Twee agenten eisen schadevergoeding van relschopper La Boum

In Brussel is vandaag het proces van start gegaan tegen een van de jongeren die na het nepfestival ‘La Boum’ op 1 april in het Ter Kamerenbos werd opgepakt voor geweldpleging tegen de politie. Het dossier werd direct uitgesteld op vraag van de verdediging en omdat de rechtbank de verklaring van twee betrokken politiemensen wil laten vertalen.

Duizenden jongeren verzamelden begin deze maand in het Ter Kamerenbos na een Facebookuitnodiging voor een nepfestival. Toen de politie in de loop van de namiddag wilde ingrijpen, sloeg de sfeer om en kwam het tot confrontaties tussen de jongeren en de politie. Die zette onder andere de watersproeier en de cavalerie van de federale politie in. Meer dan 25 politiemensen en zeven politiepaarden raakten gewond, net als acht feestvierders.

Vier jongeren werden opgepakt voor geweldpleging op politiemensen en voor het niet-naleven van de coronamaatregelen. Een van hen werd onmiddellijk door het Brusselse parket gedagvaard en verscheen donderdagochtend voor de correctionele rechtbank. Twee politie-inspecteurs van de Brusselse politie die gewond raakten bij de arrestatie van de beklaagde, stellen zich burgerlijke partij en eisen een schadevergoeding.

Vertaling naar Frans

De verdachte werd opgepakt omdat hij met glazen flessen naar de cavalerie van de federale politie zou hebben gegooid. Bij zijn arrestatie probeerden verschillende jongeren vervolgens om hem te bevrijden. Ze sloegen en schopten de twee politie-inspecteurs, die daarbij gewond raakten.

De advocaat van de beklaagde vroeg op de zitting vanmorgen om een uitstel om alle stukken in het dossier en van de tegenpartijen te kunnen inkijken. De rechtbank stemde daarmee in, aangezien de verklaring van de betrokken politiemensen vertaald moet worden naar het Frans. De zaak zal behandeld worden op 6 mei.