Torbal, niet alleen voor visueel gehandicapten
"Torbal is een sport in volle ontwikkeling," vertelt trainer Jean-Claude Meulemans. "Vroeger was het maar bezigheidstherapie, nu is het een echte competitiesport."
'Vroeger', dat was in de Tweede Wereldoorlog. Uitgerekend de Duitsers, toen toch niet echt bekend om hun sympathie jegens invaliden, bedachten deze sport om hun blinden actief te houden. "Torbal komt van rolbal. In het begin werd de bal alleen gerold. Maar de Duitsers zagen al gauw dat de mensen mobieler waren dan ze dachten en ze hebben goalbal (de grote broer van torbal, DN) ontwikkeld. Torbal is dan verder uitgebouwd en de regels worden nog altijd aangepast."
De sport kent de kinderziektes waarmee elke sport ooit kampte, maar de Vlaamse Liga Gehandicaptensport (VLG) doet haar best om de sport te promoten en te verbeteren. "Dit jaar werd er een eerste trainerscursus gegeven, zodat de trainers een betere opleiding kunnen geven en beter kinderen kunnen begeleiden."
Gemoedelijkheid en gezonde ambitie gaan hand in hand bij torbalclub DOS Woluwe (opgericht in 1996). Je voelt je als nieuwkomer direct in je sas. Vind de dag van vandaag maar eens een club waar ze zo bekommerd zijn om elkaar en waar het machogedrag op geen enkel moment de kop opsteekt. Zo helpen de zienden de blinden bij de opwarming en tijdens de wedstrijd.
Wilfried Vandervelden, de blind geworden penningmeester-speler van de club, verwoordt het zo: "Het is een echte vriendenclub. We lachen graag, maar op het veld proberen we ernstig te zijn. De sport helpt om je concentratie te verhogen en is een manier om je te integreren. Het draait bovendien niet alleen om de wedstrijden, maar ook de derde time (nakaarten bij een frisse pint, DN) is heel plezant."
Muisstil
Op een wedstrijddag speelt elke ploeg drie à vier wedstrijden van telkens twee keer vijf minuten. "Dat lijkt kort, maar het is heel intensief," zegt Vandervelden. "Om de acht seconden kan de bal komen en dan moet je telkens weer op je zij duiken." De opeenvolging van ballen kan misschien nog het best vergeleken worden met een keeper zonder defensie of het gevoel dat de doelman van San Marino - om maar een elftal te noemen dat vaak verpletterend verliest - soms moet hebben.
Vandaag pik ik een wedstrijddag mee. Het valt meteen op dat de wedstrijden heel spannend kunnen zijn. Een bal die net voor de lijn met een gelukje gekeerd wordt, een andere die de twee palen aantikt. En zowaar een typische voetbalsituatie: ging de bal nu over de lijn of niet? Zulke situaties monden in een voetbalstadion steevast uit in gejoel van de supporters, maar hier wordt hooguit een zucht geslaakt. Muisstil zijn is dan ook de boodschap, en daaraan herinnert de scheidsrechter je om de vijf seconden met een luid: "Quiet, please!"
Er zijn drie scheidsrechters, twee op het veld en één aan de klok. Een van de scheidsrechters, met een stem als een klok, houdt alles strak in de hand. Geen kinderklasje dat zij niet de baas kan.
Iemand die het tijdens de wedstrijd weleens zou willen uitroepen, is de coach, Jean-Claude Meulemans. "Je zit daar op dat bankje en je ziet dingen foutlopen. Je wilt aanwijzingen geven aan je spelers, maar je mag geen kik geven. Gelukkig mag je per helft een time-out aanvragen, zodat je de spelers nog even kunt bijsturen."
Communicatie
De drie ploegen van Woluwe, Poseidon, Canonballs en Woluwe, treden aan in afdeling C, de derde en laagste klasse van de competitie. Rick Sermeus van Canonballs is vandaag met vijf goals in bloedvorm. Hij corrigeert me vaak en geeft veel tips tijdens de training. "Ik speel deze sport nu al vijf jaar en vind het echt leuk. Je maakt veel vrienden en leert veel bij, want je moet je andere zintuigen gebruiken en vooral op je gehoor afgaan."
Sermeus ziet torbal als een hobby, waar hij veel liefde voor heeft, maar toch is hij ambitieus. "Ik wil graag Europees niveau bereiken."
Woluwe, de ploeg van Wilfried Vandervelden, maakt dit jaar kans op promotie. "We hebben al in tweede klasse gespeeld. Vorig jaar stonden we in de heenronde zelfs aan de leiding in tweede klasse, maar we zijn door blessures alsnog gedegradeerd."
Deze speeldag is met vier overwinningen een groot succes. De twee andere ploegen zijn wat minder in vorm vandaag, en dat is ook Vandervelden niet ontgaan. "Het zijn jonge spelers en ze moeten nog op elkaar ingespeeld geraken. Er zit veel potentieel in, maar ze maken soms nonchalante fouten. Ze communiceren ook veel te weinig, en net dat is superbelangrijk."
Dat ondervind ik zelf tijdens de training. De wedstrijd die ik win, speel ik in een ploeg waar veel getikt en gebabbeld wordt.
Een ploeg die het er helemaal niet slecht van afbrengt, is de nationale torbalploeg. Op het WK in Oostenrijk behaalden de mannen- en de vrouwenploeg allebei zilver. In welke andere sporttak presteren de Belgen dat nog?
:: David Nassel is laatstejaarsstudent Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel
Torbal, wat is dat?
Hoe leg je een sport uit aan iemand die blind geboren is? "Je moet werkelijk alles stap voor stap uitleggen en dan de beweging samen met de blinde uitvoeren," zegt torbaltrainer Jean-Claude Meulemans. "Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen: 'We gaan vlinderen' - iemand die blind geboren is, weet niet hoe een vlinder beweegt. Uiteindelijk zocht ik naar raakpunten met andere sporten. En die zijn er genoeg. Torbal is een ploegensport van drie tegen drie, waarbij je moet proberen de bal in het andere doel te rollen. Alle spelers dragen een eye shield, een skibril met zwarte glazen, zodat de graad van visuele handicap geen rol speelt."
"Het veld is ongeveer zo groot als een volleybalterrein en elke ploeg moet op zijn helft blijven staan. Ook de bal komt uit het volleybal, alleen zitten er in een torbal belletjes, zodat de spelers horen waar de bal is. Het doel is zo breed als het veld en is 1,30 meter hoog. Voor het doel liggen drie matten, zodat de blinden zich kunnen oriënteren, zowel ten opzichte van hun ploeggenoten als van het doel. In het midden van het terrein zijn drie koorden gespannen. Als de bal een van die koorden raakt, is er een fout begaan en volgt er een penalty, waarbij een of twee spelers het terrein moeten verlaten."
"De aanval lijkt sterkt op een bowlingworp. Wel kun je je werptechniek vrij kiezen, zolang de bal maar naar de overkant rolt zonder de koorden te raken. Je hebt in totaal acht seconden om te passen en je aanval in te zetten. Aan de overkant wachten geen kegels, maar duiken drie tegenstanders als volleerde keepers plat op hun zij, zodra ze de bal horen vertrekken. Ze proberen de gaten zo klein mogelijk te houden door netjes naast elkaar te duiken met gestrekte benen en armen. In het beste, maar tevens pijnlijkste, geval rolt de bal tegen één van hen, waarop ze de tegenaanval kunnen inzetten.
Lees meer over: Sint-Lambrechts-Woluwe , Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.