“Niet alleen Antwerpen, maar ook Brussel heeft een probleem van drugsgeweld.” Dat zegt de top van de federale gerechtelijke politie Brussel in een zeldzaam gesprek. De voorbije maanden werd Brussel meermaals opgeschrikt door schietpartijen of ander geweld, vaak drugsgerelateerd.
| In juli wordt in Vorst een jongeman doodgeschoten. Volgens de politie gaat het om een afrekening in het drugsmilieu.
Even opsommen. In mei was er een massale vechtpartij in Brussel waarbij tientallen jongeren met elkaar op de vuist gingen, buurtbewoners hoorden ook schoten. Begin juli werd een jongen doodgeschoten in Vorst. Midden juli werd een molotovcocktail in een politievoertuig in de Marollen gegooid. In augustus vonden in een week tijd twee schietpartijen plaats in Elsene, waarbij eveneens één dode viel. Even later werd de brandweer in de Molenbeekse Sippelbergwijk bekogeld met molotovcocktails, volgens een buurtbewoonster terroriseren drugsdealers de wijk. Eerder dit jaar ontplofte ook al een granaat in een waterpijpcafé vlak bij het parlement. Telkens werd een verband met het drugsmilieu geopperd. Neemt de drugscriminaliteit hier toe en wordt het steeds gewelddadiger? En zo ja, neemt het stilaan even ernstige vormen aan als in Antwerpen? Daar lanceerde burgemeester Bart De Wever (N-VA) Operatie Nachtwacht om de rust te doen weerkeren.
De laatste federale criminaliteitscijfers van Brussel Preventie & Veiligheid geven hooguit een oppervlakkig beeld. Daaruit blijkt dat het aantal feiten voor drugsbezit in het Brussels Gewest in tien jaar tijd – tussen 2009 en 2019 – verdubbelde, van 3.292 pv's tot 6.684 pv's. Maar dat is deels te wijten aan een herdefiniëring van het begrip drugsgebruik dat nagenoeg verdween in de statistieken. In diezelfde periode verdubbelde ook het aantal pv's voor drugshandel en steeg ook het illegale wapenbezit. Het probleem bij statistieken over drugs is dat ze alleen het aantal pv's weergeven en dus enkel de politionele activiteit, niet per se de realiteit.
Hoe zit het dan wél? “Er is wel degelijk een probleem met drugsgeweld in Brussel,” zeggen Alain De Proft, directeur operationele steun van de Brusselse federale gerechtelijke politie (FGP), en Nicolas July-Denis, commissaris van de directie operaties van de FGP. Al moeten we even terug in de tijd. Ze mogen ons uitzonderlijk te woord staan, maar kunnen niet ingaan op specifieke dossiers. “Na de terreuraanslagen in 2016 bleek dat de meeste daders van de aanslagen in Brussel en Parijs een verleden hadden als drugscrimineel. Bovendien bestond het vermoeden dat de drugstrafiek ook diende om terreurdaden te financieren. Daarom is toen in het kader van het Kanaalplan beslist om met name drugs, de aanmaak of zwendel van valse documenten én illegale vuurwapens te beschouwen als 'ondersteunende fenomenen' van terrorisme en gewelddadig extremisme, en die versterkt aan te pakken. Die fenomenen formeel dát etiket geven was nieuw.”
“Een clan kan behoorlijk wat maatschappelijke impact hebben in een wijk: horecazaken als verkooppunt voor drugs, immobiliën”
Generatie terroristen
“Herinnert u zich dat Brussel in 2009 werd opgeschrikt door het gebruik van oorlogswapens? Toen schoot Ibrahim el-Bakraoui op de Anspachlaan op een politieagent met een kalasjnikov, terwijl hij op de uitkijk stond voor een bankoverval. Enkele maanden voordien kidnapte zijn broer Khalid el-Bakraoui een bankbediende om zo een bankkantoor te beroven. In 2016 doken ze allebei opnieuw op als zelfmoordterrorist. Ibrahim blies zichzelf op in de luchthaven van Zaventem, zijn broer Khalid in de metro die wegreed van metrostation Maalbeek.”
“Beide broers zijn opgegroeid in probleemwijken waar ze als jonge ket op straat al in aanraking kwamen met drugs en criminaliteit. Zo vormden ze een makkelijke prooi voor extremisme, uiteindelijk waren ze zelfs bereid om hun leven op te offeren. Sinds de aanslagen weten we dat er een problematische relatie bestaat tussen drugscriminaliteit, terreur en gewelddadig extremisme. Drugscriminaliteit veroorzaakt veel kwalen, maar in Brussel zit je ook met de achterliggende dreiging dat je zo een nieuwe generatie terroristen kweekt en dat er weer doden vallen. Dat maakt Brussel anders dan Antwerpen, hier heb je veel meer geradicaliseerde geesten. Vanuit die hypothese, dat we met een generatie terreurdaders zaten die op jonge leeftijd al geconfronteerd waren met drugs, werkte de FGP samen met de lokale politie en het parket binnen het Kanaalplan een strategie uit om het drugsaanbod in alle betrokken wijken te verminderen. Dat willen we droogleggen om zo het risico te beheersen dat we in de toekomst opnieuw met terreur geconfronteerd zouden worden.”
Om beter zicht te krijgen op de situatie zette de FGP Brussel na de aanslagen sterk in op beeldvorming en data-analyse, zowel geografisch als dadergericht. “Het is een verbeterde toepassing van de methoden die na de aanslagen van Parijs bepaalde concentraties van Syriëstrijders hadden gesitueerd in acht Brusselse gemeenten. Die zijn samen met Vilvoorde het 'territorium' van het Kanaalplan gaan uitmaken. De analyse van drugsfeiten liet ons vervolgens toe een tiental 'hotspots' te identificeren binnen de agglomeratie, waar zich een buitengewone concentratie van die feiten voordoet. In sommige van die drugshotspots stellen we ook een abnormale concentratie van allerlei geweldfeiten vast. Wij gaan ervan uit dat er een verband is tussen de drugsscene en de toename van het geweld.”
“Vandaag zien we vooral opportunistische polycriminelen die de ene dag kiezen voor diefstal en de volgende dag voor drugstrafiek”
Stromannen
Tenslotte richtten ze zich ook op de drugsclans. “Die vind je verspreid over verschillende politiezones in Brussel. Ze hebben doorgaans dezelfde structuur: een aantal kernleden, met daaronder een kluwen van commerciële vennootschappen met stromannen en verschillende steunpunten in de wijk.” De Proft toont een stratenplan waarbij meerdere huizen in verschillende straten worden ingekleurd. Allemaal van een 'clan'. “Je ziet dat één clan behoorlijk wat maatschappelijke impact kan hebben in een wijk: horecazaken als verkooppunt voor drugs, immobiliën, noem maar op. Er is ook een sterk verband met mensenhandel. De clans zoeken goedkope werkkrachten in de buurt om allerlei klussen uit te voeren zoals op straat dealen, op de uitkijk staan, werken in de cannabisplantages. Vaak zoeken ze daar kwetsbare mensen voor. Niet alleen het onveiligheidsgevoel neemt zo toe, ook de lokale economie wordt ondermijnd.”
Betekent dat dan dat er wél sprake is van georganiseerde drugscriminaliteit in Brussel, wat de voorbije jaren vaak werd tegengesproken? “Ja, er is wel degelijk georganiseerde drugscriminaliteit in Brussel. Er zijn dadergroepen en drugsclans aan het werk, waarvan er velen min of meer op georganiseerde wijze te werk gaan in een hiërarchische structuur. Zo is er een CEO van de drugsmaatschappij, een boekhouder, een verantwoordelijke van de operationele werking in de buurt. Zij leven van de drugstrafiek. Binnen het Globaal Drugsplan worden zij aangepakt door de lokale en de federale politie. Bij veel clans heb je een familiale kern, maar niet altijd. We zien Marokkaanse, Turkse, Albanese clans, bijna alle nationaliteiten. Dat is niet zo verwonderlijk, Brussel is één van de meest geglobaliseerde steden op aarde. Nogal evident dat er ook connecties zijn met drugsmilieus buiten de hoofdstad.”
Op basis van al die gegevens werkte de FGP met het parket en de lokale politiezones een “geïntegreerde en hotspotgerichte” aanpak uit. Een trendbreuk. “Vroeger wachtte je tot het kwaad geschiedde en zocht je dan uit wie betrokken was. Met dit pionierswerk proberen we proactief tendensen in te schatten en sneller te reageren. We richten ons prioritair op specifieke geografische hotspots en pakken clans multidisciplinair aan: we nemen dus niet enkel drugs in beslag, maar pakken ook de logistieke en financiële pijlers achter de trafiek aan. En we trachten barrières op te werpen om het hen zo moeilijk mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door bepaalde onzichtbare geldstromen te bemoeilijken.”
Welke concrete resultaten zijn al geboekt? “Door die nieuwe aanpak konden we in 2018 een verband vaststellen tussen een verhoogd aantal geweldincidenten in bepaalde wijken en verhoogde drugscriminaliteit. Toen al zagen we dat er iets gaande was en de situatie is niet verbeterd. Brussel heeft wel degelijk een probleem. De voorbije maanden zien we steeds meer incidenten met vuurwapens die drugsgerelateerd zijn. Dat kan toeval zijn of een korte opstoot, maar wij hebben de indruk dat we in een escalatie van drugsgeweld zitten.”
Alle ogen zijn vandaag gericht op drugsgeweld in Antwerpen, maar is de situatie in Brussel dan niet even verontrustend? Na de schietpartij in Vorst riep de Brusselse N-VA – met cijfers over het aantal pv's in de hand – Brusselse politici op de problematiek van drugsbendes en wapenbezit eindelijk ernstig te nemen.
Alarmbellen afgegaan
“Wees gerust: de alarmbellen zijn hier in Brussel al lang afgegaan. Er is een plan, we lopen misschien alleen wat minder in de kijker dan in Antwerpen. We boeken goede resultaten in de strijd tegen drugscriminaliteit en er is geen enkele andere politiedienst in België die zo actief naar illegale wapens zoekt. Maar dit is een werk van lange adem. We werken ook samen met de fiscus en tal van inspectiediensten om de structuren achter de drugstrafiek aan te pakken. Helaas is de wetgeving er niet helemaal op voorzien om efficiënte tools te ontwikkelen voor de uitwisseling van informatie. Als je gebonden bent aan het beroepsgeheim mag je dat ook niet zomaar. Daar is nog marge voor verbetering. En de politionele aanpak is maar één deel van de oplossing, naast onder meer onderwijs, preventie, sociaal beleid.”
De Proft raadt ons de publicatie 'De achterkant van Amsterdam aan: een onderzoeksrapport van de drugscriminaliteit' aan. “Vroeger lieten ze in Amsterdam professionele huurmoordenaars invliegen voor afrekeningen, dat is nu niet meer nodig. Er lopen genoeg jonge kerels rond die voor een flinke som die klus wel willen klaren.” Is dat hier dan ook zo? “Laten we zeggen dat bij die schietpartijen toch vaak jonge kerels betrokken zijn. Ook in Brussel zitten er twintigers, dertigers, jonge veertigers bij de criminele drugsclans.” Ontvoeringen maken ook deel uit van de territoriumstrijd onder clans, maar zijn niet nieuw. “Dat zien we al tien jaar. Als de clans zich richten op concurrenten in plaats van op gewone burgers is het minder zichtbaar.”
Nog opvallend in de federale drugscijfers is dat de handel in cocaïne in Brussel de laatste jaren toeneemt, al is het niet te vergelijken met Antwerpen, waar coke via de haven arriveert en voor een groot deel in transit is. “Drugscriminaliteit in Brussel gaat zowel over soft- als harddrugs, zoals cocaïne. De coketrafiek stijgt wereldwijd, dus hier ook. Al speelt die cokehandel zich in Brussel wel vooral af binnen de Vijfhoek, gekoppeld aan de uitgaansbuurten.” Tegelijk zien ze de laatste jaren een “explosie” aan lokale cannabisplantages in het gewest. “Zelf kweken is goedkoper en relatief gemakkelijk, je sluit tussenpersonen en transport uit en de risico's zijn ook relatief laag.”
Polycriminelen
Dat sluit aan bij een andere tendens. “Vroeger was een crimineel gespecialiseerd. De ene in diefstal, de andere in heling, nog één in gewapende overvallen van banken of geldtransport. Maar de risico's bij die laatste twee zijn te groot: er zijn enorme beveiligingsmaatregelen, je kan gepakt worden, het kan tot een vuurgevecht komen, de opbrengst is niet gegarandeerd en de straffen zijn zwaar. Vandaag zien we vooral opportunistische polycriminelen die de ene dag kiezen voor diefstal, de volgende dag voor drugstrafiek als dat geld opbrengt. Binnen die polycriminaliteit nemen drugs een almaar prominentere rol in. De winsten zijn fenomenaal hoog, het is vrij gemakkelijk en de risico's zijn al bij al vrij klein. En de kans om gepakt te worden, valt nogal mee. Binnen de polycriminaliteit werken drugs echt als een magneet. Vooral het geld trekt iedereen over de streep.”
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , drugdealers , drugsgeweld , federale politie , afrekening , drugsmilieu
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.