Italiaanse architecten buigen zich over Molenbeek van de toekomst

Sint-Jans-Molenbeek heeft een studiebureau aangesteld om mee een langetermijnvisie uit te werken voor de stedelijke ontwikkeling van het hele grondgebied. De gemeente gaat daarvoor in zee met de Italiaanse architecten die ook het Park Spoor Noord in Antwerpen mee vormgaven.

Het doel van het Molenbeekse schepencollege is om een duidelijke visie te ontwikkelen over welke grote stedenbouwkundige projecten prioriteit moeten krijgen in Molenbeek de komende twintig jaar. Verschillende elementen, zoals de bevolkingsgroei, de leefbaarheid en de vraag naar (betaalbare) woningen, zullen in kaart gebracht worden om die toekomstvisie te bepalen.

Italiaans bureau

Molenbeek besliste de opdracht toe te kennen aan Studio Paola Viganò. Het gerenommeerde Italiaanse architectenbureau heeft een jarenlange ervaring met projecten in België, onder meer in Antwerpen waar het mee vorm gaf aan het Park Spoor Noord en het Theaterplein. Studio Paola Viganò ontwierp ook het nieuwe Marie Jansonplein in Sint-Gillis en werkt momenteel aan plannen voor het Vergotedok.

De opdracht verloopt in verschillende fases. De diagnose, waarbij Molenbeek dus in zijn geheel in kaart gebracht wordt, is intussen al van start gegaan. Zodra dat onderzoek afgewerkt is, zullen de prioriteiten bepaald worden. De laatste fase is het opstellen van een programma. Bij elk van deze fases krijgt het schepencollege tijd om de voorstellen te analyseren en feedback te geven.

Voorbereiding op toekomst

Het studiebureau zal zich ook specifiek programma uitwerken voor de projectoproep van het Brussels Gewest in het kader van de ontwikkeling van de Brusselse wijken. De gemeente vroeg om een sterk vijfjarig programma op te maken. "We hopen op die manier voldoende subsidies binnen te halen", aldus schepen Jef Van Damme (SP.A).

"Tegen het einde van dit jaar loopt onze samenwerking met het studiebureau af en zouden we aan de hand van hun onderzoek ook de volgende jaren de vruchten moeten kunnen plukken van hun werk", zegt Van Damme. "Zo zullen we beter in staat zijn om kwalitatief sterke projecten in te dienen voor andere projectoproepen die er zitten aan te komen."