Koning Filip heeft dinsdag in hartje Brussel de Beursschouwburg bezocht om de cultuursector een hart onder de riem te steken in deze zware tijden. De cultuurmedewerkers vertelden de vorst over de impact van de coronacrisis op het kunstencentrum en haar werking. De Beursschouwburg heeft zich tijdens de coronacrisis bovendien heruitgevonden als dagcentrum voor daklozen.
Wanneer de eerste voorstelling opnieuw plaatsvindt in de Beursschouwburg blijft voorlopig erg onduidelijk. Met die twijfels leven de cultuurmedewerkers al bijna een jaar, maar bij de kunstzaal zijn ze niet bij de pakken blijven zitten. In een nieuw ingerichte studio werd koning Filip uitgelegd hoe er via livestream debatten worden gevoerd rond de vraag "Are we there yet?".
Nadien nam de koning voor een lege zaal deel aan een rondetafel met vertegenwoordigers van de organisaties Hobo en Globe Aroma. Deze twee vzw's konden tijdens de pandemie een nieuw dagcentrum voor dakloze personen opzetten in de ruimtes van de Beursschouwburg. Zo vervulde het kunstenhuis zijn verbindende en publieke functie op een totaal nieuwe manier. Er werden kleren en warme maaltijden uitgedeeld en er was een goed geventileerde rustruimte met toegang tot het internet.
Intussen biedt de Beurrschouwburg ook perspectief. Nog niet met fysieke optredens maar wel met "Beurs on the Go", een coronaveilige digitale geluidswandeling om Brussel te herontdekken. Koning Filip mocht tijdens een demonstratie ervaren hoe Brusselse muzikanten hun mixtape of compositie inspireerden op plaatsen die je onderweg in de hoofdstad tegenkomt.