Brandweer rukt uit voor wateroverlast en kelderbrand

De Brusselse brandweer kreeg in de nacht van zaterdag op zondag twaalf oproepen binnen voor wateroverlast. Het korps moest ook ter plaatse komen voor een kelderbrand. Niemand raakte daarbij gewond, maar het gebouw is door de rook- en roetschade wel onbewoonbaar verklaard.

De brand in het huis op de kruising van de Zuidlaan met de Artesiestraat ontstond op de plaats waar ook de meterstanden voor de elektriciteit worden bijgehouden. Omstreeks tien voor twee ’s nachts vatte de ruimte vuur, met hevige rookontwikkeling tot gevolg. De rook verspreidde zich snel naar de verschillende appartementen, waardoor het hele gebouw geëvacueerd moest worden.

Oorzaak brand onbekend

Een persoon werd vanop de tweede verdieping met een luchtladder in veiligheid gebracht. Vijf andere mensen werden een etage hoger met gezichtsmaskers aan luchtflessen gekoppeld om hen van voldoende zuurstof te voorzien. Alle bewoners werden ter plaatse door een MUG-team onderzocht, maar niemand moest voor verdere onderzoeken naar het ziekenhuis.

Hoe de brand ontstaan is, blijft voorlopig onduidelijk. “Waarschijnlijk zijn de elektriciteitstellers in brand gevlogen, maar daar is nog geen uitsluitsel over. Door de hitte sprong ook de waterleiding, waardoor we alle nutsvoorzieningen moesten afsluiten”, legt woordvoerder van de Brusselse brandweer Walter Derieuw uit. Het gebouw is door de rook- en roetschade onbewoonbaar verklaard, waardoor in totaal twaalf mensen op zoek moeten naar een tijdelijke woonst.

Ondergelopen tunnels

De brandweer moest gisterennacht ook uitrukken voor wateroverlast. Het noodweer liet verschillende tunnels onderlopen, waaronder de Stefania- en de Vleurgattunnel. Daarnaast stonden ook enkele straten onder water door verstopte straatkolken en moest er een boom verwijderd worden die dreigde dwars over de weg te komen liggen.

In Elsene redde het korps ook nog een vrouw van een dak. Die durfde niet meer naar beneden nadat zij haar dakgoot had ontstopt. Dankzij de luchtladder kon zij alsnog met beide voeten veilig en wel op de grond gezet worden.