'Schermen is niet elitair'

Acht schermers van de Brussels Fencing Club (BFC) werden gelauwerd op de voorbije Nacht van de Sport. De club probeert te groeien, maar wordt daarin belemmerd door hun veel te krappe zaal. Voor dit jaar hebben ze al mensen moeten weigeren of op de wachtlijst zetten.

"De gelauwerde schermers hebben toernooien gewonnen of mooie ereplaatsen behaald," zegt Luc Dechamps (49), secretaris van de vzw en voorzitter van de zaal in Sint-Agatha-Berchem. "Een van de gelauwerden is mijn zoon Quentin, die onder andere de Iris Trophy 2008 heeft gewonnen. De prijzen werden uitgereikt op de gemeentelijke Nacht van de Sport, waarop al de sportverenigingen van Berchem aanwezig waren. Het is toch een mooie erkenning."

"Onze club is in 1997 opgericht. Sindsdien zijn we drie keer van naam veranderd. De BFC heeft drie zalen: in Sint-Agatha-Berchem, Evere en in de gebouwen van de Navo. Af en toe spelen we ook kleine toernooien onder elkaar."

Floret, degen, sabel
Er wordt geschermd met drie wapens: de floret, de degen en de sabel. Wie met de sport begint, gaat bijna altijd aan de slag met de floret. Geldige treffers kunnen er alleen met de punt worden toegebracht, het enige geldige trefvlak is de romp.

Bij een degen worden de geldige treffers ook alleen met de punt toegebracht, maar is het geldige trefvlak het hele lichaam. De degen is even lang als de floret maar zwaarder, en wordt in België het meest gebruikt. Bij de sabel worden de geldige treffers zowel met de punt, de snijkant, tegensnijkant als de platte kanten van het wapen toegebracht. Het geldige trefvlak bestaat uit romp, hoofd en armen.

De sabel is iets korter dan de andere wapens en is even zwaar als de floret. De floret en de sabel zijn sneller, de degen is tactischer. Aan de punt van de wapens zit een elektropunt, die, wanneer hij in aanraking komt met de vest, meteen een punt geeft. Geen enkel punt ontsnapt dus aan de computer. De wedstrijden worden gespeeld op vijf touches in maximaal drie minuten.

Elitair
"Het beste is je specialiseren in één wapen," vertelt Dechamps. "De schermers kunnen natuurlijk op training eens afwisselen, maar als je een degelijk niveau wilt halen, dan blijf je beter bij één wapen, omdat de reflexen verschillen. Een goed schermer moet snel, geconcentreerd en nauwkeurig zijn. Je moet ook wel een goede conditie hebben. Een wedstrijd is zwaar en ik kan je verzekeren dat je na een uur trainen zweet."

Schermers lopen regelmatig blauwe plekken op, maar echt geblesseerd raken ze niet gauw. Dat komt door de zware bescherming die ze dragen. Dat materiaal heeft natuurlijk zijn prijs. "Het eerste jaar kun je materiaal bij ons lenen. Veel kinderen veranderen regelmatig van sport, en we willen niet dat de ouders voor niets investeren in materiaal. Het tweede jaar vragen we minimaal een masker, en een handschoen, een jas of een wapen (minimaal een van de drie). Alles samen zul je toch iets van een vijfhonderd euro betalen. Het lidmaatschapsgeld is 260 euro voor beginnelingen; gevorderden betalen 340 euro. Het is inderdaad niet hetzelfde publiek als op een voetbalclub, maar het is ook weer geen elitaire sport. We proberen het zo democratisch mogelijk te houden."

Olympische Spelen
"We hebben goede schermers," zegt Dechamps, "maar - eerlijk - ik denk niet dat wij een wereldkampioen kunnen voortbrengen. We werken eraan om sommige mensen naar het EK te krijgen, maar je moet realistisch blijven. We trainen maar drie keer per week en hebben daarnaast ook nog school en werk. En we zijn beperkt door de zaal: we hebben al mensen moeten weigeren. Het is hier te klein. Er staan nu zes mensen op de wachtlijst. Dit jaar meldden zich heel wat nieuwe jongeren aan, dat komt door de Olympische Spelen. Dat zie je elke vier jaar."