In zijn eerste eigen grote KVS-project evoceert de Genkse theatermaker Gökhan Girginol de brute kracht van het creatieve leven dat hij opzocht in de mijnwerkerscité waar hij opgroeide, en dat hij later ook terugvond in andere gemeenschappen in de marge.
Gökhan Girginol: 'Theater is meer dan acteren'
Gökhan Girginol studeerde drie jaar geleden af als theatermaker aan het RITCS en rolde daarna meteen van het ene project in het andere. Hij speelt een van de hoofdrollen in de film Problemski Hotel van Manu Riche, had een belangrijke rol in de VTM-serie Spitsbroers en maakte, naar aanleiding van vijftig jaar Turkse migratie, met de bewoners van de mijncités in zijn geboortestad Genk het grootschalige theaterproject Herzaman. Enkele onervaren jonge kunstenaars die daaraan meewerkten, dragen ook bij aan de nieuwe theaterproductie Robin Hassan Hood, waarin Girginol op een heel beeldende manier de sfeer van het creatieve leven in de marge schetst.
Als we hem spreken, heeft Girginol pas een workshop voor het jongerenproject Transfo-Collect gegeven in GC De Kriekelaar. "Transfo-Collect organiseert toneelateliers voor Brusselse jongeren, in de hoop dat ze daarna op de een of andere manier hun weg in het theater vinden," legt hij uit. "Het RITCS en De Kriekelaar namen het initiatief omdat niet alle Brusselse jongeren de weg naar de toneelscholen vinden, of een plek hebben om zich op langere termijn te ontwikkelen. Het is geen school, maar een soort werkplaats die professioneel structuur biedt en toonmomenten mogelijk maakt."
Mooi dat je je als jonge maker ook al bezighoudt met lesgeven.
Gökhan Girginol: Voor mij is dat niet lesgeven. Het is kennis verspreiden en daar zelf ook wijzer van worden. Voor er in mijn leven sprake was van kunst of theater, was ik altijd al bezig met mensen samen te brengen om samen dingen te creëren. Mijn grootvader en mijn vader waren mijnwerkers, en ik ben geboren in 1988, het jaar waarin de mijnen bij ons zijn gesloten. Ik heb dus wel wat meegekregen van de solidariteit die er toen heerste. Het huis zat altijd vol met vrienden en buren, kinderen mochten buiten spelen zonder dat hun ouders paranoïde werden, het gebeurde geregeld dat je eten kreeg en ging slapen bij de buren om dan 's anderendaags terug naar huis te komen. Ik denk nog wel eens met nostalgie terug aan die tijd, maar dat collectieve gaat ook goed samen met theater maken. Ik was amper uit de humaniora of ik regisseerde al gastjes in een buurthuis. Voor mij is theater meer dan gewoon wat kunst maken en acteren. Ik vind de ziel belangrijk. Dat zie je ook in de vorm van de dingen die we maken. Het is geen repertoire. Ik wil samen iets vertellen en probeer dat op een universele manier te doen.
De kunsthumaniora waren jouw spreekwoordelijke redding. Hoewel je pa sceptisch was, ben je daar uiteindelijk thuisgekomen.
Girginol: Ik had al zoveel uitgeprobeerd dat ik ongeloofwaardig was geworden. Maar wat ik tot dan had kunnen uitproberen, was heel beperkt, hoogstens het beste van het slechtste. Als ik zei dat ik muziek wilde spelen, dan moest ik mijn plan trekken met die gitaar die toevallig thuis stond, begrijp je? Mijn pa wilde me na enkele verpeste kansen de bouw in sturen, maar mijn passie lag bij zelfexpressie: schrijven, muziek maken, discussiëren, een groot bakkes opzetten… zolang er maar iets bewoog. Toen ik hoorde dat dat in de kunsthumaniora mogelijk was, kwam mijn motivatie terug. Ik ben nooit meer blijven zitten en op het RITCS haalde ik twee keer onderscheiding. Voordien werd ik weleens als een zot afgeschilderd. Ik had me die rol ook eigen gemaakt omdat ik me zo meer kon permitteren. Maar je mag nooit iemand onderschatten of vastzetten in een rol. Ik zat anders in elkaar en moest mijn plek vinden.
Ook op het RITCS had je het niet makkelijk.
Girginol: Het was een zware studie. Mijn pa raakte ook opeens verlamd, en ik heb toen een jaar na mijn studie in een kraakpand aan de Kruidtuin gewoond. Maar ik had er veel voor over. Mensen die me zagen spelen in Spitsbroers dachten dat ze mij rechtstreeks van de straat hadden geplukt. Maar achter die rol zat een hele opleiding en een lang nomadenverhaal.
Wat was het uitgangspunt voor Robin Hassan Hood?
Girginol: Ik wilde niet het verhaal van Robin Hood vertellen. Ik vond het skelet geschikt als vertrekpunt voor een stuk in de beeldende taal die ik had ontwikkeld met Woyzeck Serdi Faki, Herzaman en tijdens mijn opleiding aan het RITCS. In het levensverhaal van de verstotenen, de paria's of de vrijbuiters van Sherwood Forest, herkende ik mijzelf, vandaar die woordspeling. Robin wordt Hassan, en de "hood", dat zijn de getto's, de cités, de achterbuurten waar ik vandaan kom en waar ik altijd weer in beland – of ik nu in Genk, Brussel, Istanbul of Nepal ben. Ook in Nepal heb ik de slums bezocht, waar verschillende gemeenschappen moeten zien samen te leven en creatief moeten zijn met het weinige dat ze hebben. Creatief zijn behoort daar tot het gemeenschappelijke erfgoed. Zelf speelgoed maken bijvoorbeeld – de poëzie daarvan spreekt me heel erg aan. Onze voorstelling is een beeldenstorm van oerbeelden die de sfeer van zo'n universele "hood" neerzet. We hebben daarvoor met mijn vrienden van Vidski gefilmd op verschillende plaatsen met een tijdloos karakter in Genk, en die beelden laten we samenkomen of botsen met de toneelbeelden. Op het podium staan Recep Yagizoglu, een oudere acteur, danser Mohamed Boujarra en acteur Soufiane Chilah, die recent nog in Black heeft gespeeld. Ikbal Muhammet is een soefizanger, en onze coach, Willy Thomas, spreekt live slogans uit en werkt vooral langs de zijlijn mee aan de voorstelling. Ik doe de inleiding en heb dus als een zwerver verschillende bronnen aangeboord en daarbij geen negatieve of positieve oordelen uitgesproken, maar ook niets verbloemd.
Robin Hassan Hood
data: 14 > 16/1, 20.00
waar: KVS, Brussel
Lees meer over: Brussel-Stad , Podium
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.