600.000 euro voor unieke Noorddoorgang

Godfried Roelant
19/01/2018

| De Noorddoorgang was in de 19de eeuw voor de bourgeoisie een manier om zich door de stad te verplaatsen zonder last te hebben van het slechte weer.

De Brusselse regering maakt 600.000 euro vrij voor de restauratie van de Noorddoorgang die de verbinding vormt tussen de Adolphe Maxlaan en de Nieuwstraat. “Samen met de Sint-Hubertusgalerij vormt de Noorddoorgang een uniek complex. Het waren de eerste winkelgalerijen van die omvang in Europa”, aldus Roel Jacobs van Visit.Brussels.

De Noorddoorgang tussen de Nieuwstraat en de Adolphe Maxlaan ondergaat binnenkort een renovatie. De binnen- en buitengevels worden hersteld en ook de art nouveau glaskap krijgt een opknapbeurt. In totaal zullen de werkzaamheden aan de beschermde winkelgalerij zo’n 600.000 euro kosten.

‘Bourgeoisie behoeden voor armoede’

Historicus Roel Jacobs van Visit.Brussels kent de stad als zijn broekzak en legt aan BRUZZ uit wat de Noorddoorgang zo speciaal maakt. “Samen met de Sint-Hubertusgalerij vormt de Noorddoorgang een uniek complex. Het waren de eerste overdekte winkelgalerijen van die omvang in Europa.”

"De aanleg van galerijen moest een oplossing bieden voor het regenweer en de bourgeoisie tegelijkertijd ook een confrontatie met de armoede in de stad besparen."

Roel Jacobs, historicus bij Visit.Brussels

Roel Jacobs BRUZZ 1522

“Architect van de Sint-Hubertusgalerij Jean-Pierre Cluysenaar lag in 1847 aan de basis van de reorganisatie van Brussel. Die ging gepaard met de overkapping van de Zenne en de aanleg van de centrale lanen."

"Om ervoor te zorgen dat de bourgeoisie zich door de stad zou kunnen verplaatsen zonder last te hebben van regenweer werd er gestart met de aanleg van galerijen. Die moest hen ook een confrontatie met de armoede in de stad besparen.”

“Na de Sint-Hubertusgalerij volgde in 1881 de Noorddoorgang, waarvan nu alleen nog maar het verbindingsstuk tussen de Nieuwstraat en de Adolphe Maxlaan overblijft. Vroeger liep de galerij nog een heel stuk verder tot aan het Martelarenplein en de Zilverstraat. Dat laatste straatje gaf op zijn beurt uit op de Wolvengracht.”

‘Musea op het eerste verdiep’

De Noorddoorgang was veel meer dan alleen maar een winkelgalerij. “Op het eerste verdiep kon de bourgeoisie zich uitleven in de vele ‘musea’ die er gevestigd waren. Die kon je bereiken via een monumentale trap of een hydraulische lift, wat voor die periode toch redelijk uitzonderlijk was”, zo zegt Jacobs.

“Musea moet je niet zien in de huidige betekenis van het woord. Het ‘Musée du Théâtre’ was bijvoorbeeld geen museum, maar gewoon een theaterzaal. Dat geldt ook voor het ‘Musée de Lectures’, ofwel de bibliotheek die er gevestigd was.”

Glaskap als pronkstuk

De glaskap is het pronkstuk van de galerij. “Die kan gezien worden als de voorbode van de art-nouveau, de bouwstijl die aan het einde van de negentiende eeuw zijn intrede deed. Ook de gietijzeren lampen doen daar aan denken, al is de automatische vergelijking met Horta niet op zijn plaats. Die raakte vooral bekend omwille van zijn creatief gebruik van zonlicht, meer dan de spaghettikrulletjes in zijn gietijzerwerk.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Stedenbouw , Samenleving , Noorddoorgang , renovatie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni