RWDM klaar voor nieuwe seizoen, maar stap hoger lijkt onmogelijk zonder vers geld

Filip Van Der Elst
© BRUZZ
13/08/2021

| Thierry Dailly, voorzitter van voetbalclub RWD Molenbeek, in het Edmond Machtensstadion.

Men zou het haast vergeten, maar drie weken na Anderlecht en Union begint die derde Brusselse profclub, RWD Molenbeek, aan het nieuwe voetbalseizoen. Bevestigen en misschien verrassen: dat is de ambitie van RWDM dit seizoen. Maar de club naar hoger niveau tillen wordt stilaan onmogelijk zonder investeerders, beseft voorzitter Thierry Dailly.

In de week voor de competitiestart, aanstaande zaterdag tegen Moeskroen, gonst het traditiegetrouw van de bedrijvigheid in en rond het Edmond Machtensstadion. Aan de vernieuwde grasmat wordt de laatste hand gelegd, werkmannen lopen over en weer, nieuwe reclamepanelen worden opgehangen. En wie aanbelt bij het secretariaat, maakt kans om begroet te worden door the president himself: Thierry Dailly.

De RWDM-voorzitter zit zelden achter zijn bureau gekluisterd en steekt graag de handen uit de mouwen. Zou je hem laten doen, staat hij op wedstrijddagen wellicht zelf tickets te verkopen, hamburgers te bakken en pinten te tappen en knalt hij en passant de bal in de winkelhaak. “Nochtans delegeer ik meer dan ooit. Zelfs op vlak van transfers probeer ik me niet teveel te moeien en schenk ik vertrouwen aan de staf”, zegt hij. “Natuurlijk passeert alles wel nog eens op mijn bureau vooraleer de finale beslissing wordt genomen”, voegt hij er laconiek aan toe.

Trouwe fans zijn terug

Na een eenzaam jaar – met enkel clubvertegenwoordigers en hooguit een paar genodigden in de tribune – is Dailly vooral blij dat hij zaterdag tegen Moeskroen opnieuw de fans mag verwelkomen. De supportersschare van RWDM is klein, maar trouw. “Alles bij elkaar genomen eindigen we met zo’n 2.000 abonnees, wat niet slecht is na zo’n moeilijk coronajaar”, zegt Dailly. “Bovendien merken we dat steeds meer jonge mensen een abonnement nemen, zonder dat ze een voorgeschiedenis bij onze club hebben.”

De club probeert om haar supporters in de beste omstandigheden opnieuw te verwelkomen. In het tussenseizoen werd de noodlijdende Tribune L’Ecluse deels aangepakt, met onder meer een complete vernieuwing van de vooroorlogse toiletten. Ook de kleedkamers van de jeugdploegen onder diezelfde tribune werden aangepakt, net als de zitjes in de eretribune en de business seats. “Het resultaat van een uitstekende samenwerking met het gemeentebestuur, met name burgemeester Catherine Moureaux (PS) en schepen van Gemeentelijke Eigendommen Jef Van Damme (one.Brussels-Vooruit).”

"Ik ben de machinist van de trein, maar er is meer dan één machinist nodig."

Thierry Dailly, voorzitter RWDM

Thierry Dailly, voorzitter voetbalclub RWDM inzet 2

Er lijken dit seizoen zaakjes te doen in eerste klasse B: op papier steekt geen enkele club boven de rest uit, in tegenstelling tot Union vorig seizoen. De sterkte van de degradanten uit 1A, Waasland-Beveren en Moeskroen, is moeilijk in te schatten. Dé kans voor een vrijbuiter als RWDM om voor de verrassing te zorgen? Het is niet onmogelijk, maar toch moet er nog wat water naar de zee vloeien vooraleer we de club met het kleinste budget titelpretendent mogen noemen – en vooral, er is nog wel wat versterking nodig.

In tegenstelling tot vorige zomer roerde RWDM zich niet al te veel op de transfermarkt. “Logisch, want we hadden slechts 7 à 8 spelers die klaar waren voor 1B”, verklaart Dailly. “Dit jaar hebben we een vijftiental spelers van de bestaande kern behouden, spelers die al hebben bewezen dat ze het niveau aankunnen. Kwaliteit is nu belangrijker dan kwantiteit: vijf à zes nieuwe spelers maximum, maar spelers die een meerwaarde kunnen bieden.”

Shoppen in Frankrijk

De grootste naam in het rijtje inkomende transfers is ongetwijfeld die van Théo Defourny, de bij Olympique Lyon opgeleide doelman die onder meer bij Antwerp, Lokeren en Eupen zijn strepen verdiende. Hij moet Anthony Sadin doen vergeten, de publiekslieveling die het niet eens geraakte met het bestuur over een contractverlenging en in extremis naar reeksgenoot Virton vertrok. Verder haalde Dailly met Ibrahima Sory Sankhon een polyvalente verdediger uit 1A (STVV). De getalenteerde middenvelder Theo Gécé werd weggeplukt bij de beloften van Charleroi.

Net als vorig jaar ging technisch directeur Julien Gorius rondneuzen in Frankrijk, zijn thuisland. Vorig jaar resulteerde dat in de transfers van Lenny Nangis en Kevin Nzuzi, die beiden mooie dingen lieten zien op de flanken. Nu kwamen Alexis Gonçalves en Ivann Botella de rangen versterken. “Botella is een pocketspits van amper 21 jaar. Driekwart van de ploegen uit de Franse Ligue 2 hengelde naar zijn diensten. Jammer genoeg sukkelde hij in het begin van de voorbereiding met een spierblessure, dus hij is nog revaliderende.”

Edmond Machtensstadion RWDM 4

| In het tussenseizoen werd de noodlijdende Tribune L’Ecluse deels aangepakt, met onder meer een complete vernieuwing van de vooroorlogse toiletten.

Naast Sadin verlieten weinig basisspelers het Machtensstadion: publiekslieveling Anthony Bova speelde geen minuut en keerde terug naar Rebecq. Yvan Yagan kon de hoge verwachtingen niet inlossen en speelt dit seizoen voor Lierse. De grootste aderlating is ongetwijfeld het vertrek van topschutter Leonardo Rocha, die op huurbasis voor RWDM speelde en werd teruggeroepen naar moederclub Eupen. Zijn vertrek is nog niet opgevangen, constateert ook Dailly.

Het ontbreekt dit RWDM dan ook aan een goalgetter. “We hebben absoluut nog een topspits nodig om in de diepte te spelen. We hebben al heel wat goeie spelers die daarrond kunnen zwerven: naast Botella denk in aan Glenn Claes, Nzuzi, Gonçalves, Corenthyn Lavie en Nangis. Maar een echte afwerker? Die zoeken we nog.”

De Camargo of de zoon van Gudjohnsen? Toch niet

Die zoektocht loopt niet van een leien dakje. Voorzichtige gesprekken met Igor De Camargo – die in een ver verleden in het Edmond Machtensstadion nog het mooie weer maakte voor het toenmalige FC Brussels – sprongen al snel af, want de Braziliaanse spits koos ervoor om zijn contract bij KV Mechelen te verlengen.

Ei zo na vond Dailly zijn targetman in de persoon van Sveinn Aron Gudjohnsen, spits bij de Italiaanse eersteklasser Spezia Calcio en zoon van ex-Barcelonaspeler Eidur. Zijn grootvader Arnor speelde zelfs nog voor RSC Anderlecht. “Alles was in kannen en kruiken, maar hij koos op het laatste ogenblik voor een ploeg uit de Zweedse eerste klasse”, betreurt Dailly.

Donderdag kondigde RWDM alvast de terugkeer van Thomas Ephestion aan. De aanvallende middenvelder wordt voor het tweede seizoen op rij gehuurd van reeksgenoot Westerlo. Vorig seizoen nam hij, bij blessures van Rocha, regelmatig de positie van diepe spits voor zijn rekening en liet daarbij een goede indruk na.

Talent uit academie

Ook op verdedigend vlak en op de linkerflank zoekt RWDM nog naar vers bloed. In afwachting van bijkomende versterkingen kregen verschillende jonge talenten hun kans in de voorbereiding. Enkelen onder hen, zoals Marlon Degryse, Alessio Chiffi en Othman El Ouamari lieten een goede indruk na en krijgen mogelijk ook in de competitie hun kans. De jeugdwerking is traditioneel een sterke tak van de Molenbeekse voetballerij en het is de ambitie van Dailly om die sterke reputatie nieuw leven in te blazen.

Gekende namen uit het huis zoals Patrick Thairet (directeur van de jeugdacademie en oud-speler van de club) en Daniël Renders (coach van de beloften die jarenlang hetzelfde deed bij RSC Anderlecht) werken actief mee aan de doorstroming van ruwe diamanten naar het eerste elftal.

"Zonder corona hadden we al lang een nieuwe investeerder gevonden."

Thierry Dailly, voorzitter RWDM

Koken kost geld, en een ploeg versterken eveneens. Met een budget van om en bij de twee miljoen euro – een peulschil in vergelijking met het gros van de andere Belgische profclubs – zijn de financiële middelen beperkt. Dailly kan zich dan ook nauwelijks misstappen permitteren en predikt rust.

En ook al is RWDM het moeilijke coronajaar zonder kleerscheuren doorgekomen – de club kreeg zonder enig probleem een proflicentie toegekend – moest Dailly wel een operationeel verlies van 250.000 euro te boven komen. “Voorlopig lukt het, maar niet zonder slag of stoot. Tegelijk versterk ik de club ook naast het veld: 30 procent van ons budget gaat naar de omkadering, bijvoorbeeld op commercieel vlak. We hebben nu al een zevental voltijdse medewerkers in dienst, los van het sportieve, die gestudeerd hebben voor hun vak en onze werking naar een hoger niveau tillen.”

Dromen van Brusselse investeerders

De voorzitter zoekt bijkomende financiële middelen en steekt dat niet langer onder stoelen of banken. Toen we vorig jaar in hetzelfde kantoortje van het Machtensstadion met de sterke man van RWDM vooruitblikten op het nieuwe seizoen, liet hij al weten op zoek te zijn naar een partner met een visie. En met centen. “Eerlijk gezegd: zonder de coronacrisis zou dat wellicht al lang in orde zijn geweest”, zucht Dailly. “Vanwege corona trokken verschillende geïnteresseerde partijen hun staart in of kozen ze ervoor om nog langer te wachten.”

Dailly had zijn eigen ‘ideale investeerder’ voor ogen, maar die is nooit komen opdagen. “Ik droomde ervan om partijen uit het Brusselse bedrijfsleven bij de club te betrekken, maar die interesse viel toch wat tegen. Misschien had corona daar ook wat mee te maken.” Toch is het niet zo dat er geen interesse is, klinkt het stellig.

Naar eigen zeggen heeft Dailly reeds met tal van vermogende kandidaat-investeerders gesproken. “Sommigen heb ik meteen wandelen gestuurd, omdat hun visie niet strookte met die van de club. De continuïteit van deze club staat voor mij centraal.” Anders dan vaak wordt aangenomen is het volgens Dailly niet zo dat hij de macht niet wil delen. Ook Dailly beseft dat niemand wil investeren zonder ook mee te beslissen wat er met dat geld gebeurt.

Toch ziet de president ook met nieuwe broodheren een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd, vooral dan in het dagdagelijks beheer van de club. “Denk je dat een Tony Bloom (de Engelse eigenaar van Union, nvdr.) twaalf uur per dag op deze stoel wil komen zitten? Ik zie mezelf op dit moment als machinist van deze trein, maar het is duidelijk dat er nood is aan meer dan één machinist.”

RWDM-Seraing Utd

Vanaf zaterdag zijn de RWDM-fans opnieuw welkom in 'hun tempel', het Edmond Machtensstadion.

Moet de witte merel nog aankloppen of staat er al een deal in de steigers en wil Dailly het nog niet zeggen? Begin juni leek er een doorbraak op til: buitenlandse media als CBS Sports en The Athletic berichtten dat de steenrijke Amerikaanse zakenman Joseph DaGrosa op het punt stond om de club over te nemen.

Na een mislukte poging om de Engelse Premier League-club Southampton over te nemen, besliste DaGrosa, die zijn fortuin verdiende door 248 Burger King-filialen van het faillissement te redden, om het geweer van schouder te veranderen. In plaats van zijn pijlen op te richten op één grote moederclub wil hij een breed netwerk van getalenteerde spelers uitrollen, onder de noemer ‘Kapital Football Group’. Drie voetbalscholen (in Burkina Faso, Ivoorkust en Senegal) zouden gelinkt worden aan drie ‘prominente clubs’.

“De Belgische club die we op het oog hebben, speelt op het tweede niveau en willen we zo snel mogelijk terug naar de hoogste afdeling piloteren”, zei DaGrosa ietwat mysterieus aan CBS Sports. Op 22 juli heeft Kapital Football Group alvast een Belgische entiteit opgericht, met zetel in de Louizalaan en een kapitaal van 10,7 miljoen euro. Naast RWDM was ook Virton een potentieel doelwit voor DaGrosa. De identiteit van de nieuwe investeerders daar blijft een goed bewaard geheim, al wordt aangenomen dat het geld daar eerder uit Italiaanse hoek komt.

Dailly bevestigt noch ontkent het Kapital Football Group-verhaal. “Dat heeft geen zin: ik wil pas spreken als alles rond is”, zegt de voorzitter. Ook bij LCG Public Relations, dat de communicatie van DaGrosa beheert, houdt men de lippen stijf. “Het enige wat we kunnen zeggen, is dat KFG werk maakt van de overname van drie prominente clubs, uit Brazilië, Portugal en België. Een intentieverklaring om deze drie clubs over te nemen is getekend. Als alles volgens plan gaat, kunnen we de plannen in de komende weken bekendmaken.”

Lokale verankering

Vandaag de dag is RWDM één van de weinige clubs in het Belgisch profvoetbal die nog lokaal bestuurd wordt. Ondanks de beperkte middelen slaagt Dailly er intussen al zes jaar lang in een gezonde club uit te bouwen – geen vanzelfsprekendheid in een huis waar men al menig woelige financiële watertjes heeft doorzwommen. Hoelang blijft de club nog het moedige dorpje uit Asterix & Obelix dat zich tegen de Romeinen verzet?

Met zijn bescheiden aanpak oogst Dailly wel lof maar geen punten: wie in dit voetballand een stap hoger wil zetten, moet de lokale verankering wellicht laten vallen en kiezen voor het grote geld. De fans van RWDM zitten er niet op te wachten om het speeltje te worden van een rijke Amerikaan, maar als ze hun club ooit nog op het hoogste niveau willen zien spelen, lijkt een stap in het diepe onvermijdelijk.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Sport , RWDM

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni