Vijfde klas van Zavelput 'geadopteerd' door de politie
Lees ook: Kinderen zijn geen kinderen meer, meneer
Luna (L): Onze politie-peter heet Hugo Vandenborre. Hij was vriendelijk. Telkens als hij bij ons langskwam, gaf hij een cadeautje, zoals een fluojasje of een speciale sleutelhanger.
En wat kwam hij doen in jullie klas, behalve leuke gadgets uitdelen?
Nathan (N): Hij kwam ons meer vertellen over wat de politie doet. Bijvoorbeeld voor veiligheid zorgen in het verkeer. Hij vertelde ook dat we de verkeersregels moeten kennen als we met de fiets rijden en zo. En hij heeft met ons over vandalisme gepraat.
Wat is dat, vandalisme?
N: Dat mensen opzettelijk dingen kapot maken, bijvoorbeeld met een sleutel krassen maken op een auto, of vuilnisbakken omkieperen. Dan zal de politie die mensen oppakken.
Welke les van Hugo vond jij het interessantst, Luna?
L: Die over vandalisme, want ik wist niet dat je voor een vuilnisbak omkieperen of ramen kapotgooien ook in de gevangenis kan belanden.
N: Ja, of dat je een boete kan krijgen van zo'n 500 euro of meer. Ook als je graffiti spuit, kan je een boete krijgen.
L: Hugo heeft ons ook uitgelegd wat er zoal aan de riem van zijn uniform hangt: een stok, een pistool, een walkietalkie... We weten nu meer over de politie.
Is de politie nodig, vinden jullie?
L: Ja, toch wel. Bijvoorbeeld als iemand in een winkel steelt, en je zou geen politie kunnen bellen, dan is dat een probleem.
N: De politie zorgt voor de veiligheid van de mensen. Zonder hen kunnen mensen soms bang zijn om buiten te komen.
Hebben jullie zelf al met de politie te maken gehad, behalve dan met Hugo in de klas?
N: Ja, allez, toch bijna. Ik ben op straat ooit geagresseerd door de broer van Ibrahim. Nadien bloedde ik. Ik dacht naar huis te gaan en mijn mama te vragen om de politie te bellen. Maar ik heb het toch niet gedaan. Mijn vriend Maxim uit het zesde leerjaar heeft goed voor mij gezorgd en toen was ik gekalmeerd.
En jij, Luna?
L: Ja, maar ik was nog heel klein toen. Mijn mama heeft het me later verteld. Ik lag te slapen, het was al laat en ineens hoorde mama een raar geluid. Onze hond begon te blaffen, en fel met zijn poten op de lift te krabben. Toen dacht mama dat het waarschijnlijk dieven waren en heeft ze de politie gebeld. Maar ik heb ze zelf niet gezien. Ik heb liever niet te veel met politie te maken.
N: Ik wel! Het zijn gewoon vriendelijke mensen, zoals iedereen. Soms moeten ze zich wel kwaad maken, zeker tegen dieven en criminelen en zo. Later wil ik zelf bij de politie gaan werken, want ik ben ook vriendelijk met de mensen. Maar ik kan ook kwaad zijn als het moet, en dan kan ik andere mensen overtuigen met mijn kwaadheid.
L: Voordat Hugo bij ons in de klas kwam, dacht ik wel dat politiemannen veel minder vriendelijk waren.
En nu zijn jullie hier op een soort afsluitfeest, de Pat Rouilledag, samen met vele andere Brusselse klassen die ook 'geadopteerd' zijn door de politie. Leuk?
L: Ja, ik heb al een paard mogen aaien waarmee de politie door de stad stapt.
N: En we mochten spelen dat we betogers waren. We gooiden met plastic flessen naar de politie, en zij liepen achter ons, met hun stokken en schilden... Maar nu moeten we weg, want we mogen nog een toertje maken op de motor van een agent!
Lees meer over: Sint-Agatha-Berchem
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.