Op verschillende braakliggende plekken in de stad duiken modulaire woningen op waarin daklozen een tijdelijk onderkomen vinden. Het grote voordeel? Wanneer het terrein dan toch wordt bebouwd, kan men de woning gewoon verplaatsen. En de daklozen, die verhuizen mee.
| Robert Muylaert woont sinds kort in deze modulaire woning in Vorst.
Verhuizen als dakloze, dat is ook het verhaal van Robert Muylaert. De modulaire woning van deze zestiger stond eerst op het terrein bij de Van Praetbrug in Laken. Maar aan de bruikleen van die grond kwam een einde omdat stadsontwikkelaar Citydev daar een duurzame wijk wil bouwen. De verplaatsbare woonstudio werd overgebracht naar Vorst en Robert verhuisde met plezier mee.
In Vorst kan hij wel aarden, al mist hij de passage van de Van Praetbrug wel. Dat was altijd aangenaam, even een praatje maken met voorbijgangers. “Hier in Vorst zie ik alleen de flikken,” grinnikt Muylaert. Het nieuwe terrein waar de vzw Straatverplegers acht modulaire woningen heeft geplaatst, ligt verscholen in het groen, pal naast het politiecommissariaat Sint-Denijs en op een boogscheut van het OCMW van Vorst, het gemeentehuis en een Wijkgezondheidscentrum. In de verte hoor je soms een trein vertrekken van het station Vorst-Oost.
Af en toe probeert er iemand zijn auto te parkeren, zoals dat vroeger wel vaker gebeurde, maar ondertussen is dit stukje grond van bestemming veranderd. Er staan zes modulaire woningen, simpele studio's die aan de eisen van de Brusselse wooncode voldoen: 26 vierkante meter, met een eigen douche en toilet.
Het is de vzw Straatverplegers die de woningen optrok. Ze zijn een uitkomst voor Muylaert, die op straat leeft sinds zijn vrouw is overleden, zo'n twintig jaar geleden. “Het Zuidstation, het Noordstation, ik heb het allemaal gedaan,” zegt hij.
Tussen vier muren ziet hij zichzelf niet zo gauw meer leven. In zijn tiny house klaagt niemand wanneer hij naar luide muziek luistert of de tv aanzet. Robert woont hier goed. En mocht hij ooit onverhoopt toch moeten vertrekken, dan staat zijn tent al klaar.
Sommige bewoners zien de modulaire woning als een eindstation, maar voor de meesten zal het een tussenstation zijn. Wie naar een modulaire woning trekt, krijgt ook begeleiding door de medewerkers van de vzw Straatverplegers en gespecialiseerde hulpverleners. Uiteindelijk is het toch de bedoeling dat alle bewoners doorstromen naar de gewone huizenmarkt. De begeleiding kan soms tot tien jaar duren, vooral in het begin is het risico groot dat een persoon opnieuw op straat belandt.
Maatschappelijke nood
De modules die er nu staan, werden mogelijk gemaakt dankzij een projectoproep van Céline Fremault (CDH), oud-minister van Huisvesting. Eind 2018 kondigde ze aan dat de Brusselse regering verschillende hefbomen wilde creëren tegen dakloosheid. De modulaire woningen waren zo'n hefboom.
“Deze projecten beantwoorden aan dringende maatschappelijke noden en worden gerealiseerd door ruimtes te benutten die momenteel verwaarloosd worden: leegstaande gebouwen, gaten tussen gebouwen, braakliggende of tijdelijk verlaten terreinen,” klonk het toen.
Er werd een miljoen euro vrijgemaakt voor verschillende projecten. Uit de meest recente informatie van Brussel Huisvesting blijkt dat er in Brussel 22 modulaire woningen zijn, van Modulo, Home for Less, Moving Nest, Swot Mobiel en Woonbox.
Dat er nood is aan betaalbare woningen blijkt uit de cijfers. De vzw La Strada telt elk jaar het aantal dak- en thuislozen. Tijdens de laatste telling eindigden ze op meer dan 4.000 daklozen. Daarnaast staan er nog zo'n 50.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat er nood is aan innovatieve oplossingen is dus bewezen, maar tussen wens en praktijk staat nog vaak de realiteit. Zo liep het project van vzw Straatverplegers acht maanden vertraging op door een discussie over wie bevoegd was om de bouwvergunning af te leveren, de gemeente of het Gewest?
Pioniersrol
In Wallonië legt de wet 'l'habitat léger' de voorwaarden vast om een vergunning te krijgen voor het plaatsen van een joert, container of tiny house. In Brussel is een nieuwe ordonnantie in de maak die de zaken ook hier zal vergemakkelijken, al moest het besluit rond stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur na verschillende leesrondes terug naar de tekentafel.
“Dit besluit moet het tijdelijk omvormen van gebouwen met een andere functie naar huisvesting voor mensen in een precaire situatie vlotter laten verlopen. Het is onze ambitie om dit besluit voor de zomer door de regering te laten goedkeuren,” klinkt het op het kabinet-Smet.
Het grote voordeel van zo'n tijdelijke vergunning is dat de bestemming niet veranderd hoeft te worden, zegt Stijn Beeckman, teamcoördinator Wonen bij SAAMO. “Dat betekent dat een stuk grond met commerciële bestemming tijdelijk een woonfunctie kan krijgen en daarna weer een commerciële bestemming,” legt hij uit. De afgelopen jaren boog Beeckman zich – mét de toekomstige bewoners – over de ideale modulaire woning in Jette. Ook ging het team op zoek naar leegstaande terreinen. Hij vond naar eigen zeggen zo'n vierhonderd hectare braakliggende grond.
Op structurele basis zouden er jaarlijks zo'n vierhonderd extra woningen moeten bijkomen voor mensen met lage inkomens, volgens Straatverplegers. Al onderstrepen ze wel dat de modulaire woningen maar een deel van de oplossing zijn. Ze zorgen ervoor dat er geen vijf jaar moet worden gewacht tot er nieuwe woningen gebouwd zijn.
Lees meer over: Vorst , Stedenbouw , daklozen , tiny houses , modulaire woningen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.