Sportcolumn David Steegen: Het compliment
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
We zitten in een dipje. Royal Sporting Club Anderlecht verliest zelden: in de huidige competitie nog maar drie keer. Na een verloren wedstrijd of uitschakeling krimpt de wereld. Zo werd onze piepjonge linksback - een van de moeilijkste plaatsen in een elftal - enkele weken geleden de hemel ingeprezen. Vandaag zou hij, volgens dezelfde commentatoren, nog geen deuk in een pakje boter kunnen stampen. Het gaat pijlsnel. Van de hemel naar de hel - omgekeerd gaat het wat trager. We weten hier wel beter en de kritiek, hoe onredelijk ook, verscherpt de aandacht. De Europese winters overleven met een van de laagste budgetten van het continent is voor de observatoren geen argument. Dat RSCA op nationaal vlak de voorbije jaren nooit lager dan de tweede plaats geëindigd is, is van geen tel. Verlies wordt door de buitenwereld nauwelijks aanvaard.
Alle clubs ter wereld hebben ooit met tegenslag of een mindere periode af te rekenen. Aad de Mos, palmarestrainer van RSCA en KV Mechelen (Europabeker), degradeerde vorig seizoen met Sparta Rotterdam. Dat had Frank Rijkaard, de latere succescoach van FC Barcelona, hem al voorgedaan met dezelfde club. AC Milan en Juventus degradeerden in de voorbije decennia. Niet alleen om sportieve redenen, maar toch.
Ajax won al bijna zeven seizoenen geen kampioenstitel meer. Daar worden ze elke dag op aangekeken. Desondanks is Ajax een kroonjuweel van het nationale en internationale voetbal. Net als alle echt grote voetbalinstellingen hoeft het, à la limite, geen prijzen te winnen om te bestaan. Dat gaan we hier in Anderlecht nooit laten gebeuren. Relativeren mag, reageren moet. En ambitie is heilzaam. Filip De Wilde, vandaag keeperstrainer, nog niet zo lang geleden een van de beste doelwachters ter wereld, verwoordt het zo: "De dag dat ze niet meer over ons schrijven of praten, hebben we een probleem." We mogen op beide oren slapen. Er is geen probleem, we laten niemand onberoerd.
Ik sta voor de wedstrijd van vorige donderdag in Amsterdam met Ajax-speler André Ooijer wat te praten aan de rand van het veld. Ooijer is een heel grote mijnheer. Hij heeft 55 selecties voor Oranje bij elkaar gevoetbald, was een vaste waarde in de Premier League (Blackburn Rovers) en seizoenenlang een van de sterkhouders van rivaal PSV Eindhoven. De laatste jaren van zijn rijke loopbaan brengt hij in Amsterdam door. Enkele dagen na het treffen met Anderlecht moet Ajax naar Eindhoven voor de absolute topper van de eredivisie. "Ik zal wat over me heen krijgen in het stadion waar ik zoveel heb meegemaakt. De mensen die me vroeger aanbaden, lusten me nu rauw," zegt hij met een flauwe glimlach. "Ach," probeer ik, "we hebben net verloren van Westerlo na de 0-3 thuis tegen Ajax, en als we hier vandaag niets neerzetten, zal de kritiek helemaal losbarsten." Ooijer lacht. "Dat is een compliment. Ajax en Anderlecht bestaan."
Twee uur later druipen we af met 2-0 aan de broek. Ooijer is aan de bank gekluisterd gebleven en schudt me na de wedstrijd de hand. Ik wens hem proficiat met de kwalificatie, en succes met de moeilijke trip naar Eindhoven. Hij stelt me gerust. "Het komt wel goed met Anderlecht."
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Anderlecht , Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.