingen. Wij hebben nu zo’n 500 leden, Racing en Léopold zitten aan een duizendtal leden”, zegt Cosyns. Bij Daring is er nog plaats voor extra leden, maar dat is niet overal zo. Uit een rondvraag van BRUZZ blijkt dat Racing, Léopold, Royal Uccle Sport, Royal Wellington THC, Ixelles Hockey Club, Royal Evere White Star, Ombrage Hockey Club en Royal Orée THB ofwel nieuwe jeugdspelers moeten weigeren, ofwel met wachtlijsten werken.