Vincent Vanasch wil na topseizoen ook schitteren met Red Lions

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
24/06/2015

Van een droomdebuut gesproken: tijdens zijn eerste seizoen bij het Nederlandse Oranje Zwart heeft Vincent Vanasch (27) zowel de kampioenstitel als de Euro Hockey League op zak gestoken. Op clubniveau heeft hij dus al heel wat eremetaal verzameld, en nu is het tijd om met de nationale ploeg te scoren. Te beginnen met de World Hockey League in Brasschaat.

“Uit moeilijke momenten kan je kracht putten, dat heb ik geleerd tijdens het seizoen bij Leuven,” vertelt de Brusselaar. “Vertrouwen bepaalt voor een groot deel hoe een keeper presteert, en net dat kreeg ik er niet. Men is er niet altijd correct geweest met mij, ik heb gezien wat er gebeurt als men achter je rug spreekt. Uit dat allemaal heb ik kracht geput die ik nog altijd in mij draag.”

Tot dan toe was de carrière van Vanasch nochtans vlot verlopen. Als zoon van de oprichter van de jeugdschool van White Star Hockey groeide hij zowat op met de stick in de hand. Dat was aanvankelijk als veldspeler en als keeper tegelijkertijd, maar toen White Star uit de hoogste divisie zakte, besloot hij naar Nijvel te trekken. Als doelman. “Ik heb tijdens mijn jeugd het geluk gehad dat in mijn ploeg nog een andere keeper was waarmee ik de goal deelde. En dan bedoel ik: tijdens wedstrijden elk één helft in de goal en één als veldspeler. De knoop om definitief keeper te worden, werd doorgehakt toen Nijvel mij als doelman aantrok.”

“Dat verleden als veldspeler levert me vandaag nog steeds voordelen op. Ik weet wat er omgaat in het hoofd van aanvallers en gebruik dat.”

Bij Nijvel deed Vanasch twee seizoenen lang ervaring op in de eredivisie, en toen vertrok hij naar Leuven. Dat het daar niet goed verliep, las u al. In de loop van het seizoen 2009 – 2010 verbrak hij er dan ook in onderling overleg zijn contract. “Nadat mijn contract bij Leuven vroegtijdig werd stopgezet, ben ik blijven trainen. Het seizoen erna heb ik bij Watducks kunnen tekenen, een Belgische topper.”

“Ik had het geluk dat hun keeper stopte. Dat hij de doelman was van de nationale ploeg, zorgde wel voor enige druk. Maar de club geloofde in mij. Zelfs al was ons eerste seizoen niet meer dan degelijk, met een uiteindelijke vierde plaats. Hun steun heb ik de seizoenen erna terugbetaald door mijn deel van het werk te doen in onze drie opeenvolgende titels.”

Ondankbare rol
Vanasch bewees met zijn opmars nogmaals hoe belangrijk vertrouwen is. Toen hij in 2012 met de Watducks op schema lag om zijn eerste titel te pakken, werd hij terug opgeroepen voor de nationale ploeg. Die had hij even opzij laten liggen na zijn moeilijke periode bij Leuven. ”Ik werd in februari uitgenodigd voor een stage en heb dankzij goede prestaties mijn plaats in de ploeg afgedwongen, en niet meer afgegeven. Op een paar maanden tijd ben ik dus in de ploeg geraakt die aan de Olympische Spelen in Londen heeft deelgenomen. Ongelooflijk, wie weet schrijf ik ooit een boek over die opmars (lacht).”

“Die Spelen waren uiteraard fantastisch. De sfeer, onze supporters die talrijk aanwezig waren. Het blijft een belangrijk moment uit mijn carrière. Alleen denk ik dat we, indien het geloof in onszelf groter was geweest, dichter bij een medaille hadden kunnen komen.”

Uitspraken als deze laatste durft de Brusselaar vandaag zonder problemen te doen. En daar zit zijn transfer naar het Nederlandse Oranje Zwart voor iets tussen (zie kaderstuk). Hij ging dit seizoen op zoek naar een nieuwe sportieve uitdaging bij de club uit Eindhoven, ging die aan, en sloeg met brio.

“Ik kwam er in een volledig ander systeem terecht. Bij Watducks speelden we vanuit een goede organisatie, maar in Nederland denken ze vooral aan aanvallen. Het is wel leuk dat ik meer ballen moet pakken, want tijdens mijn laatste seizoenen in België moest ik per match nog maar twee à drie keer in actie schieten.”

“Beter doen dan afgelopen seizoen wordt moeilijk. We zijn zowel landskampioen als Europees kampioen geworden. In de finale van de Euro Hockey League, tegen het Duitse UHC, heb ik in de shoot-out ook nog een paar ballen gepakt die ons de zege hebben opgeleverd. Dat is leuk, want als keeper heb je meestal een ondankbare rol.”

Schrik van de leeuwen
Ook onze Red Lions vormen een hechte groep. Dat kan ook moeilijk anders, want ze trainen maar liefst drie dagen per week samen. Daardoor is het programma van Vanasch bij zijn club beperkt tot twee trainingen en een wedstrijd. “Ons programma is nogal druk. Behalve zaterdag is het al hockey dat de klok slaat. Ik zit in mijn laatste jaar kinesitherapie aan het Isek, in Oudergem. Maar ik spreid dat over drie jaar, tot na de Spelen in Rio. Ik zou een paar maanden stage moeten doen en dat valt niet te combineren met ons drukke programma.”

“Het is uitzonderlijk dat sporters meer met hun nationale ploeg trainen dan met hun club. En er zal, indien we ons plaatsen voor de Olympische Spelen, later nog een vierde trainingsdag bij komen. Dat vinden de clubs niet zo leuk, maar ze krijgen wel spelers terug die nog beter zijn geworden.”

Het harde werk en de combinatie van jonge spelers en mannen die ervaring hebben opgedaan in het buitenland, moet de Red Lions eremetaal opleveren. Hun collectief blok moet de tegenstanders schrik aanjagen.

“Het is fantastisch om te zien dat bijvoorbeeld de Duitsers, die vroeger uit de hoogte naar ons keken, nu echt wel rekening met ons houden. Ik wil dat de tegenstanders schrik van ons hebben. Daarom moeten we leren winnen en prijzen pakken. Om te winnen moet je stappen zetten, dat komt niet zomaar. Je moet de nodige maturiteit tonen.”

Dat proberen onze Red Lions, net als de dames van de Red Panthers, momenteel in de praktijk te brengen tijdens de World Hockey League, die nog tot 5 juli plaatsvindt in Brasschaat. Een plaats in de top drie volstaat voor het behalen van hun ticket voor de Olympische Spelen van volgend jaar. “Al wil ik het daar niet bij laten. Indien we aanspraak maken op de overwinning, moeten we die pakken. Maar we zijn er nog niet. Iedereen doet alsof we al in Rio zijn, maar eerste moeten we ons langs een paar sterke tegenstanders manoeuvreren.”

“2016 is dé afspraak voor onze ploeg. Als we gaan, is het minstens voor de top drie. Een zevende plaats zou een ontgoocheling zijn. Ik hoop eigenlijk ook nog op de Spelen van 2020 in Tokio, om daarna rustig uit te bollen. Voor ik ermee stop zou ik graag een jongere keeper opleiden als opvolger. En dan mijn carrière afsluiten als veldspeler. Dat zou een mooi einde zijn.”

----------------------------

HOLLANDS LEF

De overstap van Vincent Vanasch naar Nederland heeft zijn ogen geopend. Hij heeft er een andere mentaliteit ontdekt die hem naar betere prestaties leidt. "Als wij Belgen iets weten, zeggen we dat we het niet echt weten. Nederlanders zeggen daarentegen altijd dat ze het weten, zelfs als dat niet zo is. Dat is het verschil," aldus de Brusselaar. "Ze hebben meer vertrouwen in zichzelf en hebben een veel grotere winnaarsmentaliteit. Ook op training. Elk spelletjes willen ze winnen. Dat is iets waar we als Belgen nog veel van kunnen leren."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Evere , Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni