Er heerst discussie over de betrouwbaarheid van de EPB-certificaten in Brussel, het attest dat informatie verstrekt over de energieprestaties van gebouwen. Dat blijkt uit een debat in het Brussels parlement.
Brusselse EPB-certificaten onder vuur: ‘Onbetrouwbaar en subjectief’
Afgelopen woensdag kwamen de EPB-certificaten uitgebreid aan bod in de commissie voor Leefmilieu en Energie. Er rezen heel wat vragen over de manier waarop EPB-certificaten in Brussel berekend en toegekend worden.
Wat is een EPB-certificaat?
Eigenaars die een gebouw in het Brussels Gewest te koop of te huur willen aanbieden, moeten over een EPB-certificaat beschikken. Zo’n EPB is momenteel alleen verplicht bij de verkoop en verhuur van een woning of kantoor, maar zal in de toekomst steeds belangrijker worden.
“Sinds de goedkeuring van het Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LKEP) en de Renolution-strategie wordt steeds vaker zo’n certificaat geëist”, zegt Brussels parlementslid Marie Nagy (DéFI) woensdag in de commissie. Zo besliste het Brussels parlement in oktober dat slecht geïsoleerde huurwoningen een jaar lang niet geïndexeerd mogen worden. Ook eigenaars van huurwoningen die geen EPB-label hebben, mogen de huurprijs een jaar lang niet indexeren.
Het certificaat krijgt dus steeds meer economische waarde, want een voordelig EPB-label betekent dat verhuurders hun huurprijzen kunnen laten stijgen. Een woning met een voorbeeldig EPB-label is ook meer waard op markt. “Daarom is het absoluut noodzakelijk dat deze certificaten zo betrouwbaar en nauwkeurig mogelijk zijn, maar tot op vandaag worden er voortdurend afwijkingen en inconsistenties gesignaleerd door burgers, professionals en televisieprogramma's", aldus Nagy.
Vijf certificateurs, vijf verschillende waarden
Daarmee verwijst het parlementslid naar een onderzoek van RTBF-programma #Investigation, waarin vijf EPB-certificateurs op één woning werden afgestuurd.
EPB-certificateurs zijn opgeleid en erkend door Leefmilieu Brussel. Op basis van onder andere de oppervlakte van de woning, isolatie en eventuele zonnepanelen maken zij een EPB-certificaat op, met onder andere de energieklasse van je woning (A tot G).
De resultaten van het RTBF-onderzoek lieten weinig aan de verbeelding over. “Dezelfde woning die aan vijf certificeerders werd voorgelegd, kreeg vijf verschillende waarden”, zegt parlementslid Christophe De Beukelaer (Les Engagés). “Iedereen is het erover eens: de EPB-certificeringsprocedure in Brussel moet hervormd worden.”
“Minister Maron (Ecolo) pakt graag uit met grootse ambities: de doelstellingen om CO2 te reduceren, kunnen voor Ecolo niet hoog genoeg liggen", zegt Cieltje Van Achter (N-VA). "Maar elke keer dat ik vraag naar een concrete, becijferde onderbouwing van die ambities krijg ik geen antwoord. In haar rapport over het nieuwe Brusselse klimaatactieplan deelt ook de Brusselse Raad voor het Leefmilieu die kritiek. De klimaatplannen lijken zuiver nattevingerwerk.”
Ook in het nieuwe klimaatplan ontbreekt het aan elke vorm van cijfermatige onderbouwing”, stelt Van Achter. “Maar het opvallendste is dat de ambitie torenhoog blijft, terwijl de maatregelen die erachter schuilgaan, stuk voor stuk werden afgezwakt of uitgesteld. Kijk bijvoorbeeld naar de renovatiestrategie, één van de twee grote werven waarop we in Brussel moeten inzetten om onze CO2-uitstoot te verlagen. Zo werd de verplichting om een EPB-certificaat voor je woning te hebben met zes jaar uitgesteld, naar 2031. Na de doelstelling voor 2030 dus. Het EPB-certificaat moet trouwens nog steeds hervormd worden, maar deze Ecolo minister lijkt hiervoor jaren studiewerk nodig te hebben. Ik vraag me echt af waar minister Maron mee bezig is, buiten lucht verkopen."
(Gewestelijke) maten en gewichten
De EPB is gebaseerd op een Europese verordening, maar is in België een regionale bevoegdheid. Dat betekent dat er verschillen zijn tussen de certificaten van de drie gewesten, bijvoorbeeld wat de energieklassen (A tot G) betreft. “In Brussel wordt een woning als energieverslindend beschouwd vanaf een jaarlijks verbruik van 276 kWh/m², tegenover 426 en 401 in respectievelijk Wallonië en Vlaanderen”, zegt De Beuckelaere. “Er zijn dus drie maten en gewichten, en Brussel is het strengste gewest.”
Verschillende parlementsleden pleiten dan ook voor een harmonisering tussen de Gewesten, maar volgens Maron is de kans klein dat het zover zal komen. “In theorie zou ik een harmonisering kunnen steunen, maar we worden beperkt door de Europese norm", zegt hij. "Die eist dat de EPB-klassen in verhouding staan tot het gemiddelde gebouwenbestand, en dat gemiddelde is in Brussel niet hetzelfde als in Vlaanderen en Wallonië.”
Volgens de minister zijn de EPB-eisen in Brussel ook niet per se strenger dan in Vlaanderen en Wallonië. "Het klopt dat we meer eisen stellen bij nieuwe woningen dan de andere gewesten, maar we zijn ook flexibeler als het gaat om bestaande gebouwen."
Theoretische vs. reële consumptie
Een andere bezorgdheid die door verschillende parlementsleden wordt aangehaald, is het verschil tussen de theoretische en de reële consumptie van gebouwen. Volgens De Beuckelaere zijn de theoretische consumptieniveaus - waarop het EPB gebaseerd is - soms twee keer zo hoog als de werkelijke, wat onrechtvaardigheid in de hand zou werken.
Maron erkent die verschillen, maar wijst erop dat een EPB-certificaat niet bedoeld is om het exacte verbruik van een onroerend goed te voorspellen. “Het exacte verbruik hangt af van de manier waarop een pand gebruikt wordt", zegt hij. "Verschillende huishoudens zullen verschillende hoeveelheden verbruiken, afhankelijk van het aantal gezinsleden, de huishoudelijke apparaten, de gewenste kamertemperatuur,... Bovendien kan het verbruik tijdens de levensduur van een woning sterk veranderen, waardoor het zo goed als onmogelijk is om het werkelijke verbruik van een gebouw in de EPB-regeling op te nemen."
Een nog nauwkeurigere berekeningsmethode, zou er volgens de minister toe leiden dat de kosten van het certificaat omhooggaan. “Er moet een evenwicht worden gevonden tussen de nauwkeurigheid van de methode, die een duidelijk beeld geeft van de energie-efficiëntie van het pand, en de kosten voor het opstellen ervan.”
Berekeningsmethode
Tot een harmonisering van het certificaat zal het dus niet komen, maar momenteel worden wel de berekeningsmethoden van de EPB-score herbekeken. Daarvoor heeft het Brussels Gewest een budget van vier miljoen euro uitgetrokken.
"De nieuwe methode zal een veel gedetailleerdere berekeningsmethode opleveren voor bestaande gebouwen", zegt Maron. "Prioriteit daarbij is om de berekeningsmethoden van de drie gewesten samen te voegen, al zullen de energieklassen in de drie gewesten blijven verschillen." De theoretische methode moet eind dit jaar volledig klaar zijn, de software in de loop van volgend jaar.
Lees meer over: Brussel , Stedenbouw , renolution , klimaatdoelstellingen , EPB-certificaten