Sportcolumn David Steegen: Hoofdstad van Europa
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
De eerste poulematch is belangrijk. Vooral als je thuis begint. Anderlecht schitterde vorige week in de eerste thuismatch van de Europa League tegen AEK Athene. Net zoals vroeger. De Europa Cup is de mooiste voetbalcompetitie ter wereld, ze heeft de internationale reputatie van Anderlecht gemaakt.
Ik was elf jaar. Een van de eerste wedstrijden die ik in het toenmalige Emile Verséstadion zag, was de terugwedstrijd van de kwartfinale van de Europa Cup II of de Uefa-beker in 1978. De heenwedstrijd in Porto werd na hevige regenval gestaakt bij een 0-0-stand. De wedstrijd werd de dag nadien herspeeld, dat kon toen nog. Het werd 1-0 voor Porto. Voor de terugmatch had mijn vader kaarten geregeld. Mijn idool Robbie Rensenbrink schitterde die avond. Hij deed zijn reputatie van een beslissende voetballer op topgelegenheden alle eer aan. Op Beringen en Charleroi doolde hij wel eens doelloos rond, maar tegen Club Brugge, Standard of Hamburg bepaalde hij alles. Een ronde eerder had hij het Volkparkstadion van Hamburger SV doen daveren op zijn grondvesten. De gouden driehoek, met Ludo Coeck, Frank Vercauteren en Arie Haan, dirigeerde de wedstrijd. De winning goal, een stiftballetje vervaardigd uit het fijnste fluweel, besliste de wedstrijd: 1-2.
Robbie Rensenbrink. Hij scoorde in bijna elke ronde. Niet in de eerste, dat spreekt. Dat was een werkje voor de dienaars. Voor wijlen Jean-Claude Bouvy, die een van zijn twee doelpunten scoorde voor Anderlecht tegen Lokomotiv Sofia. Swatje Van der Elst scoorde er vijf in twee matchen tegen de Bulgaren. Van der Elst scoorde altijd, maakte nooit een onderscheid.
Dat seizoen (1977-'78) won Anderlecht zijn tweede Europa Cup-finale. Sporting walste die avond in mei over Austria Wien. Of Sporting anno 2011 nog een Europese prijs kan winnen, is hoogst twijfelachtig. Daar is het internationale voetbal te veel voor veranderd.
Een zaak staat vast: uit tegen Sturm Graz, binnen enkele weken, speelt paars-wit de 350ste Europese wedstrijd uit zijn geschiedenis. Sturm Graz is de voorlaatste club van Filip De Wilde, de speler die de meeste Europa Cup-wedstrijden voor RSCA bij elkaar voetbalde.
Zijn eerste officiële Europa Cup-wedstrijd voetbalde RSCA tegen het Hongaarse Vörös Lobogo, het huidige MTK Budapest, in het Nep Stadion. We schrijven 7 september 1955. Destijds was het Hongaarse voetbal de norm in Europa. De geniale midvoor Nandor Hidgekuti was de absolute ster van Vörös Lobogo. Hij had enkele jaren eerder samen met de Honved-sterren Puskas, Kocsis, Czibor en Boszik van Engeland gewonnen. Hoewel het Anderlecht van toen niet te vergelijken is met het huidige paars-wit, presteerde de club wonderbaarlijk in een erg ongelijke strijd. Lobogo was een profclub, RSCA een verzameling amateurs en semi-amateurs. Doelman Felix Week was overdag elektricien, René Van Der Wilt kleermaker. Toch kwamen RSCA 0-1 voor na zeven minuten. Het was een van de allereerste goals uit de geschiedenis van de Europa Cup. Sporting ging uiteindelijk met 6-3 ten onder. Voor de terugwedstrijd liep het Astridpark helemaal vol. 33.000 fans wilden die Hongaarse balgoochelaars aan het werk zien. 1-4. Geen erg.
Sinds de Europa Cup bestaat, speelt paars-wit, op enkele seizoenen na, onafgebroken Europees. Al 46 seizoenen lang. Dat is uniek. Anderlecht is de eerste voetbalambassadeur van de hoofdstad en het land. Daar mogen land, stad en club heel erg trots op zijn.
---------------
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.