Union-watcher Marissens over de situatie in het Dudenpark
Union is met zijn stamnummer 10 een belangrijk stukje Brussels sportief erfgoed. Decennialang bracht het tienduizenden mensen op de been. Voetbal was toen de sport van het volk, niet van de tv. Ook al decennialang is de ster tanende boven het Dudenpark, maar in het collectieve bewustzijn blijft de geest van Union hangen. Niet alleen in Brussel overigens, dat merk je wanneer er voetballiefhebbers uit Antwerpen, Brugge of Charleroi naar het Mariënstadion afzakken. Of uit Engeland, een land dat sportieve roots koestert. Het zijn enkelingen, maar ze doen het, en dat is veelzeggend.
Helaas worden supporters noch hun volkse clubliefde gewaardeerd bij Union. De huidige voorzitter (Michielsen) doet al jaren minachtend over het kleine percentje inkomsten dat de fans vertegenwoordigen. Die arrogantie is misplaatst, zeker nu de club weer in slechte papieren zit. Want de vorige voorzitter (Bové) heeft vorig seizoen wat te gul met dure spelerscontracten gestrooid. Buelinckx, Stassin en co deden de fans weer dromen. Die willen natuurlijk niets liever. Maar het gat in de clubkas was navenant: zowat 300.000 in amper zes maanden. Het beloofde geld van een bevriende investeerder deed de malafide man weliswaar in Sint-Gillis belanden, maar dan wel in het prison, toch ook een gebouw met geschiedenis en traditie. En Bové? Die werd zonder veel schroom weer aan boord van het vernieuwde clubbestuur gehesen.
Rad voor ogen
In het moderne voetbal staat of valt alles met centen. En Union heeft er geen, zegt het al járen. Zonder zich af te vragen hoe dat komt. Marketing? Nog nooit van gehoord. Publiekswerking? Onbestaande in het Dudenpark, tenzij eens een gratis entreekaartje voor een oefenmatch.
Union is rijk aan supporters, al komen ze lang niet allemaal naar het stadion. Investeer toch in die rijkdom! Doe moeite, en blijf moeite doen.
Union is mediageniek ook, maar het springt niet bepaald doordacht om met die media. En dus ook niet met sponsors. Union houdt gewoon niet van zijn sponsors. Het wil wel hun centen, maar denkt voor de rest niet mee.
Union is een club zonder visie. Al jaren. Daar kan de studie over een grondige renovatie van het historische stadion niets aan veranderen. Men wil er enkel zijn eigen bestuurlijke falen achter verstoppen. Zoals ook het terughalen van clubicoon Jacques Urbain slechts een vorm van camouflage was na de degradatie uit tweede klasse. Om de fans een rad voor de ogen te draaien. Eén trainer later is men weer op zoek naar geld bij buitenlandse investeerders. Maar investeerders willen winst en zullen vroeg of laat hun kapitaal opeisen. Geen gezonde oplossing, dus.
Neen, Union moet het geweer van schouder veranderen. De oplossing ligt hoedanook bij de erevoorzitter, die als burgemeester van Sint-Gillis aan de touwtjes trekt. En dat hebben de slimste supporters goed begrepen: Charles Picqué zal zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen. En als socialist kan hij geen coöperatieve vennootschap blijven ondersteunen zonder het volk mee te betrekken. Transparantie wordt een noodzaak. En als de fans een campagne in elkaar kunnen boksen zoals dat bij KV Mechelen en SK Beveren gebeurde, dan kan Union zelfs gered worden voor het (opnieuw) failliet is.
In tegenstelling tot wat sommigen beweren: clubliefde bestaat nog. Ook bij Union, in de coulissen vooral. Van dokter Dufaz over de Degimbes en Strackx tot Micheline en haar sympathieke wasmasjien. Ik hoop dat de spelers en hun club evenveel van deze mensen houden als zij van hen. Al betwijfel ik dat ten zeerste.
Geen echte clubspelers meer? Misschien hebben de clubs daar zelf wel mee schuld aan. Omdat ze spelers behandelen als wegwerpproducten. Een paar maanden niet goed? Weg ermee, we halen toch gewoon een nieuwe binnen! Vermeersch bij Brussels draait er zijn hand niet voor om, en hij heeft vele volgelingen.
Nog niet zo heel lang geleden speelde bij Union een energieke aanvaller. Geen echte 'scorende spits', maar wel nuttig in de opbouw, flegmatiek en stijlvol, een werker ook. Een echte Brusselaar, die als clubspeler (samen met zijn vader) aan de deur was gezet bij Woluwe. Op Union leefde hij weer op. Tot het wat minder begon te lopen en hij door de trainer prompt opzij werd geschoven. Een paar maanden later werd duidelijk dat Frédéric Hanssens ziek was. Kanker. Hij vroeg ons om het stil te houden, en streed met al zijn kracht (en hij had er véél). Elke keer stelde hij boudweg aan de telefoon dat hij zou genezen. En hij genas. Alleen duurde zijn geluk niet lang. 'Fredje' herviel en overleed eind juni.
Eind augustus begon het nieuwe voetbalseizoen. Op de eerste competitiedag stonden 'zijn' twee clubs tegenover elkaar: White Star-Union. Dat er toen niemand van beide clubbesturen aan dacht om ook maar één minuut stilte te vragen voor Frédéric, is tekenend. Twee maanden dood en al vergeten. Wraakroepend, onvergeeflijk. Clubliefde bestaat nog; het ontbreekt het voetbal aan spelersliefde.
De clubs van Fredje, ze zijn ziek. Zoveel is wel duidelijk. Union en White Star Woluwe staan onderin in derde klasse, klaar om af te glijden. Ze verdienen niet beter. Merci Fred, van jouw hakjes heb ik altijd genoten.
Lees meer over: Sint-Gillis , Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.