RWDM praat met buitenlandse investeerders: 'Al is de club niet te koop'

Voetbalclub RWDM zou zomaar in Amerikaanse handen terecht kunnen komen. Volgens Engelstalige media heeft de investeerdersgroep KFG de ambitie om te investeren in de Molenbeekse tweedeklasser. Sterke man Thierry Dailly van RWDM bevestigt noch ontkent. “Extra middelen zijn nodig om naar eerste klasse te gaan. Er zijn veel geïnteresseerden, maar ik voel geen druk om snel te kiezen."

Afgelopen seizoen vierde RWDM zijn terugkeer naar het profvoetbal met een zorgeloos jaar in 1B. Voorzitter Dailly zag er de bevestiging in dat zijn club op de goede weg is. Niet alleen sportief, maar ook structureel. “We hebben de voorbije jaren mirakels verwezenlijkt met heel weinig middelen”, klopt Dailly zich op de borst. “Voetbal kost veel geld. En de coronacrisis weegt zwaar op de financiën. Maar RWDM is een gezonde club en heeft intussen een professionele werking.”

De sterke man in het Edmond Machtensstadion zoekt weliswaar nog extra (buitenlandse) investeerders. Bijvoorbeeld om het stadion en de academie op te smukken, waarvoor minstens anderhalf miljoen euro nodig is. Of om het 15 jaar oude kunstgrasveld te vervangen door twee nieuwe synthetische velden.

Dat zijn enkel nog de broodnodige infrastructuurkosten. “Maar we willen op elk vlak nog verbeteren. En daar is dus veel geld voor nodig”, aldus Dailly. “Onze ambitie blijft om terug naar eerste klasse te gaan. Maar ik voel geen druk om snel knopen door te hakken, net omdat we er goed voor staan. Ik bevind me in een luxepositie.”

De Engelse krant The Athletic en ook het Amerikaanse netwerk CBS schreven vorige week dat een overnamedeal nakend is. De investeringsgroep ‘Kapital Football Group’ (KFG) rond miljardair Joseph DaGrosa zou een voetbalnetwerk van verschillende kleinere clubs willen opbouwen. DaGrosa zou na een mislukte investering in het Franse Girondins de Bordeaux drie jaar geleden voet aan de grond willen zetten in Portugal, België en Brazilië.

Tegelijk wil het talenten opsporen en opleiden in Zuid-Amerika en Afrika, om die in deze drie voetballanden voort te ontwikkelen (en vervolgens te verkopen). “In Brazilië en Portugal gaat het om een eersteklasser”, vertelde DaGrosa aan CBS Sports. “In België staan we dichtbij een deal met een tweedeklasser, die een geschiedenis in eerste klasse heeft en we terug naar het hoogste niveau willen loodsen. Dat zou in twee jaar tijd moeten lukken met behulp van onze talenten uit de academies.”

DaGrosa verklapt niet om welke Belgische club het gaat, maar volgens CBS zou het om een Brussels team gaan. Dan kom je al snel bij RWDM uit. Dailly bevestigt noch ontkent. “Er zijn met veel kandidaten gesprekken gaande. Soms al anderhalf jaar lang”, aldus de voorzitter. “Het gaat om Amerikanen, Engelsen, Fransen en zelfs groepen uit de Emiraten. Onze groei de laatste jaren, onze traditie, maar ook onze ligging in de Europese hoofdstad maken ons aantrekkelijk.”

Niet te koop

Buitenlandse investeerders zien ook: goedkope arbeidsvoorwaarden, een laag minimumloon voor niet-EU-spelers, een voordelig (en gecontesteerd) RSZ-systeem en een uitdagende voetbalcompetitie. Ons land blijft de gedroomde speeltuin voor buitenlandse investeerders. Jonge talenten kunnen hier rustig ontplooien en ervaring opdoen. Een kleine investering kan hoog rendement opleveren.

In 1B alleen zijn met Lommel, Moeskroen, Virton, Waasland-Beveren en Westerlo vijf van de acht ploegen in buitenlandse handen. Ook promovendi Union en Seraing hebben respectievelijk een Britse en Franse eigenaar.

Volgt RWDM de trend? “We willen zeker niet verkopen”, relativeert Dailly meteen. “Elk project zal dus mét mezelf en mijn team zijn. Wij waken over het project. De stabiliteit van de club staat voorop. Kapitaalkrachtige partners toevoegen, lijkt me een logische evolutie. Als er een investeerder komt met de juiste visie zullen we met hen in zee gaan. Dat kan morgen gebeuren, maar ook pas binnen een jaar.”