Al bijna 65 jaar blinken de negen bollen van het Atomium aan de Brusselse einder, maar hoe werd het pronkstuk van Expo 58 gebouwd?
BIG CITY. Hoe werd het Atomium gebouwd?
"Hoe werd het Atomium gebouwd?"
Tot op vandaag heeft het Atomium iets futuristisch, maar het had er helemaal anders kunnen uitzien. Het plan om op dezelfde plaats een kaarsrechte betonnen toren van meer dan vijfhonderd meter hoog te bouwen, werd snel afgevoerd om het vliegverkeer niet te verstoren.
Georges baron Moens de Fernig, die commissaris was van de Wereldtentoonstelling, stelde daarop een Eiffeltoren voor van honderd meter hoog, maar dan op zijn kop, met de punt in de grond. Een belachelijk idee volgens André Waterkeyn, de ontwerper van het Atomium, die in 1954 een andere blikvanger voor ogen had: een gigantisch ijzerkristal. Waterkeyn zocht het, als directeur bij de federatie van de Belgische metaalindustrie, niet te ver. Het Atomium moest de Belgische metaalindustrie promoten.
Dat het bouwwerk uiteindelijk 102 meter hoog zou worden, wist de ingenieur toen nog niet. Opdat de bezoekers vlot door het bouwwerk konden bewegen, berekenden Waterkeyn en architecten André en Jean Polak dat de buizen tussen de bollen drie meter breed moesten zijn. Dat betekende dat het ijzerkristal 165 miljard keer moest worden uitvergroot, tot negen bollen van samen 2.400 ton zwaar. (Lees verder onder de foto's)
Heel andere dimensies dan de negen aardappelen en zestien breinaalden waarmee Waterkeyn de eerste maquette zou hebben gebouwd, met één bol op de grond en de andere zwevend erboven. Later bleken alsnog drie pijlers nodig te zijn om de andere acht bollen – met hun stalen frame in aluminium jasje – te ondersteunen.
De bouw begon in maart 1956. Een huzarenstukje dat in handen kwam van werfleider Frans Cools, toen amper 24 jaar oud. Elke ochtend om vijf uur liet hij bijna zestig arbeiders in bestelwagens aanrukken vanuit de Kempen. Stukje voor stukje staken zij de bollen in elkaar, als een bouwpakket waarvan de onderdelen afgewerkt naar de Heizel werden vervoerd.
Loodzwaar werk was het, en om de onderdelen de hoogte in te krijgen, moesten de arbeiders zich behelpen met stalen masten waaraan een kluwen van kabels met katrollen hing. Grote bouwkranen bestonden toen nog niet. (Lees verder onder de foto's)
Via de bogen van de bollen klommen de arbeiders zich een weg naar boven, via treden die Cools erop had laten lassen. En dat in een werkmansplunje dat enkel bestond uit een gebreide trui, een broek en bottines.
Echt veilig was dat allemaal niet. Van een helm was geen sprake, laat staan van handschoenen of een veiligheidsharnas. Hooguit een touw rond hun middel moest voorkomen dat de arbeiders naar beneden donderden voor de ogen van de vele kijklustigen die langs de werf stonden te gapen.
Ook zij zagen in de laatste weken hoe het alle hens aan dek was voor Cools en twintig van zijn beste stielmannen, die toen in een hotel in Laken verbleven voor de laatste loodjes. Pas enkele uren voor de officiële opening van de Wereldtentoonstelling, op 17 april 1958, was het Atomium definitief klaar.
Meer weten? Lees het in Brutopia. De dromen van Brussel van Pascal Verbeken.
Met dank aan Cinematek voor de archiefbeelden, te vinden op hun DVD 'Expo 58'
- VOLGENDE KEER Wie was Den Spauwer?
BIG CITY: stel zelf je vraag
Elke week gaat BRUZZ met Big City op zoek naar antwoorden op jouw vragen over Brussel. Vragen allerhande over jouw stad stel je online aan de redactie.
De vraag met de meeste voorkeuren wordt onderzocht en beantwoord.
Ook een vraag over Brussel? Zet onze journalisten aan het werk en stel je vraag via het formulier.
Welke vraag wil jij graag beantwoord zien?
Big City
Lees meer over: Brussel-Stad , Stedenbouw , Big City , Atomium , André Waterkeyn , Frans Cools