Sommige recensenten verwijten haar te overdrijven met emotie en miserabilisme. Op het Festival van Cannes kaapte de Libanese Nadine Labaki toch maar mooi de prijs van de jury weg. Volle zalen krijgt ze aan het huilen met Capharnaüm, het hartverscheurende verhaal van een aan zijn lot overgelaten kind.
Terwijl Europa soms ruziet over de opvang van een boot vol vluchtelingen, ving Libanon meer dan een miljoen voor het oorlogsgeweld gevluchte Syriërs op. Onder hen Zain Alrafeea, die de hoofdrol speelt in Capharnaüm. Zain speelt Zain, een kind dat van zijn straatarme, papierloze ouders in Beiroet wegloopt wanneer die een van zijn zussen verkopen. Zijn overlevingsstrijd is erg aangrijpend, het dynamisch realisme van cineaste Nadine Labaki efficiënt. Er wordt hevig gereageerd op de film van de Libanese scenarist-regisseur-actrice. Velen zijn blij dat hij zoveel onrecht aanklaagt en zoveel emoties losmaakt, anderen betreuren dat Labaki geen maat weet te houden. Voer voor discussie.
Emoties horen toch bij het leven? Journalisten zijn dol op het woord en het begrip terughoudenheid. Ik ben daar allergisch voor.
Wie je kent van je zonnige debuutfilm Caramel, zal zich doodschrikken bij het zien van Capharnaüm.
NADINE LABAKI: Caramel is mijn eerste film. Ik herinner me de opwinding nog heel scherp: een droom werd eindelijk werkelijkheid. Maar ik heb sindsdien een hele weg afgelegd. Ik ben getrouwd, heb kinderen gekregen en heb tonnen meer levenservaring. Helaas is ook de wereld enorm veranderd sinds 2007. Caramel was heel zonnig en kleurrijk. Sindsdien is er een donkere wolk voor de zon geschoven.
Het is niet nieuw dat er onrecht wordt gedaan aan mensen die het systeem uitsluit, maar het lijkt alsof we dat normaal zijn gaan vinden. Alsof het normaal is dat families verkommeren, omdat ze niet over de juiste papieren beschikken.
Of het nou Beiroet, Parijs of Brussel is: het landschap verandert overal. De vluchteling maakt deel uit van ons dagelijkse leven, maar we doen alsof dat niet zo is en we niet moeten helpen.
En die onwil of onverschilligheid maakt je razend.
LABAKI: Ik wil mijn verantwoordelijkheid als mens opnemen. Ik zie het als mijn plicht om te reageren op wat ik dagelijks rond mij zie. Hoe doe ik dat het best? Door een film te maken. Want dat is wat ik kan. Cinema is voor mij een manier om mijn woede en frustratie uit te drukken. Het lot van die vluchtelingen mag ons niet onverschillig laten. Het onrecht en het systeemfalen mogen ons niet niet raken, niet niet opstandig en boos maken.
Je raakt veel thema’s aan, maar kinderverwaarlozing staat centraal. Waarom?
LABAKI: Als je de wereld wilt veranderen, moet je bij de kinderen beginnen. Het kwaad in de wereld begint bij kinderen die niet genoeg liefde kregen. Wist je dat je wetenschappelijk een verschil kan vaststellen tussen een gelukkig, geliefd kind en een verwaarloosd kind? De hersenen van een geliefd kind zijn rond als een mooie ballon, dat van een ongeliefd kind als een verschrompelde appel.
In de film noemt Zain zichzelf een parasiet. Hij vindt zijn leven een hel. Zelfs een hond wordt beter behandeld dan hij. Straatkinderen zeggen zulke dingen en dat is niet normaal. Sommigen weten niet hoe oud ze zijn of wanneer ze verjaren. Tegen die kinderen is dus nooit gezegd: jij bent belangrijk, we vieren jou op de dag dat je geboren bent.
Een kind is een sacraal wezen, een engel. Dat behandel je niet als een stoel. Maar dat gebeurt wel. Sommigen vinden dat mijn film te ver gaat. Maar wat de film toont, stelt niets voor vergeleken met de werkelijkheid en het extreme lijden. We praten over kinderen waar niemand tegen praat, die niemand ooit omhelsd heeft en die dag na dag verwaarloosd, geslagen, misbruikt en verkracht worden.
In Capharnaüm schiet bijna iedereen tekort: de ouders, de omgeving, de overheidsdiensten. Het is om moedeloos van te worden, maar dat is natuurlijk ook geen oplossing.
LABAKI: Dat is inderdaad geen oplossing. Individueel hebben we massaal de indruk dat het probleem te groot is en dat we er niets aan kunnen doen. Maar we worden ook gebrainwasht om zo te denken.
Idealistische mensen die wel nog positief denken en wel hun steentje bijdragen, krijgen te horen dat ze naïef zijn en met hun hoofd in de wolken leven. Ik heb dat al vaak mogen horen. Men stelt optimisme, idealisme en hoop gelijk met naïviteit. Ik begrijp dat niet. Is het soms beter om lui, onverschillig en cynisch te blijven? Je moet stevig in je schoenen staan om tegen dat cynisme en pessimisme in te gaan. Ik zie het ook bij journalisten die steigeren als een film emotioneel wordt.
Sommigen vinden Capharnaüm te larmoyant.
LABAKI: Vreselijk toch? Wat is daar mis mee? Emoties horen toch bij het leven? Journalisten zijn dol op het woord en het begrip terughoudenheid. Ik ben daar allergisch voor. Wat wil dat zeggen, terughoudendheid? Toch dat je een emotie tegenhoudt? Wat is daar nou goed aan?
Zodra er een traan in beeld komt, doen ze de film af als larmoyant. Een traan is toch een normale, natuurlijke reactie. Ik begrijp wel dat je niet gemanipuleerd wilt worden, maar met een oprechte traan is toch niets mis?
> Capharnaüm. LB, US, dir.: Nadine Labaki, act.: Zain Alrafeea, Yordanos Shiferaw
Lees meer over: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.