Een aangenaam neveneffect van een overwinning van de Rode Duivels in Brazilië zou zijn dat we eindelijk kunnen ophouden met dat eindeloze terugblikken op het WK van 1986 in Mexico. Maar goed. We kunnen de vierde plaats van de Belgen toen ook moeilijk negeren, en gaan dus nog één keer naar Mexico-Stad, Toluca, Puebla en Léon. Met Stéphane Demol, niet echt een Brusselse, maar wel een Beerselse duivel.
Stéphane Demol, vrijbuiter op en naast het veld
In één van de eerste hoofdstukken van de officiële Geschiedenis van Mexico 86 staat dat bondscoach Guy Thys al in de bus op de terugweg van Rotterdam – na die legendarische barragewedstrijd in een ijskoude kuip waarin Grün het doelpunt van de kwalificatie binnenkopte – tegen de meegereisde spelers zei dat zij allemaal mee naar Mexico zouden mogen. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er in de zes maanden die de Rode Duivels van het eindtoernooi scheidde geen spelers meer konden bijkomen. Bij die nieuwkomers zaten twee opvallende, want nog zeer jonge, spelers, die meteen bepalend zouden zijn voor het mooie resultaat: Antwerpenaar Patrick Vervoort en Beerselnaar Stéphane Demol. Toen Guy Thys hem opriep was Stéphane Demol nog maar pas doorgebroken bij Anderlecht. De kwalificatiewedstrijd Nederland-België had hij nog met vrienden gezien op café in Leuven. Net zoals Januzaj of Origi nu vertrok Demol met minimale interlandervaring naar het WK. Hij had met België maar één oefeninterland gespeeld, tegen Bulgarije. Maar in de eerste WK-wedstrijd tegen thuisland Mexico (2-1) viel hij in voor de geblesseerde Erwin Vandenbergh, die het enige Belgische doelpunt had gescoord. Nadien speelde hij in alle wedstrijden, hoofdzakelijk ten nadele van Hugo Broos – die een jaar voordat Demol naar Anderlecht was gekomen, van Anderlecht naar Club Brugge was verhuisd. Demol van zijn kant, was in zijn jeugd vooral Club-supporter geweest omdat hij vrienden had uit het Brugse.
Maar bovenal was Demol een vrijbuiter die lak had alle voetbalpoespas naast het veld. Op het veld speelde hij liefst in een vrije rol als centrale verdediger of als verdedigende middenvelder. Zijn vete met Lei Clijsters, wiens plaats in het elftal Demol zonder veel reserve claimde, typeerde de branie van de zelfzekere Anderlechtvedette. Toen Walter Meeuws, in de aanloop naar het WK 1990 in Italië even experimenteerde met Clijsters en Demol als ‘alternerende libero’s’ in een pover gelijkspel tegen Zwitserland, was dat een van de zaken die de opvolger van Guy Thys meteen weer de kop kostte. Thys kwam terug om zichzelf op te volgen en zette Demol ook in Italië elke wedstrijd op het veld.
Grillig
Maar we zouden het dus over Mexico 86 hebben. Voor wie veel verwacht van het WK in Brazilië houdt het verloop van dat toernooi ook een serieuze waarschuwing in. In de eerste ronde haalde België tegen Mexico, Paraguay en Irak – heus geen sterkere tegenstanders dan Rusland, Zuid-Korea en Algerije - haalde België maar één overwinning waardoor het slechts als beste derde naar de volgende ronde mocht. Daarin scoorde Stéphane Demol in de 102de minuut van de wedstrijd tegen de Sovjet-Unie met die heerlijke kopstoot zijn enige doelpunt voor de Duivels.
Op zijn twintigste was Demol de jongste doelpuntenmaker van het toernooi, maar vijf jaar later was het al afgelopen met zijn internationale carrière. Na een EK-kwalificatiewedstrijd tegen Duitsland in 1991 werd zijn vormpeil te grillig. Grillig is een understatement voor het parcours dat Demol na zijn periode bij Anderlecht als trainer en speler aflegde: hij voetbalde bij Bologna, Porto, Toulouse, Standard, Cercle Brugge, Braga, Panionos, Lugano, Toulon en Denderleeuw en coachte in Griekenland of Cyprus bij Egaleo, Ethnikos Achna, Aris Limassol en PAS Giannina, bij FC Brussels en bij het Thaise Tero Sasana.
Lees meer over: Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.