De komst van een buurtregisseur moest de relatie tussen de politie en de Versailleswijk in Neder-over-Heembeek verbeteren. Dat leek te lukken. Tot agenten bikkelhard optraden tijdens de lockdown. Ook tegen kinderen die even buiten speelden.
| De Versailleswijk in Neder-Over-Heembeek: dat de spanning tussen Brusselse jongeren uit moeilijkere buurten en de politie soms te snijden is, hoeft geen betoog meer.
Dat de spanning tussen Brusselse jongeren uit moeilijkere buurten en de politie soms te snijden is, hoeft geen betoog meer. Het overlijden van de negentienjarige Adil in april in Anderlecht bij een aanrijding met de politie nadat hij voor een controle op de vlucht was geslagen, vormde een triest orgelpunt. Het was de aanleiding voor de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement om zich te buigen over het groeiende wantrouwen tussen de politie en jongeren. Terwijl de parlementsleden binnenskamers experten aan het woord lieten, steeg de temperatuur op straat verder. De gewelddadige confrontaties tussen politie en jongeren volgen elkaar steeds sneller op. Na het bericht dat de politie volgens het parket geen schuld trof bij de dood van Adil werd even gevreesd voor rellen, maar het bleef relatief rustig.
In de commissie schoof de politie zelf een toekomstmodel naar voren: de buurtregisseur, een agent die binnen het wijkcommissariaat werkt als ambassadeur van de politie. Een proefproject dat het vertrouwen kon herstellen, een situatie van getrokken messen kon helpen om te buigen naar wederzijds respect. Met Beata Jonczyk, vroeger inspecteur bij de interventie in Schaarbeek, kreeg de Versailleswijk in Neder-over-Heembeek zo iemand met de nodige ervaring met gezinnen in precaire situaties. De juiste vrouw op de juiste plaats.
De wijk naast de witte villa's op de Versailleslaan met de typische woonblokken van een zestal verdiepingen met her en der een uitschieter van twintig hoog, omgeven door gras en met onkruid begroeide betonnen paadjes, stond lang bekend als probleemwijk. “Er was nood aan een lokaal commissariaat dat dag en nacht open is voor de bewoners van Neder-over-Heembeek en Haren,” vertelt Bea Jonczyk. “Er waren problemen van kleine criminaliteit, drugtrafiek, diefstal met geweld, vandalisme en er heerste een onveiligheidsgevoel. Het is een armere wijk met een hoge concentratie aan sociale woonblokken waar weinig te beleven was. Jongeren hingen hier rond of kwamen van andere wijken van alles uitsteken omdat er geen politie in de buurt was.”
Twee jaar geleden kwam pal in het midden van de wijk een nieuw commissariaat. De politie en de wijk werden plots dichte buren, twee tegengestelde werelden op een zakdoek. “Als twee groepen elkaar niet kennen, staan ze vijandig tegenover elkaar,” aldus Jonczyk. “Om de relaties met de wijk en de jongeren te verbeteren, zette ik projecten op met de buurt. Zo willen we samen met de jongeren een film maken. Er is een sociaal bemiddelaar, ik werk ook samen met het buurtjeugdhuis. Er zijn acties waarbij collega's te voet door de wijk trekken om te tonen dat we aanspreekbaar zijn. Binnenkort worden jongeren uitgenodigd op het commissariaat.”
We willen met haar de wijk intrekken om samen met jongeren te spreken, maar dat gaat niet. “Ik werk met veel partners samen rond verschillende thema's zoals overlast, maar evengoed parkeerproblemen. Ik ken niet alle jongeren bij naam. Neder-over-Heembeek telt 33.000 inwoners. Ik heb mijn kaartje gegeven aan verschillende partners. Als er iets is, kunnen ze mij bellen.”
Sinds de opening van het nieuwe commissariaat, is de situatie in de buurt sterk verbeterd, zegt ze. “Zowat alle criminaliteitscijfers zijn significant gedaald.” Zo stond het ook in een interview met de politie in de lokale krant Uilenspiegel dit voorjaar. “Vroeger was er een drugprobleem aan de Versailleswijk, dat kan nu niet meer (…). De Versailleswijk was een probleemwijk, maar nu is er een heel andere relatie met de politie (…). In het begin zeiden de jongeren dat het commissariaat tégen hen gericht was. Dat is vandaag niet meer het geval.” Of zoals Jonczyk stelt: “Met de jongeren zijn er de voorbije tijd geen incidenten of problemen.”
Boksen
Goed nieuws, maar op de straat krijg je toch een genuanceerder beeld. Verschillende buurtbewoners melden ons dat de ergste drugproblemen voorbij zijn, omdat de grootste kopstukken in de gevangenis zitten, maar dat er nog altijd trafiek is van softdrugs. “Het is niet omdat de politie het niet ziet, dat het niet meer gebeurt,” klinkt het. 'Mehdi' en 'Scizzo, IPPJ, libéré piqué' staat in graffiti op een muur geschreven. De naam van jongeren die naar de gevangenis of een gesloten instelling moesten. Een jongeman die we aanspreken, reageert eerst stoer dat hij de wijk op zijn duimpje kent, maar klapt dicht als we hem vragen willen stellen.
“Er zijn nog wel problemen, maar de mentaliteit bij jongeren is sterk verbeterd,” zegt Salma Ayachi, een van de partners van Jonczyk. Dat het beter gaat in de wijk, is vooral dankzij de inspanningen van het buurtcomité, zegt ze. Omdat ze haar vijf zonen een betere toekomst en meer mogelijkheden wil bieden, begon ze met andere buurtbewoners allerlei activiteiten te organiseren. Er is een zaalvoetbalploeg die het “ver schopt zónder coach en zónder zaal”, er zijn thema-avonden, activiteiten voor de min- en plus-achttienjarigen. Ze drong er bij de Stad op aan om de intussen druk gebruikte street-workouttoestellen te financieren. Ze wijst naar de lange rij mensen die met een caddy aanschuiven voor de voedselbedeling aan het jeugdhuis. “Jongeren hebben die voedselpakketten gemaakt, ze wilden helpen.” Ze hoopt hier bokstrainingen te organiseren. “Boksen heeft mijn zonen niet alleen meer zelfvertrouwen, maar ook meer respect van anderen gegeven. Binnenkort mogen de lessen plaatsvinden in de polyvalente zaal in het commissariaat, maar eerst wilde de politie dat niet.”
Is de spanning tussen de politie en de jongeren dan van de baan? Ayachi erkent dat het contact begin vorig jaar verbeterd was, maar de broze entente lag dit voorjaar weer aan diggelen. “Tijdens de eerste lockdown heeft de politie hier bijzonder hard opgetreden om de Covidmaatregelen te laten naleven. Kinderen zijn geslagen met een matrak omdat ze buiten kwamen. Toen jongeren met te veel buiten sportten, heeft de politie hen met honden opgejaagd. Waarom zo agressief? Waarom kunnen ze de jongeren niet met meer respect behandelen? Natuurlijk moesten de maatregelen nageleefd worden, maar er zijn ook veel onterechte boetes uitgedeeld. Mensen wonen hier op kleine ruimtes. Zo lang binnenzitten is moeilijk, maar op een bepaald moment was er een totaal verbod om buiten te komen. Als een jongere vijf minuten buiten kwam, stond de politie er al.”
Veelal patrouilles van buitenaf, denkt Ayachi, die met veel machtsvertoon arriveerden. “Ze vielen hier binnen alsof het hier vol wapens en drugs zit. Alsof ze meespeelden in een film en zij de cowboys waren die de wilde indianen een lesje moesten leren.”
Ayachi zegt het te hebben aangekaart bij de buurtregisseur, maar erkent dat ook jongeren in de fout zijn gegaan. “Er is een paar keer met stenen gegooid. Dat valt niet goed te praten, maar als de politie zich zonder reden zo hard opstelt, werkt dat een tegenreactie in de hand. Jongeren voelen zich slecht behandeld door de politie.”
“Mensen wonen hier op kleine ruimtes. Zo lang binnenzitten is moeilijk, maar op een bepaald moment was er een totaal verbod om buiten te komen”
Boetes
Ging het er de voorbije maanden dan toch hardhandig aan toe? “Dat zeggen sommige buurtbewoners, ik ben daar niet van op de hoogte,” zegt Beata Jonczyk. “De wijkdienst van de politie werd anders georganiseerd tijdens de lockdown, ze werden voornamelijk ingezet als Covidpatrouilles.” Jonczyk kreeg wel veel klachten van ouders dat hun kinderen onterecht Covidboetes kregen. “Vaak reageerden ze dat ze niet op de hoogte waren van de regels.”
Jonczyk begrijpt wel dat ouders soms niet anders konden dan hun kinderen naar buiten te sturen. “Het is niet gemakkelijk om als groot gezin plots dagenlang te moeten samenleven op zestig vierkante meter. Ik heb ouders uitgelegd dat hun kind alleen om boodschappen mocht, maar niet in zijn eentje naar buiten mocht om anderen te ontmoeten of buiten te spelen. Gebeurde dat wel, dan kregen ze een boete van 250 euro. Dat konden ze vaak niet betalen. Daarom adviseerde ik hen om hun kind te vergezellen als het buiten ging.”
Het zijn Covidregels die elders nochtans niet golden. Zet zulke forse handhaving het prille vertrouwen niet onder druk? “De eerste lockdown was een moeilijke, bijzondere situatie. Er was weinig geweten over het virus, iedereen was bang. Politici vroegen ons om hard op te treden in het belang van de bevolking. Er werd gezegd: iedereen die zonder reden buiten is, moet een boete krijgen. Dat besliste de politie niet, dat besliste de overheid.”
Ze benadrukt ook dat jongeren die tegen de lamp lopen, niet moeten weglopen. “Als je iets verkeerd doet en je wordt gepakt, dan heb je verloren. Dan moet je je overgeven. En ouders moeten ook instaan voor de opvoeding van de kinderen.”
Maar over agressief optreden door de politie tegen de lokale bewoners weet ze niets. “Dat zijn geruchten of verhalen die zich elders afspeelden, niet hier. Nu, iedereen moet begrijpen dat ook een wijkagent niet alleen een vriendelijke man is die een vertrouwensrelatie opbouwt, hij blijft een agent die controlerend én repressief moet optreden. Zeker in het geval van een pandemie waarbij de volksgezondheid in gevaar is. Maar sommigen hebben lak aan elke regel. Als zij gecontroleerd worden, geeft dat altijd spanningen.”
Áls er al geweld wordt gebruikt door de politie, is dat altijd als reactie op geweld door de andere zijde, benadrukt ze nog. “Nooit andersom of gratuit. Als die incidenten zich écht hebben voorgedaan moet daar ofwel een pv van bestaan, een formele klacht of bewijzen.”
Geruchten
Zijn het inderdaad slechts geruchten? Of verhalen die zich enkel elders afspelen? We proberen te verifiëren. “Toen ik tijdens de eerste lockdown even buiten was met mijn vriendje, kwamen er twee agenten, één van hen was een vrouw,” vertelt Loay Geben, de twaalfjarige zoon van Ayachi. “Ze vroegen boos of ik hen net voordien had uitgescholden. Ik antwoordde van niet. Toen hebben ze ons door elkaar geschud. We moesten op het terrein op onze knieën gaan zitten met onze handen op de rug. Eén agent heeft me op een bepaald moment op mijn onderrug geslagen met een matrak, ik had dagenlang een blauwe plek. Mijn vriendje was bang dat ze zijn arm zouden breken. Hij schreeuwde dat hij pijn had, maar de agente dacht dat hij haar voor de gek hield. We hebben daar een paar minuten gezeten, tot mijn oudere broer ons is komen halen.” Buurvrouw Rachida zag het vanuit haar raam gebeuren. “Toen ik zag dat ze hem op zijn billen sloegen, was ik totaal geschokt.” Sindsdien is Loay bang. “Sommige agenten zijn vriendelijk, andere echt gemeen.”
Yassine, animator voor de min-achttienjarigen in de wijk beschrijft hoe de agressieve aanpak tijdens de lockdown olie op het vuur gooide. “Er zijn al langer communicatieproblemen. Jongeren vinden dat ze niet gerespecteerd en vaak agressief benaderd worden, de politie vindt dat jongeren hen beledigen.” Op een dag tijdens de lockdown zakte de moraal onder het vriespunt. “Een groep jongeren was buiten aan het voetballen, er liepen kinderen rond. Ze waren inderdaad met te veel, maar plots arriveerden hier erg veel agenten die iedereen opjaagden met honden. Ze dreigden om die los te laten, iedereen was bang. Toen liep het bijna uit de hand. Jongeren wilden fel reageren, gelukkig is het weer gekalmeerd.”
Mama Louise, een gepensioneerde Afrikaanse vrouw herinnert het zich nog levendig. “Ik was die dag even een luchtje komen scheppen, ik zat al zo lang binnen. Verschillende jongeren waren buiten aan het spelen, het deed me deugd. Tot plots al die agenten met honden opdoken. Alle kinderen liepen doodsbang weg. Waarom doen ze zoiets?” klinkt het geëmotioneerd. “De kinderen deden helemaal niets verkeerd. Een Belgische agent kwam naar me toe om me te kalmeren. In het Lingala excuseerde hij zich, dat het een Covidcontrole was. Oké, maar waarom op die manier?”
Ook Youness Ait el Caddi, dansleraar en urban-dancekampioen, en tevens voorzitter van het wijkcomité zag hoe agressief agenten optraden tegen onder anderen Loay tijdens de lockdown, maar ook voordien. Hij is een van de weinige anciens uit de buurt met vrienden bij de politie. “Tijdens de lockdown heb ik zelf vaak bemiddeld tussen beiden. De jongeren respecteren mij omdat ik hier twintig jaar woonde, de politie ook omdat ze weten dat ik met de jongeren kan praten.”
Diep wantrouwen
Hij stelt dat een groot deel van het probleem is dat het vaak gaat over patrouilles die van buitenaf komen. “De lokale agenten gedragen zich niet zo en zeker niet als ik in de buurt ben. Externe ploegen stellen zich wél vaak agressief op. Ze proberen je te destabiliseren: bij een identiteitscontrole zegt de ene dat je door mag en de andere van niet. Dan kán je nooit goed reageren.”
Hij herinnert zich hoe hij een keer in discussie ging. “Ik vroeg waarom zij ons hier altijd zo hard kwamen aanpakken. Die agent antwoordde dat hij hier nooit eerder was geweest, hij kwam uit Elsene (De Versailleswijk ligt op het grondgebied van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene en dat zorgt volgens de politie soms voor verwarring, red.). Wat doet die hier? Die kent niets van deze wijk. De volgende dag is het weer een andere agent. Daardoor kunnen ze altijd zeggen: 'ik was het niet.'”
Ook al heeft hij vrienden bij de politie, hij gelooft niet dat het kan verbeteren. “Als de structuur niet toelaat dat je je collega die tegenover burgers over de schreef gaat op dat moment zelf tot de orde kan roepen, zie ik het niet goed komen.”
Het wantrouwen zit diep, schetst Youness. “Volgens de politie heeft haar aanwezigheid de situatie hier verbeterd. Dat klopt niet, de activiteiten voor de jongeren hebben daartoe geleid. Vroeger gingen hier met oudjaar regelmatig spullen in vlammen op, omdat jongeren niets beters om handen hadden. Het jaar dat ze dankzij ons allemaal samen oudjaar in een lokaal konden vieren, was hier alles rustig. Dat was niet dankzij de politie. Integendeel, zij veroorzaakt soms onrust als het kalm zou kunnen zijn.”
“Om de relaties met de wijk en de jongeren te verbeteren, zette ik projecten op met de buurt. Zo willen we samen een film maken”
Jonczyk erkent dat er tijdens de lockdown versterking was van buitenaf. “Dat is interne politiewerking. Zulke patrouilles zijn niet noodzakelijk getraind om een vertrouwensrelatie op te bouwen. De lockdown was een bijzondere situatie. Dat heeft niet geholpen bij de opbouw van een betere relatie, maar niemand heeft daar schuld aan.” Ze hoopt na deze nieuwe semilockdown projecten te hernemen. “We hopen dat het goed komt met mensen met goede bedoelingen. Niet met criminelen, daar kan je geen goede relatie mee opbouwen.”
Intussen waren er al voorzichtige pogingen om het vertrouwen te herstellen. In september werd er een sessie in het jeugdhuis georganiseerd waar jongeren informatie kregen over hun plichten, maar ook hun rechten tegenover de politie. Een onafhankelijk aanwezige hoorde er hoe diep de wrok zit. Jongeren vroegen ook of ze de politie mogen filmen tijdens een interventie.
“We hopen zaken te herstellen, zodat er een goede verstandhouding komt, maar waarom controleert de politie jongeren voortdurend zonder reden?” vraagt jongerenanimator Yassine, die de gevoeligheid van veel wijkjongeren kent. “Sommige agenten zijn vriendelijk, andere zijn gemeen. Dat bruuskeert jongeren en installeert haatgevoelens. Dat is niet goed. Als ze de politie zien, lopen ze weg. Het is bijna een reflex. Omdat ze bang zijn, en – toegegeven – soms omdat ze in de fout zijn. Hier wonen zeker niet alleen engeltjes, maar het zijn ook geen duivels.”
Potentieel goede projecten liggen mede door de lockdown stil. Youness: “Ik heb erg veel moeite gedaan om jongeren te overtuigen, maar nu zij bereid zijn mee te werken aan de film, horen we niets meer van de andere kant. Onlangs zei een agent me dat de politie niet wil meewerken.” Volgens Bea Jonczyk wil de politie graag meewerken. “Er zijn meerdere partners betrokken, we wachten nog op hun toestemming.” Salma Ayachi blijft geloven dat de relatie zal verbeteren. “Op dit moment is er geen dialoog, we zitten weer op punt nul, maar we moeten vooruit.”
Lees meer over: Neder-Over-Heembeek , Veiligheid , Samenleving , Versailleswijk , lockdown , agressie politie , boetes , Jongeren , buurtregisseur
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.